Opinie

Laat christelijke literatuur christelijk zijn

Een christelijk kinderboek mag best een duidelijke identiteit uitstralen, stelt ds. M. van Reenen.

2 October 2013 20:14Gewijzigd op 15 November 2020 06:10

In de actieboeken voor de Christelijke Kinderboekenmaand blijken geen religieuze elementen te zijn verwerkt. „Terecht”, zo schrijft de RD-recensent (RD 21-9), „gezien het karakter van het boek.” De tijd dat romans lezen per definitie verdacht vermaak was, is volgens haar voorbij. Ontspanning is een geaccepteerde functie van een boek geworden. En aangezien ander kindervertier (gezelschaps­spelletjes, knutselen, computergames) ook zelden een levensbeschouwelijke component in zich heeft, is het onredelijk om van kinderboeken te verwachten dat ze wel altijd dieper gaan. „Het moet zeker niet leiden tot gekunstelde en ongeloofwaardige passages. Dat zou zelfs jammer zijn, nu christelijk kinderboekenland steeds meer laat zien dat het kwalitatief iets in zijn mars heeft.”

Ik begin maar met deze uitvoerige aanhaling, omdat dit precies de zaken weergeeft waarover ik wil doorspreken. Ik meen dat er dringend meer bezinning nodig is op christelijke literatuur. Daartoe begin ik maar met de vergelijking die mevrouw Oussoren maakt met „ander kindervertier.”

Als bijvoorbeeld een legomodel ontwikkeld is door een christelijke designer, kun je dan spreken van christelijk speelgoed? Nee dus, dat is een absurditeit. Als een boek geschreven is door een christelijke schrijver, kun je vanwege dat enkele feit dan wel spreken van een christelijk kinderboek? Dat lijkt mij evenzeer een absurditeit. Toch is er bij boeken wel de mogelijkheid om te spreken van een christelijk boek.

Er is namelijk een belangrijk verschil tussen boeken (en ook films en computergames) en ander kindervertier (zoals lego, knutselen en dergelijke). Dat andere vertier krijgt een plaats in de wereld van het spelende kind. Maar in het geval van een boek wordt het kind meegenomen in de wereld van het boek. Met niet-christelijke lego kun je daarom heel goed op een christelijke manier omgaan (ik heb het niet over de anti­christelijke lego, die er ook is). Maar dit kan met het puur ter ontspanning lezen van een niet-christelijk boek ten diepste niet.

Dit stelt hoge eisen aan christelijke literatuur. Dat geldt zeker richting kinderen, die nog meer dan volwassenen meegenomen worden in de wereld van het boek, omdat ze nog geen kritische houding hebben aangeleerd. Wat is dan in die ‘andere wereld’ van het boek nodig? Inderdaad, ook dat niet (zoals in het seculiere Kinderboekenweekgeschenk) aan de zonde ruim baan wordt gegeven. Maar het gaat om meer – zoals het in het hele leven gaat om meer. Het gaat om de aanwezigheid van God en het leven voor Zijn aangezicht.

Natuurlijk is de vraag hoe je dat uitwerkt. In veel hedendaagse christelijke literatuurkritiek is men allergisch voor ‘opgelegde’ christelijkheid, in bovenstaand citaat is dat geformuleerd als „gekunstelde en ongeloofwaardige passages.” Ik weet echter niet of we dit zo gemakkelijk af moeten schrijven. Voor kinderen zijn gewoonten heel belangrijk; denk aan: „op je knieën, handen samen, ogen dicht.” Als wij kinderen wennen aan boeken waarin deze zaken niet of minimaal aanwezig zijn, dan heeft dat een negatieve invloed op de gewoontevorming in het ‘echte leven’.

Volwassenen vinden sommige passages in oudere boeken misschien moralistisch, maar kinderen hebben juist baat bij duidelijkheid. Zij moeten leren wat het leven naar Gods Woord nu concreet in hun leven betekent. Hoogliteraire en uiterst genuanceerde toespelingen missen bij kinderen al gauw hun doel.

Het blijft nodig om ook een spade dieper te steken. Het christelijk leven bestaat immers niet alleen in het volgen van kerkelijke gewoonten, maar in het liefhebben van God en de naaste. Dan zijn er ook diepe vragen waarop geen goedkoop antwoord mogelijk is. Daar mag op een kinderlijk niveau best aandacht voor zijn. Tegelijkertijd is het echter goed als kinderen soms zwart-witrichtlijnen krijgen: bij het ouder worden leren ze die wel nuanceren. Of als ze de belangrijkste antwoorden van het christelijk geloof al horen: we mogen hopen dat zij daar later, door het werk van de Heilige Geest, wel mee leren worstelen.

Kortom, ik meen dat een meer theologische, Bijbelsgeoriënteerde visie nodig is op christelijke (kinder)­literatuur. Het is niet verkeerd om te zoeken naar kwaliteit, maar echte kwaliteit betekent ook dat belangrijke Bijbelse noties op een natuurlijke wijze verwerkt worden, en niet dat ze afwezig zijn. Als je dan toch moet kiezen tussen kwaliteit en identiteit, dan moeten we uit principieel oogpunt het laatste verkiezen boven het eerste. Zeker nu kinderen opgroeien in een wereld waarin toch al zo weinig met God gerekend wordt. Te hopen is dan dat zij door een boek meegenomen worden in een wereld waarin dit anders ligt.

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeenten Andelst-Zetten e.o. en Ederveen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer