Buitenland

Vroegere Libanese militieleider gedood

Elie Hobeika, een voormalige christelijke militieleider in Libanon die samen met de Israëlische premier, Ariel Sharon, verantwoordelijk wordt gehouden voor de moord twintig jaar geleden op honderden Palestijnen in vluchtelingenkampen bij Beiroet, is donderdag vermoord met een autobom.

Buitenlandredactie
25 January 2002 08:16Gewijzigd op 13 November 2020 23:23

De bom explodeerde toen Hobeika net, samen met drie lijfwachten, in zijn luxe terreinwagen wilde stappen. De lijfwachten kwamen ook om het leven en zes andere mensen raakten gewond. Een aantal huizen raakte beschadigd en er brak een grote brand uit. De aanslag is volgens de politie gepleegd met 10 kilo TNT in een auto die van een afstand tot ontploffing werd gebracht.

Hobeika, een maroniet, leidde in 1982 de rechtse militie Libanese Strijdkrachten, die -onder de ogen van Israëlische militairen- een massaslachting aanrichtten in de vluchtelingenkampen Sabra en Chatilla in het islamitische westen van Beiroet. Daarbij kwamen 800 mannen, vrouwen en kinderen om het leven. Dankzij een amnestie die in 1991 werd afgekondigd voor tijdens de burgeroorlog gepleegde misdaden kon Hobeika later een politieke carrière opbouwen en gold hij zelfs als kanshebber voor het presidentschap.

De voormalige militieleider sprak vrijwel nooit in het openbaar over de moordpartij in de Palestijnse vluchtelingenkampen. Maar vorig jaar had hij zich bereid verklaard te getuigen tegen Sharon. Die is voor een Belgische rechtbank aangeklaagd omdat hij als toenmalig minister van Defensie van Israël verantwoordelijkheid zou hebben dragen voor de dood van de honderden burgers. Met zijn getuigenis wilde hij zijn eigen naam en die van zijn militie zuiveren, zei Hobeika afgelopen jaar. „Dit is het juiste moment om te handelen na een lange stilte.”

In Libanon werd de verantwoordelijkheid voor de aanslag al snel bij Israël gelegd. Minister van Binnenlandse Zaken Elias Murr zei donderdag op een persconferentie zelfs dat hij bevestiging had dat Israël en zijn agenten achter de aanslag zaten, maar hij weidde niet verder uit. Eerder had president Emile Lahoud gezegd dat Hobeika was vermoord om te voorkomen dat hij tegen Sharon zou getuigen. Wie de moordaanslag had gepleegd, liet de president in het midden. In Israël wees woordvoerster Yaffa Ben-Ari van het ministerie van Buitenlandse Zaken de aantijgingen „met afschuw” van de hand. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres, die donderdag in Den Haag was, noemde de beschuldigingen totaal ongegrond.

In een interview in 1993 keek Hobeika terug op de strijd in Libanon. Hij was toen inmiddels in het Libanese parlement gekozen, waarvan hij acht jaar -tot 2000- lid zou blijven. „Ik moet nog altijd de last dragen van mijn daden in de oorlog, en ik heb heel veel foute dingen gedaan”, zei hij destijds. Tegelijk verklaarde hij zichzelf niet als oorlogsmisdadiger te beschouwen. „Ik bracht bevelen ten uitvoer”, zei hij over de slachtingen in Sabra en Chatilla.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer