Academie kweekvijver van jong talent
Jong talent moet de beste kansen krijgen om zich te ontplooien. Daarom investeert directeur Erika Waardenburg wekelijks veel uren in de leerlingen van ‘haar’ Academie Muzikaal Talent.
Waardenburg besprak de gevolgen van de bezuinigingen in het muziekonderwijs aan jongeren ruim tien jaar geleden aan de keukentafel met haar man, Raoul Chênevert. „Van een gedegen opleiding was geen sprake meer, terwijl de leeftijd tussen de 12 en de 18 van groot belang is om een goed musicus te worden”, zegt de harpiste, die zelf lesgeeft aan de conservatoria in Amsterdam en Utrecht. „Jongeren zijn in die periode ontvankelijk voor informatie, leren snel en goed en ontwikkelen zich enorm.”
Haar echtgenoot vroeg Waardenburg waarom ze niet voor zichzelf begon en stelde voor een businessplan te schrijven. Na een oriëntatiefase was tien jaar geleden de Academie Muzikaal Talent (AMT) een feit. Het lustrum wordt gevierd met een reeks concerten, die de leerlingen zelf organiseren.
Op de AMT is plaats voor „zeer getalenteerde jongeren” tot 19 jaar. Ze krijgen les op hun instrument, leren optreden voor publiek en samenspelen met andere leerlingen. Op het programma staan ook lessen muziekgeschiedenis en theorie, koorzang, masterclasses en excursies. De docenten zijn aan een conservatorium verbonden. De AMT heeft geen eigen gebouw. Alle lessen, behalve het hoofdvak, worden op zaterdag op het Utrechts Conservatorium gegeven.
Wat is een „zeer getalenteerde jongere”?
„Iemand voor wie het muziek maken net zo belangrijk is als eten en drinken. Wanneer hij auditie komt doen, tellen zijn plezier in het muziek maken en de muzikaliteit. Vindt een jongere het fijn om op het podium te zitten en met het publiek te communiceren? Het podium moet zijn tweede thuis zijn.”
Is een conservatoriumstudie het einddoel van de academie?
„Ja. Als tijdens de opleiding blijkt dat dit niet haalbaar is, gaan we met een leerling en zijn ouders om de tafel zitten. Stoppen we ermee, of geven we iemand nog een kans? Ten minste 80 procent van onze leerlingen pakt een conservatoriumstudie op.”
Welke tijdsinvestering vraagt de studie?
„Als het goed is, houdt een leerling zich dagelijks zo’n drie uur met muziek bezig. Door te studeren, muziek te luisteren of erover te lezen.”
Per semester staat veertien uur koorzang op het programma. Waarom is zo’n belangrijke plek voor zingen ingeruimd?
„Zingen is ademen én de basis van goed musiceren. Iemand die goed zingt, kan fraaie muzikale zinnen maken. Vaak laat ik mijn leerlingen eerst een passage zingen en daarna spelen.”
Ensemblespel wint het qua lesuren zelfs van het individuele vakonderwijs…
„Kinderen zijn meestal individualisten. Ze moeten naar elkaar leren luisteren. Daarbij steken ze veel op van andere instrumentalisten. Als een violist een organist uitlegt waarom hij in een passage voor een opstreek kiest, zal de laatste in het begin niet weten wat hij hoort. Maar als hij het verschil tussen een op- en een afstreek ziet en hoort, zal hij zelf anders gaan spelen. Veel organisten zijn ritmisch niet zo sterk. Wanneer ze samenspelen, wordt dit gecorrigeerd. Een pianist die een zanger begeleidt, krijgt opeens met teksten te maken. Als een solist een woord meer nadruk wil geven, zal hij de pianist moeten volgen.”
Welke meerwaarde biedt de academie ten opzichte van een jongtalentklas van een conservatorium?
„Verschillende jongtalentklassen zijn verdwenen. Op nog bestaande klassen is sterk bezuinigd, waardoor leerlingen veel minder uren les krijgen dan vroeger. De AMT biedt een beschermde omgeving en persoonlijke begeleiding. Ik spreek leerlingen, ouders en docenten zeer regelmatig en bezoek zo veel mogelijk concerten die leerlingen geven. Het halfjaarlijkse tentamen is een ijkpunt voor de motivatie en het spelniveau.”
Is de academie bewust kleinschalig?
„Ja, op dit moment hebben we twintig leerlingen. Vijfentwintig is de bovengrens. Daardoor kunnen we de jongeren voldoende persoonlijke aandacht geven. In de sportwereld is coaching vanzelfsprekend, maar in de muziekwereld wordt de waarde ervan onvoldoende erkend. Het is belangrijk dat leerlingen zich veilig voelen, want er wordt veel van hen gevraagd.”
Is de academie geworden wat u had gehoopt?
„Meer dan dat. Zij heeft inmiddels een vaste plek in de Nederlandse muziekwereld. En wat mij steeds weer ontroert, is hoe gepassioneerd onze leerlingen voor de muziek gaan.”
Meer informaite: www.academiemuzikaaltalent.nl
Alleen schoolwerk is saai
Diederick Clements (16) uit Woudenberg speelt orgel vanaf zijn achtste en klavecimbel vanaf zijn veertiende. Sinds 2009 is hij leerling van de Academie Muzikaal Talent (AMT). Reitze Smits is zijn orgel- en klavecimbeldocent. Hij kreeg dit jaar de aanmoedigingsprijs van het Govert van Wijn Concours in Maassluis. Diederick begeleidt af en toe een dienst in de gereformeerde gemeente van Zeist en is organist van het schoolkoor van het Van Lodenstein College in Amersfoort.
Waarom is het orgel jouw instrument?
„Mijn oudere broers speelden orgel. Ik vond dat geweldig en wilde dit zelf ook leren. Een orgel is in feite een orkest, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een viool, waarmee je één toon speelt. Eerst vond ik vooral de melodieën van muziekstukken leuk, inmiddels let ik veel meer op details en op de opbouw van een werk.”
Hoeveel studeer je per dag?
„Ongeveer anderhalf uur. Meestal ’s morgens vanaf zes uur.”
Valt het schoolwerk goed te combineren met de muziekstudie?
„Meestal wel. Muziek biedt een meerwaarde, alleen schoolwerk zou ik saai vinden. Pas heb ik een AMT-concert georganiseerd in De Vanenburg in Putten. Omdat dit veel tijd kostte, moest ik huiswerk inhalen.”
Wat vind je van de AMT?
„Het is superleuk, want ik leer veel dingen, zoals zingen en met instrumentalisten samenspelen.”
Welk vak vind je na orgelles het leukst op de AMT?
„Theorie. Bij dit vak leer je hoe een stuk in elkaar zit. Dankzij die analyse lukt het om muzikale lijnen beter te spelen.”
Ga je vaker met concoursen meedoen?
„Ja, want daardoor werk je naar een hoogtepunt toe en leer je met spanning omgaan.”
Ben je van plan naar het conservatorium te gaan?
„Dat wil ik proberen, maar ik weet nog niet of ik van muziek mijn beroep ga maken. Misschien doe ik er een studie naast. Dan blijft orgel spelen mijn leukste hobby.”
Graag een viool onder de kin
Pieternel Tils (14) uit IJsselstein speelt viool vanaf haar vijfde. Sinds 2011 is ze leerling van de Academie Muzikaal Talent (AMT). Liesbeth Ackermans is haar viooldocent. Pieternel speelt op een viool uit 1994 van bouwer Matthieu Besseling, die ter beschikking is gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds. Ze won diverse prijzen. Onder andere met het Gióvani Kwartet Zeist, waarvan ze deel uitmaakt.
Waarom koos je voor de viool?
„Ik ging met mijn ouders naar een open dag van de muziekschool en was weg van de viool. Maar ik dacht dat het mij nooit zou lukken om er mooi op te spelen. Mijn ouders vonden dat ik het moest proberen.”
Hoeveel studeer je per dag?
„Gemiddeld drie uur. Ik vind het superleuk om te doen. Ik kan mijn gevoel in het vioolspelen kwijt.”
Een dag geen viool gespeeld is een dag niet geleefd?
„Precies. Als ik uit school kom, zet ik graag mijn viool onder de kin.”
Heb je je viool zelf uitgezocht?
„Ik heb met mijn ogen dicht de violen bij het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds uitgeprobeerd en deze viool gekozen. De klank is open en heeft veel volume. Ik kan er bijna alle muziekstijlen op spelen.”
Welk vak vind je na vioolles het leukst op de AMT?
„Theorie, want ik ontdek elke keer nieuwe dingen door dit vak.”
Heb je nog tijd voor andere dingen naast het vioolspelen en je huiswerk?
„Af en toe zijn de muziekstudie en school lastig te combineren. Als ik moet studeren voor een concert, leer ik een toets soms wat minder. Doordeweeks heb ik geen tijd voor andere dingen, maar in het weekend spreek ik wel met vrienden af.”
Ben je van plan naar het conservatorium te gaan?
„Zeker. Na het conservatorium wil ik iets met vioolspelen gaan doen.”