D66: herinvoeren burgerinfiltrant riskant
DEN HAAG (ANP). Het plan van minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) om weer burgerinfiltranten in te zetten bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit is „verbazingwekkend en buitengewoon risicovol”. D66-Kamerlid Magda Berndsen heeft dat donderdag gezegd.
Het inzetten van criminele burgerinfiltranten is verboden sinds de IRT-affaire begin jaren 90. Bij die affaire, die leidde tot een parlementaire enquête en het aftreden van twee ministers, voerden infiltranten drugs in, onder ogen van de politie. Opstelten wil de methode weer toepassen omdat hij denkt dat zware georganiseerde criminaliteit alleen op deze manier is aan te pakken.
Maar Berndsen betwijfelt sterk of er waterdichte waarborgen zijn om een herhaling van gebeurtenissen als de IRT-affaire te voorkomen. Ze wil dat er een hoorzitting komt met de belangrijkste hoofdrolspelers uit deze affaire, zoals ex-minister Ed van Thijn.
GroenLinks en de SP zijn ook faliekant tegen de criminele burgerinfiltrant wegens de gevaren ervan voor de rechtstaat. Het CDA vindt het risicovol, maar wil er wel ‘constructief’ over nadenken. VVD is voor en de PvdA wijst erop dat de ‘legitimiteit van de rechtstaat in het geding is’ als de grote vissen van de criminaliteit niet kunnen worden gevangen.
De PVV vindt het ‘kiezen tussen twee kwaden’’ en wil alleen inzet van een criminele burgerinfiltrant als het niet anders kan. Daarbij mag die als beloning niet meer dan 50 procent strafkorting krijgen, vindt de PVV.
Opstelten zei donderdagmiddag dat sommige criminele groepen zo goed zijn afgeschermd, dat je er geen bewijs tegen kunt vergaren zonder medewerking van mensen van daarbinnen. Het zou maar om een beperkt aantal zaken gaan, maar wel zaken met een grote impact.
De bewindsman zei dat hij bij zijn voornemen bepaald niet over één nacht ijs is gegaan en erover heeft gesproken met zo’n beetje iedereen die er over dit onderwerp toe doet.