Uit het onderzoek naar kind en internet blijkt dat kinderen behalve met ongewenste afbeeldingen ook te maken hebben met on line pesten, computerproblemen en ongevraagd contact met onbekenden. Bij de open vraag over negatieve ervaringen worden verder reclame en spam genoemd.

Verder blijkt dat 98,6 procent van de kinderen thuis een computer heeft. Ruim 30 procent heeft er een op de eigen kamer en 89,6 procent beschikt thuis over internet. Deze cijfers liggen hoger dan die uit eerdere onderzoeken. Zo wees onderzoek van Jantje Beton in 2000 uit dat 1 tot 4 procent van de kinderen een computer op de eigen kamer had. Niet meer dan 27 procent van de kinderen die aan dat onderzoek deelnam, gaf aan thuis van internet gebruik te maken.

Van de deelnemers aan het onderzoek van de Nationale Kinderkrant speelt ruim de helft het liefst spelletjes op internet. Wil een site hen aanspreken, dan moet deze in ieder geval spelletjes bevatten. Ook waardeert de jeugd veel plaatjes, kleuren en prijsvragen. Verder zijn chatten en e-mailen de populairste bezigheden op internet. Pakweg de helft van de deelnemende kinderen zegt wel eens te chatten.

De Nationale Kinderkrant, die via de groepen 5 tot en met 8 van het basisonderwijs wordt verspreid, riep in september via de krant en de website kinderen tussen acht en twaalf jaar op een enquête in te vullen over hun internetgebruik. Van de in totaal 1068 inzenders reageerden er 288 via de papieren krant en 780 via internet. Van degenen die via de site reageerden, gaf 51 procent aan meer dan vijf uur per week aan internet te besteden. Bij de krant was dit percentage 28,5.

Met het onderzoek wil de Nationale Kinderkrant „een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie rondom de risico’s van internet voor kinderen.” Meer kennis over het internetgebruik en gedrag van kinderen is volgens de krant noodzakelijk om een beeld te kunnen vormen van de mogelijke risico’s en gevaren.