Prodi: Commissie heeft correct gereageerd op fraude Eurostat
Voorzitter Prodi van de Europese Commissie heeft een actieplan opgesteld met bepalingen en procedures die ervoor moeten zorgen dat de Commissie eerder beschikt over informatie betreffende vermeende fraude en dus sneller kan ingrijpen.
Hij presenteerde zijn voorstellen dinsdag in het Europees Parlement (EP) in Straatsburg. Aanleiding hiertoe is de Eurostat-affaire. Bij het in Luxemburg gevestigde bureau voor de statistiek van de Unie zijn de achterliggende maanden ernstige misstanden ontdekt. Zo kwamen er onregelmatigheden in contracten, geheime bankrekeningen en dubbele boekhoudingen boven water. De Commissie kondigde afgelopen zomer maatregelen af om de ongeoorloofde praktijken een halt toe te roepen en de precieze feiten te achterhalen.
Prodi handhaaft zijn opvatting dat hem en zijn collega’s weinig te verwijten valt. Hij benadrukte dinsdag nog eens dat zij pas in mei volledig werden ingelicht over het wanbeheer van het management bij de betrokken instantie en dat er daarna „met spoed en krachtdadig” is opgetreden. „We hebben correct gereageerd en op de enig mogelijke wijze”, aldus de Italiaanse EU-voorman.
Het Parlement brengt daartegen in dat er al veel langer signalen circuleerden over problemen bij Eurostat. Prodi meent echter dat die te vaag waren om op basis ervan iets te ondernemen. Met de nu voorgelegde spelregels probeert hij de interne communicatie te verbeteren, bijvoorbeeld door ambtenaren voor te schrijven dat zij de commissarissen tijdig informeren over bij hen bekende ontwikkelingen. „We waren in dit geval te laat op de hoogte. Om dat voortaan te vermijden, creëren we een waarschuwingsmechanisme”, hield hij de volksvertegenwoordigers voor.
Hij herhaalde verder dat de kwestie al speelde vóór 1999, dus voordat de zittingsperiode van de huidige ploeg begon. Die werkt volgens hem reeds vanaf het begin van de ambtstermijn aan het verwezenlijken van hervormingen, gericht op transparantie en verantwoordelijkheid. „We verkeren thans in een overgangsfase. Daarin overleven nog een aantal elementen uit de oude cultuur. Er moeten meer middelen beschikbaar komen om onze politieke aansprakelijkheid te kunnen uitoefenen.”
Binnen het EP blijft onvrede bestaan over de opstelling van de Brusselse bestuurders in dit fraudeschandaal, maar waarschijnlijk heeft dit geen verreikende gevolgen. De grote fracties lijken er met de Europese verkiezingen van volgend jaar juni in het vooruitzicht geen behoefte aan te hebben stampij te maken en iemand te slachtofferen. Bij dit laatste valt allereerst te denken aan commissaris Solbes (Economische en Monetaire Zaken), onder wiens hoede Eurostat opereert.
Afgevaardigde Van Dam (ChristenUnie-SGP), als lid van de budgetcontrolecommissie van het Parlement nauw betrokken bij dit dossier, vindt deze terughoudendheid „een ontgoocheling. Prodi vertelt alleen maar hoe fantastisch het in de toekomst zal worden. Maar waar de politieke verantwoordelijkheid ligt ten aanzien van de gebeurtenissen bij Eurostat, die stap slaat hij over. Hij volhardt in de redenering: Wij wisten van niets en dus mag je het ons niet aanrekenen. Het zou in de Nederlandse verhoudingen volstrekt ondenkbaar zijn dat Solbes niet vertrekt.”
In januari velt het EP waarschijnlijk een definitief oordeel over deze zaak.