Commentaar: Kerk moet zich distantiëren van misstanden bij sekten
In het rapport ”Het warme bad en de koude douche” dat vandaag verschijnt, wordt geconstateerd dat er onder sekteleden veel psychisch leed wordt geleden. In de helft van het aantal misstanden gaat het om sektes die gerekend worden tot de christelijke richting. Dat is een schandvlek op de christenheid.
In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie hebben wetenschappers onderzoek gedaan naar misstanden onder nieuwe religieuze bewegingen in Nederland. Daarbij gingen zij ook na in hoeverre hulpverleners oog hebben voor de problemen waarmee sekteleden soms kampen. Beide uitkomsten geven veel stof tot nadenken én tot zorg.
De misstanden zijn ernstig. Ze variëren van geestelijke knevelarij, fraude en –het vaakst– tot seksueel misbruik. Er zijn zelfs sektes waar misbruik eerder regel dan uitzondering is. Tegelijk blijkt het voor de hulpverlening vaak moeilijk om op te treden, omdat de slachtoffers nauwelijks bereid zijn aan te kloppen bij hulpverlening of justitie.
Het blijft een intrigerende vraag hoe mensen zover kunnen komen zich bij een sekte aan te sluiten, zeker als daarvan al bekend is dat er het een en ander niet pluis is. De grote aantrekkingskracht van sektes is vaak dat er vriendelijkheid en geborgenheid worden geboden. Daarbij komt dat veel sektes worden geleid door charismatische figuren die mensen bij kennismaking het gevoel geven er helemaal voor hen te willen zijn. Die warmte en aandacht missen aspirant-sekteleden vaak bij andere gemeenten of kerken. Dat op zichzelf is een ernstig signaal.
De grote tegenvaller is dat mensen, zodra ze in het web van een sekte gesponnen zijn, vervolgens slachtoffer worden van intimidatie, psychologische dwang en misbruik. Het blijkt voor spijtoptanten vaak uiterst moeilijk om de sekte te verlaten, mede omdat ze in veel gevallen ook financieel afhankelijk zijn geworden van de sekteleider. Bovendien weerhoudt schaamte hen nogal eens ervan hulp in te roepen.
Het is een schandvlek voor het christendom dat uit het rapport blijkt dat het in de helft van gevallen gaat om sektes met een christelijke signatuur. Daar waar sprake is van seksueel misbruik, strijdt dat fundamenteel met hetgeen de Bijbel leert. Daarin wordt juist ook geestelijke voorgangers voorgehouden een kuis leven te leiden. De boodschap van de Bijbel is er niet een van dwang of psychologische druk, maar van bevrijding en verlossing.
Evenmin spreekt de Bijbel over de noodzaak om een leider te volgen, maar om in Jezus Christus te geloven. Zodra een voorganger zich gaat gedragen als een autoriteit die in alles gevolgd dient te worden, moeten alle seinen op rood springen. Kerkelijke ambtsdragers zijn weliswaar bekleed met gezag, maar de Bijbel wijst erop dat ze niet zijn aangesteld om te heersen. Ze moeten dienen. Dat moet hun grondhouding bepalen.
Kerken doen er goed aan niet alleen krachtig te protesteren tegen misstanden bij sekten, maar ze dienen ook in eigen huis direct en krachtig op te treden tegen alles wat ook maar enigszins zweemt naar psychologische druk van voorgangers, die daarmee grenzen overschrijden.