Boek prof. De Ruijter leert hoopvol preken
Het nieuwe boek over prediking van prof. C. J. de Ruijter (zie RD 18-9) is een grote aanwinst, aldus dr. T. T. J. Pleizier.
Graag reageer ik op het boek ”Horen naar de stem van God” van de Kamper praktisch theoloog prof. dr. Kees de Ruijter. Het boek straalt uit dat er toekomst is voor de preek en dat homiletiek een vak vol dynamiek is. De crisissfeer die de praktische theologie een tijdlang heeft gekenmerkt, laat de auteur achter zich en hij gaat op een heldere en afgewogen manier in op hedendaagse discussies. Dat maakt het boek tot een aanwinst voor het vak.
Aan het begin van zijn boek maakt De Ruijter de keuze om de preek principieel te zien als deel van de liturgie. Ik wil eerst een paar stappen meelopen met deze keuze, maar die vervolgens ook bevragen. Twee andere manieren om de preek te benaderen, die in de toekomst naar ik vermoed belangrijk zullen zijn, blijven namelijk wat achterwege.
Levensvorm
De preek vindt volgens De Ruijter zijn bedding in de kerkdienst, in de liturgie van de samengekomen gemeente. De liturgie is de levensvorm van de christelijke gemeente, de kern van het christelijk bestaan, de plaats van het in-oefenen van het leven als burger van het Koninkrijk van God. Ze breekt het genadeloze ritme van de tijd en ontspringt aan de opstanding. Zo horen we in het Nieuwe Testament van de eerste christenen dat ze op de dag des Heeren samenkomen.
De preek is volgens De Ruijter zonder deze liturgische bedding niet denkbaar. Ze participeert aan de betekenis van de liturgie. Ik denk hierin met hem mee en noem drie vormen waarin dit gebeurt, die je misschien drie stijlen zou kunnen noemen van hoopvol preken: hoopvol preken als aanbidding, als boete en als onttovering.
Aanbidding staat in een eschatologisch verband. Prediking opent een venster op de eeuwigheid (HC 84). Prediking kan iets van dat opheffen van de harten hebben, om de gemeente te brengen waar Christus is, aan de rechterhand van God. Hoopvol preken is hemel en aarde op elkaar betrekken.
De tweede stijl is die van de boete. Hoopvol preken participeert aan de wijze waarop in de liturgie zonde, schaamte en gebrokenheid worden uitgesproken. De preek is een woord van berouw en vrijspraak. Wat in de liturgie in het Apostolicum voor de preek wordt beleden: Ik geloof de vergeving der zonden, gebeurt in de prediking: uw zonden zijn u vergeven.
Tot slot is hoopvol preken een soort onttovering. Als er iets de preek en de liturgie aan elkaar verbindt, dan is dat de lezing van de Schrift. Als een onderbreking van het narratief van elke dag is daar de Heilige Schrift, met haar verhalen, profetische vergezichten, gelijkenissen en brieven. In een seculiere wereld, waar het immanente wereldbeeld levensbeschouwelijk gezien de kampioen is, is het alledaagse leven allengs platter geworden. Vanuit de Schrift toont de preek ons dít leven, in de macht van het kwaad, in de betovering. Maar in het licht van de Schrift is dit leven tegelijk van God uit gezien in de ban van de verlossing geraakt.
Toespraak
Zo opent de aanzet van De Ruijters homiletiek een rijkdom aan verbindingen. Toch is een te sterke accolade om liturgie en prediking ontoereikend. In evangelische kerken zie je bijvoorbeeld een groot verschil in beleving. Waar bij het onderdeel aanbidding de handen geheven zijn, zit iedereen als de voorganger een Bijbelstudie geeft ijverig aantekeningen te maken in schriftjes en grote Bijbels.
Ook voor kerken in de gereformeerde traditie is ruimte tussen liturgie en prediking van belang. In een situatie van diversiteit in liturgische vormgeving, kan prediking gestalte geven aan eenheid, een wezenlijk kenmerk van kerk-zijn.
Voor de toekomst van de preek kon het toespraakkarakter van de preek daarom misschien weleens belangrijker worden dan de mate waarin die onderdeel is van de liturgie. Aandacht voor retorica is gewenst. In evangelische diensten is de preek een onderwijzende en instructieve toespraak. Voor gemeenten die met pluraliteit te maken krijgen, treedt het belang van preken als gemeenschapsstichtende toespraak sterker naar voren.
Ambt
Dat brengt mij tot slot bij een derde ingang tot de homiletiek: de ecclesiologie (leer van de kerk). Nieuwe kerkvormen in onze tijd stellen ons voor veel nieuwe vragen: bestaat kerk in de liturgie of in de (spontane) gemeenschap? Is kerk-zijn verbonden aan het ambt en wat betekent dit voor de verkondiging? In de gereformeerde traditie is de prediking de plaats van de apostolische successie, en daarmee in zekere zin ook drager van het kerk-zijn. Kan dat in onze tijd nog zo worden nagezegd?
Dit alles laat zien hoe enorm de dynamiek is van het nadenken over de prediking. Het boek van De Ruijter is hiervoor een waardevolle bijdrage en nodigt in elk geval uit tot voortgaand gesprek.
De auteur is predikant van de hervormde gemeente te Dirksland. Dit artikel is een bewerking van zijn bijdrage aan een symposium over de toekomst van de preek gisteren aan de Theologische Universiteit in Kampen.