Kamp sprak na de ondertekening van het Innovatiecontract voor de komende twee jaar. Bedrijven, publieke kennisinstellingen (zoals TNO, NWO, universiteiten) en de overheid werken samen bij investeringen in kennis en innovatie in de negen topsectoren. Hiervoor maken kabinet en bedrijfsleven elk 2 miljard euro vrij.

Dat zes ministers hun handtekening onder het contract zetten, benadrukt volgens Kamp hoe belangrijk het kabinet het innovatiebeleid vindt. Het moet leiden tot concrete resultaten zoals een autogordel voor zwangere vrouwen en de bouw van een nieuwe generatie computer, de quantumcomputer. In totaal tekenen twintig partijen het contract.

Het topsectorenbeleid is erop gericht om negen sectoren waarin Nederland uitblinkt, nog sterker te maken. Het gaat om de sectoren logistiek, tuinbouw, water, hightech, energie, landbouw en voedsel, de biomedische industrie, de chemie en de creatieve industrie.

Ook wordt er extra geld vrijgemaakt voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). Op het vlak van onderzoek en innovatie blijft het mkb namelijk achter vergeleken bij andere landen, aldus Kamp. Kleine investeringen tot 20.000 euro komen bij samenwerkingsprojecten straks ook in aanmerking voor innovatiesteun.

Begin dit jaar schreven dertien grote bedrijven waaronder DSM, AkzoNobel en Unilever de bewindsman een brandbrief over het innovatiebeleid. Ze zouden onder meer te weinig geld krijgen van kennisinstellingen. Ook dreigde het topsectorenbeleid volgens hen te mislukken.

Kamp weerspreekt de kritiek. Volgens hem kunnen de bedrijven heel goed bij het geld komen. „Het topsectorenbeleid is een open boek en de transparantie is er optimaal.” Hij heeft verder tijdens bezoeken aan het bedrijfsleven geen signaal gekregen dat hij verkeerd bezig is. Dan krijgt hij juist te horen dat het topsectorbeleid „de goede lijn” is.