Rwanda heeft Nederland om de uitlevering van de man gevraagd, omdat hij betrokken zou zijn geweest bij de volkerenmoord in het Afrikaanse land in 1994. I. werd in juli al gearresteerd en zat sindsdien vast. Aanvankelijk wilde het Openbaar Ministerie (OM) hem in Nederland vervolgen.

De uitleveringszaak gaat in december verder. Voor die tijd moet het OM een aantal vragen stellen over de uitlevering aan de Rwandese autoriteiten, bepaalde de rechtbank.

Vorige week werd I. formeel aangehouden in zijn cel, in verband met de uitlevering. Pestman zegt dat I. zich tegen die uitlevering verzet en bovendien alle beschuldigingen weerspreekt.

Volgens Rwanda heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan genocide, oorlogsmisdaden, misdrijven tegen de menselijkheid en foltering. I. zou als gewapende leider van Hutu milities (Interahamwe) hebben meegedaan aan aanvallen op Tutsi’s. In de Rwandese genocide in 1994 zijn naar schatting 800.000 Tutsí’s en gematigde Hutu’s gedood.

Justitie heeft in Nederland wel eerder enkele mensen vervolgd voor misdaden die zijn begaan in Rwanda. De uitlevering van een verdachte aan dat land zou echter uniek zijn. Nederland deed dat nog niet eerder. De landen hebben ook geen uitleveringsverdrag. Toch denkt justitie I. te kunnen uitleveren. Zweden en Noorwegen gingen Nederland daar eerder al in voor.

De eventuele daadwerkelijke uitlevering kan overigens nog lang op zich laten wachten. Na een proces bij de rechtbank, kan nog een stap naar de Hoge Raad volgen. Ook de minister van Veiligheid en Justitie moet nog groen licht geven en tegen dat besluit kan een verdachte een kort geding aanspannen dat opnieuw tot aan de Hoge Raad kan worden uitgevochten.