Kerk & religie

De kerk moet hart voor de stad zijn

De stad als uitdaging in plaats van als een modern Sodom en Gomorra. De kerk moet hart voor de stad hebben. Drs. P. W. van de Kamp schreef een praktisch-theologische studie over kansen voor de kerk in een stedelijke samenleving. Morgen promoveert hij aan de Universiteit Utrecht. „De kerk is wel in, maar niet van de stad.”

K. van der Zwaag
18 November 2003 09:46Gewijzigd op 14 November 2020 00:43
KAMPEN – P. W. van de Kamp schreef een praktisch theologische studie naar kansen voor de kerk in een stedelijke samenleving. Vandaag promoveert hij aan de Universiteit Utrecht. „De kerk is wel in, maar niet van de stad.” Foto RD, Sjaak Verboom
KAMPEN – P. W. van de Kamp schreef een praktisch theologische studie naar kansen voor de kerk in een stedelijke samenleving. Vandaag promoveert hij aan de Universiteit Utrecht. „De kerk is wel in, maar niet van de stad.” Foto RD, Sjaak Verboom

De basis van de studie (”De kerk moet hart voor de stad hebben”; uitg. Kok, Kampen) werd gelegd tijdens zijn werk als zendeling in de miljoenenstad Curitiba, in het zuiden van Brazilië, in de jaren 1980 tot 1988. Van de Kamp, momenteel docent praktische theologie aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, vindt dat de kerk de stedelijke situatie echt moet kennen en moet weten wat voor mensen daar wonen. Hij onderscheidt twaalf aandachtsvelden in de stad, waarop de kerk met haar verkondiging, dienst en gemeenschap dient in te spelen.

Aan de hand van twee praktijksituaties wordt de interactie tussen kerk en stad geschetst. Dat zijn de Redeemer Presbyterian Church in New York (een bruisende en jonge kerk in het hartje van Manhattan) en het Oude Wijken Pastoraat (OWP) in Rotterdam. Hierachter gaan twee verschillende theologische visies schuil. De Redeemer redeneert vanuit de christelijke noties van rechtvaardiging en heiliging die een transformerende en vernieuwende werking hebben op het leven. Het OWP is meer horizontaal gericht en zet zich in voor de verbetering van de concrete leefsituatie in oude wijken, met aandacht voor achtergestelden en sociaal zwakken.

De stad kenmerkt zich door massaliteit, heterogeniteit, mobiliteit en complexiteit. Zij is een knooppunt waar alles in beweging is. Van de Kamp: „De kerk heeft de opdracht een alternatief te bieden waarbij oog is voor een persoonlijke benadering van mensen, voor de warmte van een gemeenschap. Dat betekent dus niet dat de kerk het isolement kan zoeken. De stedeling is gewend om te worden beschouwd als een van de velen, als iemand uit de massa. Daarom moet de kerk in staat zijn een breed publiek aan te spreken. De kerk moet iedereen bereiken, niet alleen de yuppies, of de middenklasse. De kerk is wel kleinschalig in haar aanpak, maar laat ze de massaliteit niet uit de weg gaan. Durf bijvoorbeeld eens per maand in een grote accommodatie bij elkaar te komen en elkaar te bemoedigen.”

Het kerk-zijn in de stad is niet gemakkelijk. Een van de kenmerken van de stadsgemeente is dat er veel mutaties zijn. „Het zijn vaak jonge mensen en alleengaanden die lid van de stedelijke kerken zijn. Zij zijn mobieler dan anderen, veranderen vaker van baan. Gezinnen zijn er relatief weinig. Het overheidsbeleid was er in het verleden niet op gericht om in de stad huizen te bouwen voor grotere gezinnen. Voeg daarbij het gebrek aan de eigen instellingen, en de trek naar buiten komt in beeld.”

De kerk heeft moeite om het pastoraat op peil te houden. Door het sterk wisselende publiek en door het gebrek aan ambtsdragers komt de continuïteit in het pastoraat in gevaar. „Een nadeel is verder dat de trek van de binnenstad naar de voorstad mensen dwingt in de nieuwe gemeenten hun eigen netwerk weer op te bouwen. Ik pleit ervoor om per stad één kerk te hebben, een stedelijke netwerkkerk, waar mensen alleen samenkomen tijdens de eredienst, maar door de week hun eigen activiteiten ontplooien.”

De vrijgemaakte docent pleit voor meer samenwerking tussen de kerken in de stad. „Kleine kerken van zo’n 100 of 150 leden komen mankracht en knowhow te kort om goed te kunnen functioneren. Wat men doet is niet meer dan op de winkel passen, net zolang totdat de deur gesloten wordt.”

Van de Kamp is echter niet pessimistisch over de kansen van de kerk in de stad. Hij verwijst naar Redeemer, die in 1987 met nul begon en die nu duizenden leden heeft. De predikant, Tim Keller, was hoogleraar aan Westminster Theological Seminary en deed research naar de grootstedelijke situatie. Wie kerk wil zijn, moet immers de stad van binnenuit kennen, én adequaat antwoord geven. „Het geheim van Redeemer is de inspiratie in de kerkdienst, is een preek die afgestemd is op het intellectueel niveau van jonge mensen, een dienst die relevant is en vergezeld gaat van een goede liturgie. De mensen die er zijn hebben het gevoel: „Dit had mijn buurman moeten horen”, zo heeft Keller zelf eens verwoord.”

Staat de stad per definitie gelijk aan secularisatie, aan het toppunt van godloosheid? Van de Kamp noemt dat een simplisme dat uitgaat van automatisme. „Secularisatie en urbanisatie gaan inderdaad samen. Maar laat het geen mythe worden. Wie de stad benadert als een plek waar je per definitie het geloof verliest, heeft geen oog voor het feit dat de stedelijke samenleving ook tot Gods geschapen werkelijkheid behoort. De stad is een plaats waar miljoenen mensen wonen en waar de verkondiging van het Evangelie grote kansen heeft. De steden vormen vaak de voorhoede in de samenleving. Nieuwe ontwikkelingen beginnen meestal in de stad en beïnvloeden van daaruit het omliggende land. De kerk moet zorgen bij die ontwikkelingen aanwezig te zijn.”

En zo weerspiegelt de kerk de voortrekkersrol van de stad, aldus Van de Kamp. „Stadskerken kunnen pioniers zijn als het gaat om het adequaat functioneren in een stedelijke cultuur. In veel landen groeien de steden explosief. Kerken moeten daarom investeren in stadskerken met het oog op hun eigen vitaliteit. De Bijbel is niet stadsvijandig. Paulus was een stadszendeling. Het christendom kreeg voor het eerst voet aan de grond in de stad. De kerkvader Ignatius zei eens: „God houdt van de steden.”

In de stad is alles uitvergroot, ook het kwaad, erkent Van de Kamp. „De steden zijn de zendingsterreinen van deze tijd geworden. Wie uitsluitend in termen van kommer en kwel over de stad spreekt, heeft weinig geloof in het werk van de Heilige Geest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer