Die publiceerde vorige week in Italië een soort manifest waarin hij zijn visie op de toekomst van Europa geeft. Tegelijk roept hij de linkse partijen in zijn land erin op bij de verkiezingen van volgend jaar voor het EP de handen ineen te slaan. Dit laatste wordt algemeen beschouwd als een zet van zijn kant in het kader van zijn rivaliteit met premier Berlusconi, aanvoerder van de rechtse coalitie en, tot eind december, voorzitter van de EU. De persoonlijke verhouding tussen de twee laat te wensen over.

Fractieleider Pöttering van de christen-democraten in het Parlement, de groepering waarbij ook de geestverwanten van Berlusconi zijn aangesloten, waarschuwde Prodi in zijn huidige functie ervoor niet aan partijpolitiek te doen. Hij vervolgde: „Als u zo doorgaat, kunt u onze steun in de toekomst vergeten.”

Zijn collega Baron Crespo van de socialisten, die het toejuichte dat er eindelijk eens een echte politieke discussie plaatsvond in het EP, nam het juist voor Prodi op. „Als burger heeft hij het recht een mening uit te dragen. We gaan hier geen censuur uitoefenen.” Cohn-Bendit van de groenen was nog feller in de richting van Pöttering: „Ik vind het absurd dat u de moraalridder uithangt en Berlusconi, die een belabberd figuur slaat als voorzitter van de Unie, probeert te beschermen.”

Een andere spreker deed het voorval af als „een pre-electoraal incident” in de aanloop naar de verkiezingen. EP-voorzitter Cox op zijn beurt spoorde in het licht van de naderende eindfase van de onderhandelingen over een gemeenschappelijke grondwet eenieder aan: „Hoe verschillend onze standpunten ook zijn, laten we de komende weken de sereniteit en de wijsheid opbrengen om gezamenlijk te zorgen voor een goed constitutioneel verdrag.”