Binnenland

Rotterdam dankt omvang aan annexatie dorpen

Rotterdam, de tweede grootste stad van Nederland, dankt zijn omvang aan het opslokken van omliggende dorpen. Van zichzelf is de Maasstad maar een klein stadje, zo blijkt uit oude kaarten.

8 October 2013 11:26Gewijzigd op 15 November 2020 06:16
De skyline van Rotterdam, bezien vanuit de Waalhaven. Voor de aanleg van deze haven werden de plantenrijke polders Robbenoord en Plompert vergraven. Ook sommige voormalige dorpen moesten na annexatie door de Maasstad wijken voor havens en industrie beeld
De skyline van Rotterdam, bezien vanuit de Waalhaven. Voor de aanleg van deze haven werden de plantenrijke polders Robbenoord en Plompert vergraven. Ook sommige voormalige dorpen moesten na annexatie door de Maasstad wijken voor havens en industrie beeld

Murw geslagen, dat waren de inwoners van Moerdijk enkele weken geleden. Het advies van de commissie-Nijpels om het dorp op te heffen ten gunste van een haven en een industrieterrein, sloeg in als een bom. Oude tijden lijken te herleven, zo blijkt uit het vorige week verschenen boek ”De dorpen van Rotterdam”. De Maasstad blijkt groot te zijn geworden door in de periode 1811-2010 omliggende dorpen te annexeren. Ook toen protesteerden bewoners van de dorpen, maar de plannen gingen niettemin door. Pleister op de wonde was ongetwijfeld dat verstedelijking en havenuitbreiding ook banen opleverden.

„Van sommige Rotterdamse dorpen is niets meer terug te vinden”, zegt auteur dr. Arie van der Schoor (1957), als historicus verbonden aan het Stadsarchief Rotterdam. „Neem het oude Katendrecht. Dat dorp moest rond 1900 wijken voor havenaanleg. Hetzelfde lot onderging de buurtschap Blankenburg. Toen het havengebied in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werd uitgebreid, werd het hele dorp ontmanteld. De bewoners moesten op zoek naar een ander onderkomen, hun huizen werden gesloopt. Vervolgens gingen er meters zand overheen.”

Behalve Katendrecht en Blankenburg vielen ook andere dorpen ten prooi aan de annexatiedrift van Rotterdam. In een tijdsbestek van twee eeuwen werden veertien dorpen ingelijfd. Het eerste ‘slachtoffer’ was Cool. Dit oude, in het westen aan de stad grenzende ambacht, werd in 1811 door Rotterdam geannexeerd. Nog maar kortgeleden werd het laatste dorp aan Rotterdam toegevoegd: Rozenburg werd in 2010 de jongste deelgemeente van de Maasstad. Het aantal van veertien dorpen is volgens Van der Schoor wel arbitrair. „Cool werd al heel vroeg geannexeerd, Hoek van Holland is nooit een zelfstandig dorp geweest en Delfshaven was eigenlijk een stad. Zelf spreek ik liever van twaalf dorpen, maar het ligt eraan welke telling er wordt gehanteerd”, aldus de historicus.

In het eerste hoofdstuk geeft Van der Schoor een impressie van de dorpen omstreeks 1850. „Om de lezer wegwijs te maken, beschrijf ik eerst de laatste fase van de zelfstandigheid van de dorpen. Vanaf hoofdstuk 2 volg ik chronologisch de geschiedenis, met als startpunt het jaar 1000. Dat wil overigens niet zeggen dat sommige dorpen daarvoor nog niet bestonden, maar de bronnen gaan niet verder terug.”

De historicus vermoedt dat Overschie het oudst is. De buurtschap Hoek van Holland is het laatst ontstaan. „In de tweede helft van de negentiende eeuw werd de Nieuwe Waterweg aangelegd. De arbeiders werden ondergebracht in noodwoningen. Deze nederzetting op de oostelijke oever van de Nieuwe Waterweg kreeg de naam Hoek van Holland”, aldus Van der Schoor.

Er zijn in de gewezen dorpen nauwelijks meer restanten van een dorpscultuur. Volgens Van der Schoor zijn er in naam verschillen tussen het noorden en het zuiden van Rotterdam. „Het dialect zou anders zijn. En de bewoners van Rotterdam-Zuid werden van oudsher boeren genoemd. Vroeger was ook de klederdracht afwijkend. De massale instroom van mensen met andere culturen heeft de verschillen behoorlijk verwaterd. Er zullen nog wel verschillen zijn tussen de vroegere dorpen, maar die zijn met het historisch ongeoefende oog niet meer waarneembaar.”

”De dorpen van Rotterdam. Van ontstaan tot annexatie”, Arie van der Schoor; uitg. Ad. Donker, Rotterdam, 2013; 978 90 6100 681 7; 324 blz.; € 29,50.


„Charlois is zorgenkind van de gemeente”

De annexatie door Rotterdam bracht Charlois welvaart, maar vergeleken met eeuwen geleden is het voormalige dorp er nauwelijks op vooruitgegaan.

Dat zegt drs. R. Toes, rector van de Guido de Brès in Rotterdam. Tot zijn trouwdag in 1983 woonde Toes in Charlois. De scriptie waarmee hij in 1988 zijn studie geschiedenis afsloot, ging over het stadsdeel waar hij zijn jeugd doorbracht. „Ik heb de jaren 1873-1895 bestudeerd”, zegt Toes. „In 1873 annexeerde Charlois Katendrecht, in 1895 werd de gemeente opgeslokt door Rotterdam.”

Toes stond vooral stil bij de effecten van natuurlijke aanwas en migratie op de dorpen. „De gevolgen waren enorm. De bevolking verdubbelde in twintig jaar tijd van 6000 naar 12.000, aangewakkerd door een agrarische recessie. Door misoogsten namen veel inwoners van de Hoeksche Waard en Flakkee de wijk naar Charlois, aangetrokken door de werkgelegenheid in de haven.”

Het bescheiden Charlois verandert langzaam maar zeker van aanzien. De druk vanuit Rotterdam neemt toe. De stad barst uit zijn voegen en heeft haventerreinen nodig. Dat het dorp in 1895 wordt geannexeerd, noemt Toes een logische ontwikkeling.

Van het authentiek christelijke karakter van Charlois is volgens Toes nauwelijks meer iets terug te vinden. „Moskeeën zijn in de plaats van lege kerken gekomen. Ook van de economische bedrijvigheid is weinig meer over. Charlois is de meest achtergebleven wijk van Nederland. Een zorgenkind.”


Lees ook in Digibron:

Drie slaapkamers voor een gezin van twaalf

Dorp onder zware industrie

„Ik ga niet ontkennen dat het dorp in de verdrukking zit”

Moerdijk is murw geslagen

Moerdijk moet weg voor haven

Delfshaven viert 125 jaar annexatie

De metropool die vergat dat ze zelf ooit een dorp was

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer