Diplomaten gaan gedetineerden minder bezoeken
DEN HAAG (ANP). Nederlandse diplomaten in het buitenland gaan in de toekomst minder vaak landgenoten bezoeken die in de gevangenis zitten. Dat is het gevolg van de krimp van het postennetwerk, schrijft minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken dinsdag aan de Tweede Kamer.
Momenteel worden Nederlanders in buitenlandse gevangenissen minimaal twee keer per jaar bezocht. „Deze norm zal worden losgelaten om te kunnen blijven garanderen dat gedetineerden die consulaire bijstand het meest nodig hebben, die ook krijgen”, aldus de minister.
Er wordt gekeken naar alternatieven zoals het instellen van een telefonisch spreekuur. Ook wordt de maandelijkse gift van 30 euro aan Nederlandse gedetineerden die buiten Europa vastzitten, opnieuw onder de loep genomen.
Op 1 april zaten ruim 2300 Nederlanders in buitenlandse gevangenissen. Het zijn voornamelijk mannen en de meesten zitten in Europa vast (meer dan 1500). De meesten zijn opgepakt wegens een drugsdelict.
Het departement moet tot 2018 circa 100 miljoen besparen waaronder 40 miljoen op het postennetwerk.
Peter Middelkoop van Stichting Epafras, die jaarlijks circa 1800 bezoeken aflegt bij gevangenen in het buitenland, zegt zich grote zorgen te maken over de ontwikkeling. „Buitenlandse Zaken heeft zelf gezegd dat het de rechtsgang wil bewaken. Wij maken ons druk over de omstandigheden in buitenlandse gevangenissen. Als je afhankelijk bent van een spreekuur, zie je niet meer de situatie in de gevangenissen zelf. Bovendien is het in een persoonlijk gesprek veel makkelijker aan te geven hoe de rechtsgang wordt ervaren.”
Middelkoop wijst erop dat telefoongesprekken van gedetineerden vaak worden afgeluisterd. Het is onduidelijk of dit ook geldt voor gesprekken met diplomaten, maar alleen al die onzekerheid kan ervoor zorgen dat gedetineerden terughoudend zijn in hun gesprekken. „We maken ons grote zorgen. De kans op excessen is groot. Dat wil ik ook volgende week aan de Tweede Kamer laten weten.”