Een dreigingsanalyse wordt gemaakt naar aanleiding van een concrete gebeurtenis, zoals de man die twee weken geleden bij premier Balkenende in de buurt werd aangehouden met een mes op zak. Op grond van een dergelijke concrete dreiging besluit de Nationaal Coördinator Bewaken en Beveiligen (NCBB) welke vorm van bewaking nodig is. Dat kan variëren van een extra politiesurveillance tot 24 uurs–bewaking door bodyguards.

Sinds de commissie–Van den Haak, die naar aanleiding van de moord op Pim Fortuyn het stelsel van bewaken en beveiligen onderzocht, bestaat er nu ook een zogeheten risicoanalyse. Dat is een continue analyse, die ook doorgaat als er geen concrete dreiging is. Met dit instrument kan de Nationaal Coördinator de beveiliging telkens bijstellen op basis van nieuwe, „relevante", informatie. De aanhouding van de man met het mes zou in theorie dus ook gevolgen kunnen hebben voor de risicoanalyse van andere bewindslieden, ook al zijn die niet persoonlijk bedreigd.

De Nationaal Coördinator Bewaken en Beveiligen, die werd aangesteld naar aanleiding van het rapport–Van den Haak, valt onder de minister van Binnenlandse Zaken.