Buurt klaagt over overlast cliënten zorginstellingen in Rotterdam
ROTTERDAM. Cliënten van zorginstellingen in Rotterdam, onder wie (verslaafde) dak- en thuislozen, veroorzaken „structureel overlast” in de wijken Middelland en Oude Westen. Bewoners zijn de problemen meer dan zat en luiden de noodklok.
’s-Gravendijkwal, hartje Rotterdam. Daklozen, verslaafden en mensen met psychische problemen kunnen hier sinds jaar en dag terecht bij diverse hulpverleningsinstanties. Variërend van een dagzorgcentrum voor verslaafden van Bouman GGZ en de rooms-katholieke Sisters of Charity tot het inloopcentrum voor dak- en thuislozen van de reformatorische stichting Ontmoeting.
De aanloop van „hulpbehoevenden” zorgt voor overlast in de omringende wijken, stellen Adriaan Korthuis en Emile Goossens, die beiden bij Ontmoeting om de hoek wonen. Ze klagen over dak- en thuislozen die in de omgeving zwerven, buiten de openingstijden van Ontmoeting in portieken hangen en „drugs gebruiken in het zicht van spelende kinderen op straat.” Daarmee veroorzaakt deze groep bij buren „een gevoel van onveiligheid.”
Voorzitter Jeanne Hogenboom van bewoners- en ondernemersvereniging BOOG herkent de kritiek van Korthuis en Goossens, die recent de media aanschreven. „Het grote aantal hulpinstellingen heeft een negatieve invloed op de wijk. BOOG is in 2004 opgericht vanwege overlast van de opvangsector. Bijna tien jaar later is er veel te weinig gebeurd om de situatie te verbeteren.”
De problematiek staat al jaren op de politieke agenda. Sinds 2006 streeft de gemeente naar spreiding van opvanginstellingen over diverse stadswijken en verleent zij geen toestemming meer voor nieuwe voorzieningen voor maatschappelijke opvang rond de ’s-Gravendijkwal. In 2010 werd dit vastgelegd in het actieprogramma Dijkversterking. Daarmee zou de leefbaarheid van de wijk moeten worden vergroot.
Buurtbewoners stellen dat het bij plannen is gebleven. Korthuis en Goossens constateren onder meer dat de dagactiviteiten van Ontmoeting in 2012 met 10 procent zijn toegenomen in vergelijking met het jaar ervoor, terwijl het aantal bezoekers van de inlooplocatie steeg.
Nachtclubs
Regiomanager Martin van der Elst van Ontmoeting kent de klachten. De overlast die wijkbewoners ervaren, betreft volgens hem niet alleen hulpinstanties maar ook zaken als een coffeeshop en nachtclubs. „Er zit van alles in deze buurt wat aanleiding kan geven voor overlast. Als het een cliënt van ons betreft, spreken we die daarop aan, zoals onlangs na een klacht over wildplassen.”
De cijfers die Korthuis en Goossens aandragen over de groei van het werk van Ontmoeting geven een onvolledig beeld, aldus Van der Elst. „Het totaalaantal bezoekers lag vorig jaar hoger dan in 2011. Dat zegt echter niets over het aantal cliëntbewegingen, omdat een groot aantal mensen ons incidenteel bezoekt. De overlast in de buurt wordt voor een deel veroorzaakt door verkeer tussen bezoekers die zowel bij ons als bij Bouman GGZ komen. Dat verkeer is verminderd, bijvoorbeeld doordat ze op één dag niet op beide adressen mogen komen.”
Van der Elst geeft aan dat het dienstencentrum –op verzoek van de buurt– sinds januari tussen de middag openblijft, om te voorkomen dat dan ineens een groep bezoekers uitzwermt over de wijk. Ook wijst hij erop dat het aantal cliënten met een postadres bij Ontmoeting –nodig om een uitkering aan te vragen– is verminderd. „We hadden er 180 en moeten dat van de gemeente terugbrengen naar 100. Per 1 oktober zaten we op 144 en dat aantal gaat verder omlaag. Een aantal wordt nu door andere instellingen geholpen. En sommigen bleken inmiddels een eigen adres te hebben.”
Verhuizen
Volgens Hogenboom van BOOG zouden er van de drie grootste opvanginstellingen –Sisters of Charity, Ontmoeting en Bouman GGZ– twee moeten verhuizen naar een ander deel van de stad om de wijk leefbaar te maken. „Deze instellingen trekken mensen aan die overal vandaan komen. De medewerkers van Ontmoeting gaan om drie of vier uur ’s middags weg en zien niet hoe hun bezoekers zich daarna in de wijk gedragen. Maar ook tijdens de openingsuren is er overlast.”
Van der Elst zegt dat Ontmoeting enkele jaren geleden een verhuizing wilde overwegen als daarvoor financiering zou zijn. „De gemeenteraad heeft toen besloten daar geen geld voor uit te trekken. Ook als dat wel was gebeurd, zou het overigens niet eenvoudig zijn geweest ons elders te vestigen, omdat je op een mogelijke nieuwe locatie ook verzet kunt krijgen van de buurt.”
Wijkbewoners stellen dat burgemeester Aboutaleb overtuigd is van de noodzaak van het verdwijnen van minimaal één zorginstelling, terwijl verantwoordelijk wethouder Florijn (Zorg) er „veel te weinig aan doet” om dat te bereiken. „Hij heeft eigenlijk geen zin om het uit te voeren”, aldus Hogenboom.
Een gemeentewoordvoerster zegt dat „er veel waarde wordt gehecht aan goed nabuurschap van de opvanglocaties in de stad: hun verantwoordelijkheid houdt immers niet op bij de voordeur.” Ze stelt dat de instellingen diverse maatregelen hebben genomen om overlast terug te dringen.
Ook geeft ze aan dat zowel de burgemeester als de verantwoordelijk wethouder achter het actieplan Dijkversterking staan. „Daarin is het uitgangspunt van verdunning opgenomen, maar op vrijwillige basis. Op dit moment hebben de zorginstellingen geen concrete plannen om te verhuizen.”
Voor Ontmoeting is verhuizing niet aan de orde, erkent Van der Elst. „We weten dat BOOG en anderen de vlag uitsteken als we zouden vertrekken, maar daarvan is momenteel geen sprake. Intussen doen we er alles aan om de overlast zo veel mogelijk te beperken.”
Lees ook:
Ontmoeting biedt dak- en thuisloze meer dan koffie, tosti en een douche, Reformatorisch Dagblad (9-3-2012)
Ex-dakloze krijgt begeleiding vanuit thuishaven Ontmoeting, Reformatorisch Dagblad (9-3-2013)