Opheusden en omgeving: hét laanboomcluster in Europa
Elf miljoen laan- en sierbomen worden er geteeld, op 1500 hectare. Boomkwekers in Opheusden en omgeving hebben één ambitie: uitgroeien tot het toonaangevende ‘laanboomcluster’ in Europa.
Opheusden heeft al de grootste concentratie van laanboombedrijven, zegt waarnemend voorzitter Jan Arends van de Boomkwekersvereniging Opheusden en omgeving. „Honderdtwintig bedrijven bij elkaar, dat vind je in geen ander land. Maar dat moeten we wél promoten. Nog te veel potentiële handelspartners in Europa kennen Opheusden niet.” De teelt van esdoorns, linden, essen, populieren, platanen, eiken, berken, beuken en andere laan- en sierbomen is een belangrijke bedrijfstak rond Opheusden. Van de bomen wordt 90 procent geëxporteerd naar EU-landen, de voormalige Sovjet-Unie en Turkije.
In de regio Opheusden bevindt zich ruim 40 procent van het totale areaal laanbomen in Nederland, goed voor een jaarlijkse productiewaarde van 35 miljoen euro. Daarnaast is een groot aantal toeleverende, dienstverlenende en handelsbedrijven actief. Het totale cluster vertegenwoordigt een toegevoegde waarde van 70 miljoen euro en ruim 800 arbeidsplaatsen.
De Betuwse rivierklei en het zeeklimaat zijn gunstige factoren voor de boomkwekerij. „Ze heeft hier al een historie van eeuwen. Monniken zijn ermee begonnen, voornamelijk met fruitbomen”, aldus Arends. „Lang hadden boomkwekers een gemengd bedrijf met wat fruit en veeteelt erbij. Doordat er rond 1960 met de vruchtboomteelt geen brood meer te verdienen was, gingen velen in deze omgeving zich specialiseren in laan- en sierhout.”
De boomkwekerij is een kwestie van lange adem. Laanboomtelers kunnen minder snel incasseren dan bijvoorbeeld pluimveehouders. Ook de laanboomsector heeft last van de recessie. Arends: „Door de nadruk op export zijn we sterk afhankelijk van de EU. De afgelopen drie jaar zijn er net zo veel bomen verkocht als anders, maar de prijzen zijn gedaald. Onze sector is echter golfbewegingen gewend en ons voordeel is dat onze bomen nodig zijn als levensvoorwaarde voor een goede leefomgeving, ze geven haar kleur en nemen koolstofdioxiden en fijnstoffen op.”
De gemeente Neder-Betuwe noemt het laanboomcentrum van grote betekenis. „In toenemende mate ook voor de regio.” Samen met de boomkwekersvereniging, de regionale Rabobank, de Kamer van Koophandel Midden-Nederland en de provincie Gelderland heeft ze het Laanboompact gesloten om de sector te versterken.
Arends heeft met een broer en twee neven een bedrijf van 55 hectare, met circa tien medewerkers. „Opheusden loopt voorop in nieuwe teelttechnieken en innovatie. De grond is prijzig, menskracht is ook duur in vergelijking met andere EU-landen. Onze voorsprong moeten we zoeken in vakmanschap en in innovatie. Er zijn veel eenmans- en vader-zoonbedrijven hier, veel familiebedrijven dus. De eigenaar werkt zelf mee en ervaart aan den lijve wat er anders moet in het bedrijf. Dat is het voordeel van een platte organisatie. De behoefte aan innovatie ontstaat zo vanzelf.”
Was het vroeger zoeken naar vakbekwaam personeel, nu is dat minder problematisch. „Jongeren zitten zonder werk. Onze sector had de naam van zware en minder aantrekkelijke klussen, maar mechanisatie heeft veel van dat bezwaar weggenomen.” De laanboomsector beperkt zich niet meer tot Opheusden. In de smalle corridor tussen Rijn en Waal is bedrijfsruimte vrijgekomen doordat agrarische bedrijven bij gebrek aan opvolgers zijn verdwenen, maar ook in omliggende gemeenten zijn bij de vereniging aangesloten kwekers actief, in Overbetuwe en Buren en in Veenendaal, Rhenen en Ede.
Gemeenten krijgen gratis boom
OPHEUSDEN. Elke gemeente in Nederland kan deze week in Opheusden een gratis boom komen uitzoeken, die ook nog eens voor niets wordt geplant. Dat aanbod doen de organisatoren van de vakbeurs Expo TCO, die morgen en woensdag wordt gehouden op het ijsbaancomplex in Dodewaard. Met 95 deelnemers, waaronder bedrijven uit andere regio’s en het buitenland, is de beurs volgens de organisatie „een goede afspiegeling van zowel de laanboomsector als de regio”. Onder meer is er een ”innovatieplein”, waar nieuwe ontwikkelingen worden getoond. De beurs richt zich op kwekers, groenvoorzieners, architecten en vertegenwoordigers van overheden. Bezoekers kunnen tijdens de beursdagen ook een kijkje nemen bij twaalf bedrijven in de regio.