Synode GG: Aandacht voor opvoedingsvragen ouders
De kerk moet meer dan ooit oog hebben voor de positie van de ouders. „Als kerk moeten we ook weer de moed hebben om uit te spreken wat de Bijbel van opvoeders vraagt. De nood van opvoeders is de nood van de tijd. Veel ouders zijn tweeverdieners, waardoor het bijbels functioneren van het gezinsleven wordt bedreigd.”
Dat zei ds. D. de Wit (Barneveld-Centrum) woensdag tijdens de synode 2013 van de Gereformeerde Gemeenten (GG). De synode boog zich woensdag in Utrecht over het rapport van het deputaatschap Kerk, Gezin, Jeugd en Onderwijs.
Op voorstel van enkele afgevaardigden om in de prediking aandacht te hebben voor opvoedingsverlegenheid van ouders, zei ds. G. J. van Aalst (Klaaswaal) dat de inhoud van de prediking niet moet worden bepaald door de behoefte van opvoeders.
Ds. W. Visscher (Amersfoort) onderstreepte dat veel ouders met vragen worstelen: „Als ouders worstelen we allemaal met dezelfde problemen. Kinderen van twaalf jaar lijken allemaal een eigen smartphone te hebben. Die kinderen staan dus de hele dag in contact met de hele wereld. Als ouders moeten we weer durven zeggen: Gij kinderen, weest uw ouders gehoorzaam.”
Ouderling J. Mauritz (Woerden) en ds. G. Heijkamp (Enkhuizen) wezen op het belang van het binnen de eigen gemeente ruimte geven aan ontmoetingsmomenten tussen ouders. „Het helpt al als je samen over dezelfde zorgen kunt spreken, binnen de kaders van Gods Woord.”
Synodepreses ds. J. J. van Eckeveld (Zeist) merkte op dat er soms weinig verschil lijkt te zijn tussen wereldse ouders en reformatorische ouders. „Er is veel opvoedingsverlegenheid, maar er is ook opvoedingsslapheid.”
Ds. A. Schreuder wees op de aanvallen van de satan. „Onze gezinnen zijn de laatste bolwerken waarop de duivel zijn pijlen richt. In de prediking moet aandacht zijn voor de zorgen in de gezinnen, niet omdat de jongeren of hun ouders daarom vragen, maar omdat het om onze gezinnen gaat. Een ding blijft ons over: „Alzo zegt de Heere”.”