„Verlof nodig om te wennen aan terugkeer”
AMSTERDAM (ANP). Gevangenen moeten in het laatste jaar voor hun vrijlating op verlof kunnen om te wennen aan de maatschappij. „Je kunt iemand niet na een zeer lange detentie zomaar op straat zetten. Niet alleen moet een gevangene wennen aan de maatschappij, de maatschappij moet ook weer wennen aan de gedachte dat de veroordeelde op korte termijn vrijkomt”, zei advocaat Bart Nooitgedagt vrijdag.
Nooitgedagt is voorzitter van de Vereniging van Strafrechtadvocaten. Hij voerde ooit een juridische strijd voor het verlof van Jason W., die was veroordeeld vanwege zijn betrokkenheid bij de Hofstadgroep. W. mocht uiteindelijk op begeleid verlof en kwam dit jaar vrij. Vrijdag liet staatssecretaris Fred Teeven weten dat de moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der G., niet op verlof kan. Wel krijgt hij een bepaald programma in de gevangenis, met meer vrijheden en activiteiten die samenhangen met een terugkeer.
Het belang van verlof wordt door de samenleving niet gemakkelijk ingezien, ervaart Nooitgedagt. „Maar ik weet uit de praktijk dat het juist belangrijk is. In de gevangenis is alles geregeld. Gevangenen leven in het keurslijf van het gevangenisregime. Alles gebeurt op gezette tijden. Als iemand vrijkomt, moet hij weerbaar zijn en een bestaan opbouwen. Hij moet weer zelf boodschappen doen, maar bijvoorbeeld ook weer aan het verkeer wennen.”
Gedurende een lange detentie is de maatschappij ook sterk veranderd. Nooitgedagt noemt als voorbeelden de opkomst van de mobiele telefoon. „Zaken gaan na al die jaren anders. Natuurlijk blijf je in de cel niet verstoken van informatie, maar ik merk bij cliënten hoe zeer het opvalt dat dingen veranderd zijn.”
Naarmate de vrijlating dichterbij komt, wordt de noodzaak van verlof steeds groter. Dat stelde de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) ook in het oordeel over het verlof van Van der G., zegt Nooitgedagt. „De volkswoede waarvoor wordt gevreesd en waarom het verlof wordt geweigerd, zal er in mei bij zijn vrijlating niet minder om zijn. Dat argument is niet dragend.”