Premier Mark Rutte, ministers Jeroen Dijsselbloem (Financiën) en Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) en de fractievoorzitters van de zes partijen (PvdA, VVD, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP) zijn maandagavond samengekomen op het ministerie van Financiën.

Volgens Pechtold gaat het om een „cruciaal overleg”. Hij wil duidelijkheid over de bezuinigingen, werkgelegenheidsplannen en investeringen in onderwijs. Als het kabinet met een pakket komt dat onvoldoende is „doet D66 niet meer mee”, liet hij vooraf aan het overleg weten. „Ik heb vorige week niet voor niks drie uur in het torentje gezeten om de randvoorwaarden van D66 te geven.”

Maar ook Bram van Ojik van GroenLinks stelde een eis. Hij wil niet meer praten als het bezuinigingspakket ter waarde van 6 miljard euro op de agenda wordt gezet. Als dat toch gebeurt, „dan ben ik weg”. Volgens hem kan zijn houding „geen verrassing” zijn. D66 wil de bezuinigingen juist doorzetten.

Ook andere oppositieleiders willen weten waar ze aan toe zijn. Fractievoorzitter Arie Slob (ChristenUnie) wil dat de bijeenkomst zorgt voor „een stukje duidelijkheid over de kaders” en dan gaat het hem om het sociaal akkoord en aanvullende bezuinigingen. Ook Kees van der Staaij (SGP) verklaarde dat het nog onduidelijk is welke ruimte er zit in de discussie over het sociaal akkoord.

Volgens PvdA-leider Diederik Samsom moet er voortgang worden gemaakt. „Nederland heeft een akkoord nodig”, zei hij bij aankomst op het ministerie. Er is volgens hem vooruitgang, maar hij denkt dat de partijen nog wel even tijd nodig hebben. Over de sfeer van het overleg krijgt hij naar eigen zeggen alleen maar „positieve signalen”.

Het kabinet onderhandelt sinds maandag alleen nog met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie, GroenLinks, SGP en de regeringspartijen VVD en PvdA. CDA, 50PLUS en de Partij voor de Dieren haakten eerder af. PVV en SP deden bij voorbaat al niet mee.

Het kabinet heeft steun van oppositiepartijen nodig omdat het geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer.