„Het is onzin alles te monopoliseren naar het koninkrijk", aldus initiatiefnemer L. Schimmelpennink (PvdA) maandag. 30 april zelf mag Koninginnedag blijven heten, maar de uren ervoor moet als de Nacht van de Republiek door het leven gaan.

„Nederland was de helft van de tijd een Republiek", zegt Schimmelpennink. „En de Amsterdamse geschiedenis is republikeins." Hij wil met cultuurcentra als De Balie en Paradiso in overleg om de Nacht van de Republiek meer inhoud te geven, zodat het feest meer is dan alleen het schenken van drank. Alleen de lokale VVD en D66 zien niks in een republikeinse nacht.

Stadsdeelvoorzitter A. van der Stoel peinst er niet over om de koninginnenacht voortaan Nacht van de Republiek te noemen, zoals de raad wil. „Als ze op hun eigen nostalgische manier een feestje willen vieren, moeten ze dat vooral doen. Maar ik blijf het koninginnenacht noemen."

Een gepikeerde Van der Stoel zegt dat de deelraadsleden helemaal niet over de naamgeving gaan en is het een kwestie van de centrale stad. Volgens een woordvoerster van de gemeente Amsterdam blijft burgemeester Cohen het Amsterdamse volksfeest als koninginnenacht aanduiden.

Verzoeken om de nacht een republikeins tintje te geven, zijn bij het centrale stadsbestuur niet binnengekomen. „Maar mij zou het niet verbazen als ook daar een motie wordt ingediend om de titel Nacht van de Republiek in te voeren", zegt Schimmelpennink. Na jaren van afwezigheid komt de nacht volgend jaar in beperkte vorm weer terug in Amsterdam. Vooralsnog gewoon als ’koninginnenacht’.