Het plan om elkaar goed vast te pakken, voldoet niet helemaal aan de eisen van een goed vluchtplan, maar Van den Bulk kan er wel om lachen. „Prima hoor, laat elkaar maar niet in de steek. Maar het kan zijn dat bij brand de een de voordeur uit vlucht en de ander de achterdeur. Dan moet u een plek hebben afgesproken waar u elkaar weer ontmoet.” Zo’n plek is niet nodig, herhaalt mevrouw Hill. „We blijven bij elkaar, wat er ook gebeurt.”

Van den Bulk is de eerste wijkbrandweerman van Nederland en net één week actief. „Ik ben nog aan het kennismaken en de wijk aan het verkennen.”

Kloof

Zijn voornaamste taak is de kloof tussen de burger en de brandweer te overbruggen. „Een brandweerkazerne is toch een beetje een gesloten bastion, een gebouw waar je niet zomaar naar binnen stapt. Ik ga minimaal één uur per dag op mijn scooter de wijk in en ben zo gemakkelijk aanspreekbaar.”

In IJsselmonde wonen relatief veel 65-plussers in wat oudere woningen. „Oudbouw is vaak minder brandveilig dan nieuwbouw, vandaar dat het belangrijk is dat hier brandveiligheidchecks worden gedaan.” Gisteren controleerde Van den Bulk de brandveilig­heid van enkele woningen in een flat direct naast de brandweerkazerne aan de Groene Tuin in Rotterdam-IJsselmonde.

Vluchtweg vrij

Het echtpaar Hill heeft de zaakjes goed voor elkaar. De weg naar de voor- en de achterdeur is vrij van obstakels, de meterkast staat niet vol met licht ontvlambare materialen en het aantal stekkers in het stekkerblok is aanvaardbaar. „Ik trek de stekker van de televisie los als hij niet aanstaat”, zegt Hill (83) resoluut.

Rokers zijn niet welkom in huize Hill. „Wie hier een sigaret opsteekt, bonjour ik er direct weer uit”, zegt hij. „Kaarsen gebruiken we niet, veel te gevaarlijk”, vindt zijn vrouw. „Ik ben veel te bang dat daar brand van komt.”

Er zijn eigenlijk maar twee zaken die ontbreken in huize Hill: een blusdeken en rook­melders. vlammen in een vroeg stadium te doven”, legt Van den Bulk uit. „Veel mensen weten niet wat een blusdeken is en hebben er daarom geen in huis.”

Een rookmelder is volgens de wijkbrandweerman onmisbaar. Hill: „We hebben er wel een gehad, maar die ging midden in de nacht af terwijl er niets aan de hand was en de batterij nog vol zat.”

Van den Bulk plaatst namens de woningcorporatie gratis een nieuwe rookmelder. „Deze gaat tien jaar mee.” Hij doet wat lijm onder de melder en drukt hem met een speciale stok tegen het plafond. Daarna duwt hij op de testknop. Een oorverdovend gepiep vult de kleine woning. „Daar word je wel wakker van”, grinnikt Hill.

Buurman

Voordat de wijkbrandweerman afscheid neemt, vraagt het echtpaar hem nadrukkelijk eens bij de buurman te gaan kijken. „Die weet niet zo veel van veiligheid af. Daar is zo’n check hard nodig.” Met de belofte om de man snel te bellen voor een afspraak, neemt Van den Bulk afscheid.

Buiten vertelt de wijkbrandweerman dat de elektrische deken bij veel ouderen een gevaar vormt. „Die moet volgens een bepaald patroon opgevouwen worden, omdat de stroomdraden in de deken slechts op de vouwen versterkt zijn. Als mensen de deken op andere plekken dubbel­vouwen, kan er uiteindelijk kortsluiting ontstaan.”

Als lid van de vrijwillige brandweer in zijn woonplaats Berkel en Rodenrijs heeft Van den Bulk dat eens van nabij meegemaakt. „Er is toen een 93-jarige vrouw om het leven gekomen. Bij elk brandveiligheidscheck vraag ik dan ook of er een elektrische deken is en hoe die wordt opgevouwen.”

Presentaties

Samen met de wijkagent is 
Van den Bulk een serie presen­taties aan het voorbereiden in verzorgingstehuizen in IJsselmonde.

Brandpreventie is niet de enige taak van de wijkbrandweerman. „Als er in de wijk een grote brand of incident is, probeer ik daar mijn gezicht te laten zien. Of ik ga er achteraf naartoe om uit te leggen hoe de brand is aangepakt.”

Daarbij komt zijn brandweerervaring in Berkel en Rodenrijs van pas. Ook met zijn nieuwe collega’s van het brandweerkorps IJsselmonde rukt Van den Bulk regelmatig uit. „Dan leer ik de wijk weer op een andere manier kennen.”