VVD-politici bezwoeren tijdens een bijeenkomst van de partijraad in Maarssen dat de koopkracht­gevolgen voor de hogere inkomens in 2014 beperkt zijn. En als blijkt dat de gevolgen toch groter zijn dan verwacht, zal het kabinet daarnaar kijken.

Op de website van de VVD hebben zo’n 3000 leden en kiezers hun verontwaardiging geuit over het kabinetsplan om de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk te maken en voor de hoogste inkomens helemaal af te schaffen. Ook andere lastenverzwaringen stuiten op verzet.

Afgelopen zaterdag vergaderde de partijraad van de VVD; dat is een adviesorgaan voor VVD-politici en daarin zitten verschillende vertegenwoordigers van (provinciale) afdelingen en partijcommissies. Net na de totstandkoming van het regeerakkoord, in oktober vorig jaar, kwam deze groep in verzet tegen het inkomensafhankelijk maken van de zorgpremie.

Afgelopen zaterdag was het vooral voorzitter Nijman van de VVD-belastingcommissie die tijdens een deelsessie zijn zorgen kenbaar maakte. Volgens hem loont werken niet langer voor mensen met een inkomen tussen de 55.000 en de 70.000 euro. „Van iedere 1000 euro die ze extra verdienen, houden ze straks 410 euro over.” Hij adviseerde de overdrachtsbelasting te verhogen en op vlees in plaats van het lage het hoge btw-tarief te heffen.

VVD-Kamerlid Neppérus noemde de verhoging van overdrachtsbelasting geen goed idee. „Die wilden we altijd op een laag niveau hebben.” Ook de btw-verhoging op vlees sprak haar niet aan: „Dan gaat bij GroenLinks de vlag uit.”

Ze beloofde de kwestie van de koopkracht voor de hogere inkomens goed te volgen: „Voor 2014 en 2015 zijn de gevolgen beperkt. We volgen de zaak op de voet”, zo beloofde het Kamerlid. Staatssecretaris Weekers van Financiën (VVD), die ook aanwezig was, schoot een suggestie af om een extra premie te heffen op de pensioenreserves. De critici zwegen daarop.

Tijdens de plenaire bespreking van de deelresultaten greep VVD-fractievoorzitter Zijlstra de microfoon en riep ertoe op de rug te rechten. „De VVD staat bekend om daadkracht. Wij gaan de brug over. De PvdA staat altijd te dralen en twijfelt. Nu doen wij precies hetzelfde. Dat is niet goed. Huppekee, we moeten er met zijn allen voor gaan staan”, aldus Zijlstra, die voor zijn opmerkingen de handen op elkaar kreeg.

Aan het slot van de partijraad sprak premier Rutte de aanwezigen toe en wees erop dat de gevolgen voor de koopkracht volgend jaar gemiddeld genomen beperkt blijven. Hij wees op de cijfers van het Centraal Planbureau. Dat becijfert voor de laagste en hoogste inkomensgroepen in 2014 een koopkrachtverlies van gemiddeld 0,75 procent. En voor de middeninkomens een teruggang tussen de 0 en de 0,25 procent.

Rutte benadrukte het belang van economische groei en terugdringing van het financieringstekort. Hij noemde het logisch dat burgers in tijden van bezuinigingen „niet met bloemen langs de weg staan.”