Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De conclusies zijn vrijdag gepresenteerd op de nationale coming-out dag.

De onderzoekers laten in het midden of de negatieve ervaringen van de biseksuelen kloppen en waarom ze dan meer problemen hebben. Afkeer van biseksualiteit is waarschijnlijk niet de reden, want „vooroordelen over biseksuele personen worden niet breed gedragen in Nederland”. Misschien worden biseksuelen juist negatief bejegend door collega’s omdat ze ontevredener op het werk zijn.

Ook homoseksuele werknemers hebben last van pesten, maar even vaak als hetero’s.

Vier op de tien homo’s, lesbiennes en biseksuelen geven aan dat geen enkele collega iets weet over hun geaardheid. Maar dat betekent niet per se dat ze het gevoel hebben dat ze niet open kunnen zijn, benadrukt het SCP. Meestal zwijgen ze erover omdat ze het niet relevant vinden. „Slechts een enkeling” zwijgt uit angst voor negatieve reacties.

Volgens minister Jet Bussemaker (Onderwijs) is homoseksualiteit goed geaccepteerd in Nederland „mits men in een duidelijk hokje past; homo of hetero. Biseksuelen en transgenders botsen meer dan anderen met deze grenzen.” Aan hun positie wil Bussemaker dan ook aandacht besteden. „Emancipatie is nooit af en moet je blijven onderhouden.”

Homobelangenorganisatie COC wil dat bedrijven meer doen voor homo- en biseksuele werknemers. Zo zouden er meer vertrouwenspersonen moeten komen waar mensen naartoe kunnen als ze het gevoel hebben dat ze gediscrimineerd worden. Wanneer er inderdaad sprake is van discriminatie moeten de bedrijven optreden. „Vaak bestaat bij werknemers het beeld dat alleen discriminatie wegens huidskleur, geslacht of godsdienst verboden is”, aldus het COC.