Boetedag GG overwegend positief ontvangen
APELDOORN. De Gereformeerde Gemeenten gaan een boetedag houden. Daartoe besloot de generale synode donderdag. Een datum volgt later.
De reacties op het besluit tot verootmoediging zijn overwegend positief. Het is echter nog te vroeg om te besluiten ook mee te doen.
Ds. R. W. Mulder, hersteld hervormd predikant te Leerbroek, noemt het „zeker het overwegen waard” om als Hersteld Hervormde Kerk aansluiting te zoeken bij het initiatief, „ook gezien het belang van kerkelijke eenheid.”
Het komt volgens de predikant „redelijk vaak voor” dat plaatselijke gemeenten het moderamen verzoeken tot het uitschrijven van een boetedag, bijvoorbeeld over de abortuspraktijk. „De nood in ons land leeft wat dat betreft sterk in onze kerken. Daarbij was de lijn altijd dat we zoiets niet landelijk organiseerden, maar overlieten aan de plaatselijke gemeente.” Er was hierbij sprake van een „worsteling” rond de precieze mogelijkheden.
Met een dergelijk centraal initiatief ligt het nu anders, en ds. Mulder is er „zeker voor” om te kijken wat de mogelijkheden zijn om „ook met een oecumenisch doel” mee te doen. „Ik denk alleen niet dat we er de biddag voor gewas en arbeid voor moeten gebruiken. Die heeft door de jaren heen toch een wat ander karakter gekregen. In het verleden functioneerde het boetekarakter meer dan tegenwoordig.”
Voor ds. A. Kort ligt het anders. De predikant van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland denkt niet dat het idee van een georganiseerde boetedag in zijn kerkverband leeft. „Wel dat er boete gedaan wordt, dat is altijd nodig. Maar niet dat het van bovenaf dwingend wordt opgelegd. Ik kan dat moeilijk verenigen met het feit dat de geest van de tijd ook is doorgedrongen onder predikanten. Ik denk dus niet dat er geestelijke overeenstemming is in deze gevoelens.”
Er is verder ook al aandacht voor de secularisatie in de zondagse diensten, aldus de predikant. „Die nood ligt ook op onze zielen. Maar we hebben er zelf al moeite mee: wat menen we ervan? Het gaat allemaal zo voort en als je dan toch gaat bidden, krijg je het mondbelijden en veinzen in plaats van oprechtheid.”
Dr. A. J. Plaisier benadrukt als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland dat het besluit tot een boetedag het resultaat is van een „intern proces” van de Gereformeerde Gemeenten. „Als de synode na een analyse van de tijd en de plaats van het eigen kerkverband daarin komt tot een besluit van verootmoediging, is dat denk ik een heel authentiek proces. Ik heb daar veel waardering voor. Maar je kunt zo’n eindproduct niet omvormen tot iets waar andere kerken zomaar bij kunnen aanhaken. Zoiets zou dan meer uit een landelijke bijeenkomst van kerken, zoals de nationale synode, moeten opkomen.”
Ds. P. D. J. Buijs, preses van de vorige synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, stemt ermee in dat „verootmoediging voor de Heere altijd een goede zaak is.” Om als CGK tot een speciale boetedag te komen, zou echter de gebruikelijke kerkelijke weg van plaatselijke gemeente tot generale synode gevolgd moeten worden
Ook ds. J. Roos noemt de verootmoeding een goede zaak: „Het zou eigenlijk elke dag wel moeten, gezien de omstandigheden.” De predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland wil het ook niet al op voorhand afwijzen om op een bepaalde manier mee te doen, als er een speciale dag of avond komt. „Als het maar niet bij het uiterlijke blijft. We moeten onze harten scheuren en niet alleen onze klederen. Het somberst van alles moeten we niet zijn over de nood van de tijd, maar over een leven zonder Christus.”