Prof. Van den Brink: Voorspelling McGrath over toekomst van de kerk langzaam in vervulling
De Britse theoloog Alister McGrath voorspelde enkele jaren geleden het einde van het protestantisme. De tendensen die McGrath signaleerde, tekenen zich steeds duidelijker af, illustreert prof. dr. G. van den Brink.
Enkele jaren geleden voorspelde de bekende Britse theoloog Alister McGrath het einde van het protestantisme. Hij doelde daarbij op het ‘gewone’ protestantisme, met zondagse diensten in historische kerkgebouwen, ambten en toga’s, klassieke psalmen en gezangen, maar vooral een sterk op het gesproken woord gerichte liturgie. Volgens McGrath lag de toekomst van de kerk in twee richtingen, die ik nu maar even grofweg aanduid als de evangelicaal-laagkerkelijke en de katholiek-liturgische. Tussen die twee zou het traditionele protestantisme hoe langer hoe kleurlozer en onaantrekkelijker worden, en uiteindelijk misschien wel vrijwel geheel verdwijnen.
Enige nuancering is terzake, maar de tendensen die McGrath aanwees zijn denk ik onmiskenbaar werkzaam, en tekenen zich enkele jaren na dato alleen nog maar duidelijker af. Ik wil dat in deze bijdrage illustreren door de kerkelijke situatie in Nijkerk als uitgangspunt te nemen en dan voorzichtig enkele lijnen door te trekken naar de toekomst. Ik zal me daarbij specifiek richten op die groepen christenen die zich specifiek verbonden weten met of althans voortkomen uit de gereformeerde Reformatie. Onder hen zijn naar het mij voorkomt behalve de twee tendensen die McGrath waarnam nog enkele ontwikkelingen aanwijsbaar, die ik aanduid met de termen ”oecumenisering” en ”consolidering”.
Evangelicalisering
Ik begin bij de ontwikkeling die we doorgaans aanduiden met de term ”evangelicalisering”. De gemeente die in dit gebouw (De Fontein) samenkomt is volgens prof. Fred van Lieburg een voorbode van de toekomst. Het komt ook mij voor dat de evangelicalisering zowel kwantitatief als kwalitatief nog lang niet aan haar einde is. Als er in dit gebouw over 25 jaar nog diensten gehouden worden vanuit de wijkgemeente De Fontein, dan zullen die vermoedelijk sterk verschillen van de toch altijd nog sterk op de klassiek-gereformeerde liturgie geënte diensten die hier nu plaatsvinden. Waar de dienst nu stipt om 9.30 uur begint met een optocht van keurig op een rij binnenkomende ambtsdragers, zal er dán al minutenlang een aanbiddingsleider bezig zijn die begeleid door een professionele band op een beamer geprojecteerde liederen ten gehore brengt.
De preek die gehouden wordt is bepaald meer dan een praatje of overweging. Hij valt te kwalificeren als inhoudelijk, instructief, appellerend en warm. Emoties zijn nooit ver weg. De bevindelijke traditie krijgt hier om zo te zeggen een zeer eigentijdse doorstart. De plaats van de collecte in de dienst durf ik niet in te schatten, maar ze zal de vorm aannemen van een uitnodiging om mobieltjes tevoorschijn te halen en aan de hand daarvan een bedrag over te maken, meestal naar de gemeenteleiding maar af en toe ook naar een goed doel.
Oecumenisering
Zijn er nog zo veel mensen die naar de kerk gaan dat er dubbele diensten nodig zijn? Jazeker. Niet omdat de secularisatie niet heeft doorgezet, maar omdat zich tussen 2013 en 2038 nog een andere ontwikkeling heeft afgetekend, te weten die van een toenemend katholiciteitsbesef of oecumenisering. Daarmee bedoel ik dat tot steeds meer leden van de verschillende kerken het absurde zal doordringen van de haast eindeloze versplintering waarin het klassieke protestantisme is terechtgekomen. Er zal een proces op gang gaan komen, dat kan toch haast niet anders, van omkeer en terugkeer, van toenemende samenwerking ook, en dat zal uiteindelijk alleen maar kunnen uitmonden in feitelijke en institutionele eenwording. De kinderen die nu de crèche bevolken zullen naar mijn inschatting met minder geen genoegen nemen.
Ik vermoed dat de Protestantse Kerk in Nederland is samengegaan met de Nederlands Gereformeerde Kerken, grote delen van de Christelijke Gereformeerde Kerken en Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en wellicht ook losse evangelische gemeenten die hun bekomst hebben gekregen van dominante charismatische leiders en behoefte hebben aan meer bovenplaatselijke structuren. Samen vormen zij in 2038 de Evangelisch-Gereformeerde Kerk (EGK).
In Nijkerk zal dit proces vermoedelijk in De Fontein beginnen. Want de splitsing die tot het ontstaan van De Fontein heeft geleid, is immers de meest absurde van alle: twee soorten bonders die elkaar de tent uitvechtten om bepaalde schakeringen in liturgie en spiritualiteit. Maar hoe begint zo’n proces? Met het erkennen van schuld misschien. In de Bijbel is dat immers altijd het begin van een radicale ommekeer.
Dat zullen ze in de Grote Kerk trouwens meteen herkennen, want hoe vaak gáát het daar niet over het belang van schuldbesef en de noodzaak van berouw hebben over je zonden. Daar zullen toch ook zonden van kerkelijke hooghartigheid en onverdraagzaamheid wel onder vallen. Ja, laten we hopen dat het daar begint, en dat leidinggevenden in beide delen van de gescheurde gemeente elkaar dáárin weten te vinden. Dan zal vanzelf wel duidelijk worden wat goede en haalbare vervolgstappen zijn. Als die stappen eenmaal gezet worden, kan dat weleens zo veel indruk maken dat andere gemeenten kijken of ze niet meteen maar kunnen aansluiten.
Mijn verwachting is dat veel van deze gereformeerden zich over 25 jaar zullen herkennen in het type liturgie dat ik zojuist schetste (en dat in feite een kopie is van de manier waarop momenteel al de diensten verlopen in de Redeemer Presbyterian Church te New York, rond Tim Keller).
Katholisering
Er zullen in 2038, zo God het wil, echter ook nog andere christenen in Nijkerk zijn. Dat zijn die groepen uit allerlei protestantse gemeenschappen die de voortgaande evangelicalisering niet kunnen meemaken. Geregeld zitten ze met kromme tenen in de kerk en storen ze zich aan wat ze ervaren als platte teksten, goedkope emoties, drammerige gebeden en slechte muzikale smaak. Ook het aantal decibellen kan hen niet bekoren. Zij komen immers juist naar de kerk om tot rust en stilte te komen.
Waar kunnen zij terecht? Hoe ziet een dienst eruit waar zij zich wel bij thuis voelen? Ik denk: misschien ongeveer zoals de traditionele rooms-katholieke eucharistieviering. Daarom spreken we in dit verband wel van katholisering, de andere tendens die McGrath noemde naast de evangelicalisering. De preek is vooral niet appellerend, stel je voor, de autonomie van de hoorder moet immers gerespecteerd worden. Hij draagt dus meer het karakter van een overweging, enkele mooie gedachten die aangereikt worden, al of niet vanuit de persoonlijke ervaring van de pastor, en waar ieder dan een eigen toepassing aan kan verbinden.
Juist van protestantse zijde is een duidelijke hang naar dit type eredienst waarneembaar. Nu al zien we in de VS heel wat christenen met een evangelicale achtergrond overgaan naar de Oosters-Orthodoxe Kerk. De evangelicalisering roept deze tegenbeweging als het ware op: de uitbundigheid van een evangelische dienst en de grote nadruk op het woord (in preek en muziek) drijft velen –misschien met name hoger opgeleiden, en/of mensen met een sterker ontwikkeld esthetisch besef– in tegenovergestelde richting. Het is ook hier, in deze sfeer, dat de werelden van kerk en kunst elkaar ontmoeten.
Aan meer dan één kerk van dit type zal in Nijkerk naar mijn inschatting echter geen behoefte zijn. De secularisatie grijpt immers juist in deze sector van de kerk diep in. Kort gezegd: wat niet evangelicaliseert, seculariseert. Maar opvallend genoeg zal juist deze vormgeving van het geloof ook in staat blijken om buitenstaanders, en dan bedoel ik nu: niet-gelovigen, over de drempel van de kerk te trekken, en zelfs tot geloof te brengen. Denk aan de manier waarop dat gebeurd is met literatoren zoals Willem Jan Otten en Vonne van der Meer.
Consolidering
Is het plaatje van protestants Nijkerk in 2038 zo compleet? Ik geloof het niet. Ik geloof dat er nog één belangrijke stroming is waarvan het overlevingspotentieel vaak onderschat wordt. Dat zijn de reformatorischen. Wat Nijkerk betreft valt deze groep samen met de plaatselijke gereformeerde gemeente, de hersteld hervormde gemeente en een deel van de Grote Kerkgemeente. Het geloof vervaagt en vervluchtigt bij hen niet. En ze maken ook echt werk van de overdracht ervan aan kinderen en jongeren. Laten we hopen dat hun daarvoor die jonge loot aan ons onderwijsstelsel, de publiek bekostigde reformatorische school, nog lange tijd gegund blijft. Reformatorische christenen hebben immers heel goed begrepen dat God werkt in de lijn van de geslachten, of in Bijbeltaal: in de bedding en kaders van het verbond. Nee, missionair zijn ze niet, slechts een enkeling voelt zich van buitenaf tot hen aangetrokken. Maar nergens delen de generaties van ouderen en jongeren zozeer hun levensvragen als daar. Niet alleen via verenigingen en kringverbanden, maar steeds meer ook via digitale kanalen.
Ik breng deze tendens samen onder de term ”consolidering”, en voeg daarmee bewust een derde tendens toe aan de twee die McGrath zich zag aftekenen. Het traditionele orthodox-gereformeerde protestantisme is in Nederland, anders dan wellicht in Engeland, werkelijk niet op sterven na dood, maar zou weleens verrassend taai kunnen zijn. Orthodoxe tradities zijn nu eenmaal taai, en veranderen bepaald niet zo snel als allerlei trendwatchers en onheilsprofeten maar wat graag waar willen hebben. Ze worden bijeengebracht en bijeengehouden, ja door de Heer, maar ook door een heldere en welomschreven leer, zeg maar: de leer van de ene Naam, de twee wegen en de drie stukken.
Geloof
Of de kerkelijke kaart van protestants Nijkerk er in 2038 echt zal uitzien zoals hier geschetst? De toekomst zal het uitwijzen. Ik ben geen profeet, en er kan ook van alles gebeuren wat grote invloed heeft maar niet te voorzien valt. Ik denk echter wel dat er vandaag de dag bepaalde ontwikkelingen zichtbaar zijn, tendensen die zich nationaal en internationaal afspelen en die dus als door een vergrootglas ook zichtbaar zijn in de Nijkerkse samenleving. Bij een ongewijzigd cultureel gesternte zullen die tendensen doorzetten, en op den duur tot een herverkaveling van de kerkelijke kaart leiden. Of dat zal gaan langs lijnen als hierboven geschetst – wie 2038 mag meemaken zal het dan weten.
Vanuit het christelijk geloof gezien is het echter niet het belangrijkste hoe de kerkelijke kaart er over een aantal jaren precies uit zal zien, en hoeveel mensen zich bij welke tendens of stroming het meest thuis zullen voelen. Om met woorden van Christus uit de gelijkenis van de aanhoudende weduwe (Luk. 18) te spreken: het belangrijkste is of de Zoon des Mensen, als Hij komt, nog het geloof zal vinden op de aarde. Niet zomaar geloof en religie, want dat zal er ongetwijfeld genoeg zijn. Maar dít geloof, dat vasthoudend hoopt op de God van hemel en aarde en Hem blijft aanroepen te midden van alle nood en onrecht, vanuit het geloof dat bij Hem alleen verlossing te vinden is. Dat is het geloof dat christenen van allerlei schakering met elkaar verbindt – of ze nu gereformeerd zijn of katholiek, evangelicaal of hoogliturgisch of nog weer anders in elkaar steken.
De auteur is bijzonder hoogleraar theologie van het gereformeerd protestantisme. Dit artikel is een bewerking van zijn bijdrage aan een symposium over 600 jaar christelijk geloof in Nijkerk dat zaterdag werd gehouden. Een uitvoerigere versie van het betoog verschijnt in het eerstvolgende nummer van tijdschrift Theologia Reformata.