Zuster Namaika strijd in Congo voor toekomst vrouwen
Zuster Angélique Namaika hielp 2000 vrouwelijke slachtoffers van het gevreesde Verzetsleger van de Heer in Congo weer een toekomst op te bouwen. „Het is belangrijk haat te laten varen”, zegt ze.
Zuster Angélique Namaika komt uit het afgelegen noordoosten van Congo. Ze verplaatst zich daar op een eenvoudige damesfiets: een afgebroken bel, roestplekken op het frame, een kapje over het zadel. Ze staat ermee op de foto. Teenslippers aan haar voeten, een brede lach op het gezicht.
De laatste paar weken stapt ze echter vliegtuig in, vliegtuig uit. Van Congo ging het naar Genève en vandaar naar Rome, Parijs, Brussel en Amsterdam. Overal wachtten haar drukke programma’s. Zo vergaat het een non die van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR een onderscheiding voor haar werk krijgt.
Het is halverwege de week als ze in een zaaltje van het Victoria Hotel in Amsterdam zit. Ze oogt rustig, kalm. Dezelfde avond zal ze nog doorvliegen naar Oslo. Of ze moe is? „Ja”, knikt ze. Maar het is nauwelijks aan haar te merken. Ze vertelt gedreven over werk in Dungu, in het noordoosten van Congo.
Namaika hielp sinds 2003 meer dan 2000 vrouwelijke slachtoffers van het gevreesde Verzetsleger van de Heer (LRA) om hun levens weer op de rit te krijgen. De vrouwen en meisjes zijn vaak getraumatiseerd: ze zijn ontvoerd, verkracht, op de vlucht gejaagd.
Met name in de periode van december 2008 tot januari 2009 sloeg het leger van Joseph Kony ongenadig toe in de regio rond Dungu. De rebellen doodden zeker 1700 burgers en ontvoerden er nog eens 1600. Deze ‘Kerstaanvallen’ werden in 2009 en 2010 nog gevolgd door verschillende andere acties. Niet minder dan 320.000 mensen sloegen op de vlucht.
Namaika probeert de slachtoffers weer perspectief te bieden door hen te begeleiden en hun een vak te leren. „Ik ervaar een diep gevoel van vreugde”, zegt ze, terugblikkend op de afgelopen paar weken. „Ik kan de wereld vertellen over de situatie van de vrouwen in Congo. Ja, het is vermoeiend, maar als ik aan de vrouwen denk, voel ik me enorm sterk.”
Wat is, heel kort, het belangrijkste wat de wereld over de vrouwen in Dungu moet weten?
„Dat ze geholpen moeten worden om hun trauma’s te overwinnen en weer in vrede te leven.” Met een lach: „Is dat kort genoeg?”
Om dan gelijk te vervolgen: „Als een vrouw getraumatiseerd is, heeft dat ook zijn weerslag op haar kinderen en zo verder. Dat is heel ingrijpend.”
U ontmoette in Rome de paus. In een interview met de BBC voorafgaand aan het bezoek zei u dat u hem om vergeving voor Joseph Kony wilde vragen. Kunt u dat uitleggen?
„In de Katholieke Kerk geloven we dat er vergeving en genade voor iedereen is, zelfs voor mij. God wacht op ons, Hij wil dat we ons bekeren en tot onszelf komen. Dat geldt dus ook voor Joseph Kony. In de Bijbel staat het verhaal van de verloren zoon, waaruit blijkt dat iedereen terug mag keren tot God. Het heeft soms veel tijd nodig. Het is niet zo dat je op een knop kunt drukken en dan bekeert iemand zich. Wij moeten ervoor bidden. En God geeft ons de tijd.”
Is vergeving geen moeilijk verhaal voor de vrouwen in Congo? Hoe verhouden zich vergeving en gerechtigheid als het om Kony gaat?
„Ik doe mijn werk als een non. Dat betekent dat ik voor de getraumatiseerde vrouwen en hun kinderen wil zorgen. Ik wil ook laten zien dat het niet helpt met gevoelens van haat in jezelf rond te lopen, juist omdat een vrouw zo verbonden is met haar kinderen. Ze geeft leven. Het is daarom voor een vrouw extra belangrijk met vrede in haar hart te leven.”
Het oosten van Congo is al jaar en dag toneel van conflicten, waarbij steeds weer andere rebellengroepen een rol spelen. Wat motiveert u om door te gaan?
„De vrouwen voor wie ik werk. Ik maak het mee dat ik een grootmoeder tref die verkracht is, een dochter die hetzelfde is overkomen en een kleindochter van elf die het ook heeft meegemaakt. Dan wil je toch iets doen? Tegelijk vraag ik me af: hoe lang zal dit nog doorgaan? Daarom wil ik vrede brengen en daarom ben ik ook hier om hun verhaal te vertellen. Zij kunnen hier niet zelf naartoe komen om dat te doen.”
Hoe is de huidige situatie in Dungu?
„Er leven veel vluchtelingen, waardoor er te veel mensen zijn. Voedsel en medicijnen zijn daarom schaars en duur. Mensen durven nog niet terug te keren naar het platteland, omdat ze bang zijn voor nieuwe aanvallen.
In 2009 was u zelf vluchteling. Wat doet dat met een mens?
„Veel. Je verliest je waardigheid: je moet overal om vragen. We sliepen met z’n allen in het bos onder een stuk zeil, met de angst in de benen. Ik ben maar vier maanden op de vlucht geweest, maar vond het al vreselijk. Moet je nagaan wat het betekent voor mensen die al jaren op de vlucht zijn.”
Wat kunnen mensen in Nederland voor vrouwen in Congo betekenen?
„Ze kunnen bijdragen aan de hulp die er plaatsvindt. En ze kunnen bidden voor een nieuw bestaan voor de mensen daar.”
Verzetsleger van de Heer is regionaal probleem
Het Verzetsleger van de Heer (LRA) neemt in de jaren tachtig van de vorige eeuw de wapens op tegen de regering van Uganda. Ze vrezen dat de nieuwe machthebber, Yoweri Museveni, een etnische zuivering zal starten tegen de Achoni in het noorden van Uganda. Museveni had de regering van generaal Tito Okello, een Acholi, verdreven. Aan het hoofd van de LRA staat Joseph Kony.
Kony zegt te vechten voor de handhaving van de Tien
Geboden, maar opereert intussen uiterst wreed. Zijn troepen trekken rovend, moordend en verkrachtend door het land. Kinderen worden in groten getale ontvoerd. De strijd blijft bovendien niet beperkt tot Uganda, maar slaat al in de jaren negentig over naar het huidige Zuid-Sudan. De LRA wordt daarmee al een regionale bedreiging.
In 2005 vestigt de LRA zijn hoofdkwartier in het nationaal park Garamba, in Congo. Als een groot gezamenlijk offensief tegen de beweging van Uganda, Congo en Zuid-Sudan met steun van de Verenigde Staten mislukt, slaat de LRA terug. In 2008 voert de beweging een serie uiterst wrede aanvallen uit in het noordoosten van Congo: het gebied waar zuster Namaika actief is.
De beweging is momenteel opgesplitst in verschillende kleine groepen en opereert in delen van Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Sudan. Grote aanvallen vinden nauwelijks meer plaats, maar de angst onder de bevolking zit diep. Pogingen om Kony op te pakken, mislukken nog altijd.
Lees hier meer over de prijs die zuster Namaika kreeg.
Lees in Digibron:
Jacht op Ugandese rebellenleider Joseph Kony heropend (Reformatorisch Dagblad, 25-11-2011)
Rebellen Uganda weer in actie (Reformatorisch Dagblad, 8-07-2009)
„Kony is een vrome man, God zal hem niet straffen” (Reformatorisch Dagblad, 23-07-2005)