„Het belang van het kind staat centraal op sbo-scholen”
De Rehobothschool en de Ds. D. A. Detmarschool in Ede gaan verhuizen naar Barneveld en Ochten. Een besluit met grote gevolgen voor de scholen en hun achterban, maar ook voor de betrokken gemeenten. Wethouder A. de Kruijf van gemeente Barneveld: „Het belang van het kind staat centraal.”
Het is even zoeken naar een ruimte waarin een interview over de voorgenomen verplaatsing kan plaatsvinden. Behalve de onderwijswethouder schuiven algemeen directeur P. J. Westerlaken en bestuursvoorzitter F. Mulder van de twee Edese scholen voor speciaal onderwijs aan.
Het is ook geen klein besluit om twee complete scholen te verhuizen. Het grootste gedeelte van de leerlingen uit Ede zal over enkele jaren in Barneveld naar school gaan. Een kleiner gedeelte gaat naar een reeds bestaande vestiging in Ochten. „Het was ook geen makkelijk besluit”, vertelt Westerlaken. „Er is een jarenlang traject van onderzoeken aan voorafgegaan. Maar nu de kogel eindelijk door de kerk is, geeft dat wel een gevoel van opluchting.”
Dat het bestuur een besluit genomen heeft, wil nog niet zeggen dat de verplaatsing meteen een feit is, haast wethouder De Kruijf zich te zeggen. „Er moet nog heel wat water door de Rijn stromen voordat het echt zover is. Het ministerie van Onderwijs moet de verplaatsing nog goedkeuren, de gemeenteraad moet er een besluit over nemen en de procedures voor ruimtelijke ordening moeten worden doorlopen; er moet immers een heel nieuw schoolgebouw worden gerealiseerd.”
Verrijking
Barneveld begrijpt het besluit van het schoolbestuur en de gemeente zal alle medewerking verlenen om de twee nieuwe scholen te realiseren. „Het is een verrijking van ons onderwijsaanbod”, vindt De Kruijf. „De gemeente telt op dit moment dertig basisscholen, twee scholen voor speciaal onderwijs en drie scholen voor voortgezet onderwijs. Reformatorische scholen voor speciaal onderwijs zijn er nog niet in Barneveld.”
De Gelderse gemeente kan gerust kinderrijk worden genoemd. De Kruijf: „We hebben een zeer grote populatie onder de 20 jaar. Er is een geboorteoverschot van 400 kinderen per jaar. Er komen dus 400 jonge Barneveldertjes per jaar bij. Bijna alle scholen groeien.” In totaal gaan er in de gemeente 7600 leerlingen naar de basisscholen en 5100 scholieren naar de drie scholen voor voortgezet onderwijs.
Ook het aantal reformatorische kinderen dat dagelijks naar Ede reist voor speciaal onderwijs, groeit. Nu al zijn dat er in de gemeente Barneveld 67 en de prognoses wijzen op een gestage toename. De Ds. D. A. Detmarschool voor speciaal basisonderwijs telt 159 leerlingen en de Rehobothschool voor zeer moeilijk lerenden, meervoudig gehandicapten en zeer moeilijk opvoedbare kinderen heeft er 140. In totaal zijn dat er 299, van wie de 67 Barneveldse leerlingen nu dus ruim een kwart vormen.
De kosten die het vervoer van die groep kinderen met zich meebrengt, was een van de aanleidingen voor de gemeente Barneveld om in gesprek te gaan met de beide Edese scholen. „Het leerlingenvervoer staat financieel onder druk. De vervoerskosten vormen een stevige kostenpost van enkele tonnen euro’s per jaar. We hebben het gesprek over een eventuele nevenvestiging als het ware een duwtje gegeven en de scholen in Ede hebben dit verder zelf opgepikt”, aldus De Kruijf. Uit onderzoek is gebleken dat een tweede nevenvestiging in Barneveld financieel geen haalbare zaak zou worden; daarom is nu besloten om de beide scholen van Ede naar Barneveld en Ochten te verplaatsen.
Geen besparing
De onderwijswethouder verwacht niet dat de verhuizing een enorme besparing voor zijn gemeente zal opleveren. „Je moet niet vergeten dat we twee compleet nieuwe gebouwen moeten neerzetten. Het terrein eromheen moet opnieuw worden ingericht. Bovendien zullen er nog steeds leerlingen vervoerd moeten worden, omdat de gemeente uitgestrekt is en de school een streekfunctie blijft behouden. Ik verwacht eerder dat we budgetneutraal zullen eindigen.”
Veel belangrijker dan het financiële plaatje vindt De Kruijf de verkorting van de reistijd van de leerlingen. „Die zitten per dag veel te lang in de bus”, zegt De Kruijf. „Een verhuizing naar Barneveld betekent dat kinderen van de Detmarschool en de Rehobothschool in totaal 30 procent minder kilometers per dag hoeven af te leggen. Daardoor zijn ze langer thuis en kunnen ze dus bij wijze van spreken langer buiten spelen.”
Barneveld ligt inderdaad centraler voor de grootste groep leerlingen, beaamt Westerlaken. Hij verwacht dan ook dat veel ouders blij zullen zijn met de verhuizing. „Er komen kinderen uit onder andere Ermelo, Uddel en Nijkerk. Zij hoeven beduidend minder lang in de bus te zitten.”
Naast Eben-Haëzerschool
Het scheelt ook dat de beoogde locatie voor de beide nieuwe scholen aan de rand van Barneveld, dicht bij de snelweg A30, ligt. Barneveld heeft een plek aan de Schoutenstraat op het oog, de locatie waar voorheen onder andere het Groen van Prinsterercollege was gevestigd. Op dat terrein bouwt de reformatorische Eben-Haëzerschool al een nieuw gebouw met 31 leslokalen, 2 speellokalen en 2 gymzalen.
Met een vestiging naast een gewone reformatorische basisschool heeft Westerlaken ervaring. „In Ochten zitten de Detmarschool en de Rehobothschool op hetzelfde terrein als de reformatorische Sebaschool. Het is prachtig om te zien dat de kinderen van de basisschool en het speciaal (basis)onderwijs op een leuke manier samen spelen. Dit is een verrijking voor beide scholen.”
De vestigingen in Ochten zullen door de verplaatsing gaan groeien. „De precieze aantallen hebben we nog niet, maar leerlingen ten zuiden van de A12 zullen in de toekomst waarschijnlijk richting Ochten gaan.” In Ede blijft alleen nog het Johannes de Swaef praktijkonderwijs achter. Sinds dit cursusjaar functioneert de school onder de vlag van het Van Lodenstein College.
Afgeschreven
De Detmarschool en de Rehobothschool zijn sinds 1984 aan de Verlengde Parkweg in Ede gevestigd. De gebouwen dateren uit 1967 en 1968. „In principe zijn ze afgeschreven”, zegt Westerlaken. „Soms is het wel een beetje behelpen. Bijvoorbeeld als het om het onderwijsaanbod voor de leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs gaat. Dan moet er in een woonsituatie geoefend worden. Maar met alleen een kast, een bed en een tafel in een lokaal is dat niet echt realistisch.” De directeur verwacht dat er in een nieuw gebouw ook meer aparte ruimten komen waar leerlingen extra hulp krijgen.
Wanneer de verhuizing plaats gaat vinden, is nog onduidelijk. „Het is allemaal nogal prematuur”, zegt voorzitter van het bestuur F. Mulder. „Maar als de procedures snel verlopen misschien bij de start van het schooljaar 2016/2017.”
Dat vindt De Kruijf van de gemeente Barneveld „wel heel optimistisch.” De wethouder: „We zitten natuurlijk niet stil en treffen de noodzakelijke voorbereidingen. Bij de planvorming van het gebied aan de Schoutenstraat houden we er rekening mee dat er eventueel twee scholen bij komen. Ook hiervoor geldt: regeren is vooruitzien.”
„Begrijpelijk maar jammer”
Woordvoerder Wilma van Wensem van de gemeente Ede vindt het besluit van de twee scholen om te verhuizen „begrijpelijk maar jammer. Het gemeentelijk beleid is gericht op passend onderwijs voor elk kind. En dan liefst ook op passende afstand tussen huis en schoolgebouw. In die zin is het begrijpelijk dat de scholen naar Barneveld gaan, omdat daar veel leerlingen vandaan komen.
Voor Ede is het tegelijk jammer. De schoolgebouwen staan straks leeg en het kan een behoorlijke opgave zijn om er een zinvolle, passende bestemming voor te vinden. Deze gebouwen zijn eigendom van de gemeente en de lasten drukken zodoende op onze begroting, ook als ze leegstaan.
Daarnaast voorzien we enige stijging van de kosten van leerlingenvervoer, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Leerlingen die in Ede wonen en straks naar Barneveld gaan zullen namelijk vervoerd moeten worden. Ook al gebeurt dat nu ook vaak, omdat een aantal kinderen uit de omringende dorpen van Ede komt.”