Italië zit zieke maffiabaas op de huid
De Italiaanse overheid denkt door een reeks van arrestaties de hoogste maffiabaas op de hielen te zitten. Maar de aanhouding van twee politiemensen, een zakenman en twee medici geeft vooral aan dat de arm van de Cosa Nostra onrustbarend ver reikt.
Bernardo Provenzano, de hoogste maffiabaas die al veertig jaar voortvluchtig is, lijdt aan een nierziekte. Dat is de conclusie die de politie trekt na de arrestatie vorige week van twee medici. Zij worden ervan beschuldigd in een privé-appartement in de Siciliaanse stad Bagheria, vlak bij Palermo, de 70-jarige maffiabaas dialysebehandelingen te hebben gegeven.
Al tien jaar gaan er geruchten over de slechte gezondheid van Provenzano. Hij zou ook lijden aan een prostaataandoening. Jaren geleden heeft de politie bij het ziekenfonds de namen van alle Sicilianen met nierziekten opgevraagd. Ook trok zij de kopers van dialyseapparatuur na. Dit onderzoek leverde niets op. Met de arrestatie van de twee doktoren is ook duidelijk waarom.
Hulp aan de maffia zit er ingebakken. Midden jaren ’90 pakte de overheid de organisatie van de maffia keihard aan. Bijna alle belangrijke maffiabazen werden opgepakt. Vermogen en goederen werden geconfisqueerd. Daarna werd het stil aan het front van de maffiabestrijding. Sindsdien heeft de georganiseerde misdaad zich hersteld.
Provenzano heeft contacten op het hoogste niveau bij de politiek, justitie en het zakenleven. Dat blijkt ook uit de arrestatie een week geleden van twee politiemensen. Een van hen werkte nota bene op de speciale afdeling van de maffiabestrijding in Palermo. Beiden worden ervan beschuldigd de Siciliaanse zakenman Michele Aiello systematisch te hebben geïnformeerd over op handen zijnde acties van de politie en de antimaffia-eenheid. Ook Aiello belandde achter slot en grendel. Aiello, die eigenaar is van een paar bouwbedrijven en een uiterst modern gezondheidscentrum, zou een stroman van de maffia zijn. Dankzij Aiello kon Provenzano op zijn gemak op doktersbezoek. Nu is ook te begrijpen waarom een tip over de verblijfplaats van Provenzano een paar jaar geleden niets opleverde. De tipgever was wel bonafide, maar sommige politiemensen waren dat niet.
De infiltrant bij de antimaffia-eenheid werkte in het verleden voor Marcello Dell’Utri, een lid van de Senaat en een belangrijk medewerker van Berlusconi. Dell’Utri staat terecht op beschuldiging van betrokkenheid bij de maffia.
De arrestaties van de afgelopen week hebben geleid tot optimisme bij de Italiaanse regering. De minister van Binnenlandse Zaken zei dat de politie Provenzano op de huid zit. Maar het zou niet de eerste keer zijn dat de vogel opeens gevlogen is.
Bernardo Provenzano wordt beschouwd als de hoogste baas van de Cosa Nostra, zoals de maffia op Sicilië heet. Hij verving Toto Riina, de ”capo di tutti i capi” (baas van alle bazen), toen die in 1993 werd gearresteerd. Provenzano komt net als Riina uit het beruchte maffianest Corleone. Beiden zijn ten berucht om hun moordenaarsreputatie. Provenzano wordt ”de tractor” genoemd, wegens zijn gewoonte om slachtoffers met dat voertuig te overrijden. Sinds 1963 wordt hij door de politie gezocht.