Politieman: Heb ontmoeting met jongeren in vredestijd
UTRECHT. De politie kan jongeren niet negeren. Zij vormen de maatschappij. Dat zei Jolanda Boere, coördinator jeugd van de politie-eenheid Midden-Nederland, woensdag in Utrecht tijdens een debat over jeugd en politie.
Boere pleitte ervoor dat buurtbewoners een praatje aanknopen met jongeren die zich in de omgeving ophouden. „Buren vragen mij: Kun jij die paar jongens niet wegsturen? Maar waarom gaan die buren niet met een zak chips en cola naar die jongeren toe? Zoiets moet je niet doen als de zaak escaleert en de muziek keihard aanstaat.”
De Almeerse wijkagent Dion Ringeling pleitte voor „ontmoetingen in vredestijd” met jongeren. „Zorg voor verbinding met jongeren. Heb het over andere dingen dan overlast. Ga chillen met de jeugd. Als je een verbinding met jongeren hebt, kun je ook rekenen op begrip.”
Het komt voor dat omwonenden overlast van jongeren „opkloppen” om zo te proberen de jeugd uit de buurt te krijgen, signaleerde politieman Jurgen Bijsterbosch. „Dan komt er bijvoorbeeld een melding dat jongeren staan te blowen, dealen en te drinken. In negen van de tien gevallen valt het wel mee en zie je links en rechts een biertje.”
Kommer en kwel
In Europa zijn in diverse steden no-go-areas, zelfs in Kopenhagen, maar Nederland kent zulke gebieden niet, stelde Jan Willem van de Pol, van de Stichting Waardering Erkenning Politie. Maar is hij niet te optimistisch? Nederland kent toch ook wijken waar bijvoorbeeld allochtone jongeren voor veel overlast zorgen?
„Het klopt dat er spanningen zijn in wijken. Buurtbewoners hebben het daar soms niet makkelijk. Ze kunnen zich bedreigd voelen. Maar kijk naar de wijk Kanaleneiland in Utrecht. Daar was het een paar jaar geleden kommer en kwel. Nu gaat het daar veel beter. Er heerst positieve energie. Jongeren hebben belangstelling voor de politie. Een politieteamchef van Marokkaanse afkomst heeft de zaak uitstekend voor elkaar. Er is een goede interactie met de wijk.”
De politie voelt zich verheven boven de burger, was woensdag een van de stellingen. Studente en moeder Melissa Smit zei een negatieve ervaring te hebben met de politie. „Iemand zei op een betweterige manier tegen mij dat ik niet mocht fietsen in een bepaald gedeelte van de stad. Ik kreeg te horen dat een goede moeder zich aan de regels houdt.”
Robbert Coenmans, voorzitter van FNV Jong, zei zich voor te kunnen stellen dat de toon van een agent irritatie oproept. „Zo van: „Meneertje, waar zijn we mee bezig?” Terwijl je niets fout doet en misschien alleen met je fiets op een onhandige plek staat.”
Coenmans brak ook een lans voor de Nederlandse politie. „Je kunt, in vergelijking met een land als Amerika, goed met de politie praten. Het valt hier erg mee.”
Politieman Floris Spinder, voorzitter van Jong Blauw, betoogde dat de politie soms het heft in handen moet nemen. „Als ik midden op een kruispunt het verkeer sta te regelen, ben ik degene die bepaalt hoe we het gaan doen.”
Agenten die niet integer zijn, berokkenen de politie schade, stelde politieman Bijsterbosch. „Er zitten rotte appels bij de politie. Het is jammer dat sommigen niet voldoen aan de integriteitseisen.”
De politie krijgt een voldoende van jongeren, zo bleek uit woensdag gepresenteerd onderzoek onder 700 jongeren. Het onderzoek is een initiatief van de Stichting Waardering Erkenning Politie. De jongeren geven de politie gemiddeld een 6,7. Van de ondervraagde jongeren heeft 85 procent vertrouwen in de politie; 72 procent wil niet bij de politie werken, 15 procent wil dit wel en 13 procent weet het niet.
De 17-jarige vwo-scholiere Dominique geeft de politie een 8. „Ik heb een goede ervaring met de politie. Ik ben aangereden en liep daarbij een zware hersenschudding op. De politie was direct ter plaatse en heeft van alles geregeld.”
Twan op de Beek (17), eerstejaars op het Veiligheid en Defensie College van het ROC Midden Nederland, wil politieman worden. „Ik vind het aantrekkelijk om mensen te helpen en actief bezig te zijn.”