„Hulpverlening staat met lege handen”
UTRECHT (ANP). Hulpverleners krijgen vaak te maken met ouders die na een scheiding zo veel strijd hebben en daardoor zo veel emoties, dat zij de belangen van hun minderjarige kinderen uit het oog verliezen. Aangezien er in Nederland nog geen richtlijnen bestaan over hoe te handelen bij een problematische scheiding, staan hulpverleners uit de jeugdzorg en de gezondheidszorg op dat moment met lege handen en kunnen zij eigenlijk niets doen.
Dat constateren de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg maandag in hun rapport over de gebeurtenissen die de broertjes Ruben en Julian uit Zeist het leven kostten. Bij dat gezin waren sinds de scheiding een kleine 15 hulpverleners en instellingen betrokken, die allemaal geen slecht werk hebben afgeleverd, maar toch niet konden verhinderen dat de vader zijn kinderen doodde en daarna zichzelf ophing.
De inspecties constateren dat een zogeheten vechtscheiding vaak uitloopt in juridische en financiële conflicten en een tegengestelde visie van de ouders op het belang van hun kinderen. Onder hoogopgeleide ouders is het co-ouderschap populair, maar dat het ook goed werkt, daarvoor ontbreekt wetenschappelijk bewijs. Als de ruzie tussen ex-echtgenoten oplaait, geeft co-ouderschap juist veel aanleiding en gelegenheid tot strijd en daarmee veel spanning bij de kinderen. Ook het sinds 2009 verplichte ouderschapsplan is olie op het vuur bij een vechtscheiding.
De inspecties willen dat hulpverleners, rechtspraak, advocaten, overheid en belangenorganisaties van gescheiden ouders samen richtlijnen gaan opstellen. Daarbij moet het belang van de kinderen centraal staan en moet vastgelegd worden wie de belangen van die soms heel jonge kinderen vertegenwoordigt. Ook moet bepaald worden hoelang ouders hulpverlening mogen blijven frustreren door steeds maar nieuwe procedures. De Raad voor de Kinderbescherming moet onderzoeken of de regels voor gezag en omgang na scheiding aangepast moeten worden.
„Veel kinderen in Nederland zitten knel tussen hun strijdende ouders. Een maatschappelijke discussie is in het belang van deze kinderen dringend nodig”, aldus de inspecties.