Opinie

Geen complot rond Dode Zeerollen

Wat zeggen de Dode Zeerollen over de betrouwbaarheid van de Bijbel?

Dr. Pieter J. Lalleman
28 September 2013 10:38Gewijzigd op 15 November 2020 06:06

Er is over de Dode Zeerollen in het verleden veel geschreven dat nu achterhaald is. De reden daarvoor is simpel: nadat de rollen waren ontdekt, de laatste nog in 1956, duurde het lang voordat ze allemaal waren gepubliceerd. In de beginjaren werd vrij snel een aantal van de teksten openbaar, maar daarna gebeurde er lange tijd niet veel.

Toen begonnen de speculaties, de geruchten en de verdacht­makingen. Johannes de Doper zou lid zijn geweest van de sekte die de rollen schreef. Enkele van de rollen zouden over de Heere Jezus gaan. Ze zouden een nieuw beeld geven van het ontstaan van het christendom. Ze zouden de positie van de Rooms-Katholieke Kerk bedreigen – en waren niet alle geleerden die de rollen in handen hadden rooms-katholiek?

Vertraging

Het duurde inderdaad onaanvaardbaar lang voordat het materiaal dat in de buurt van Qumran bij de Dode Zee gevonden was, gepubliceerd werd. Onder de oorzaken waren incompetentie, gebrek aan samenwerking, werkdruk en ook alcoholisme. Maar er was geen sprake van een complot. Uiteindelijk moest het team van geleerden wel open kaart spelen toen microfiches met de teksten in de openbaarheid kwamen. Sinds het midden van de jaren 90 zijn de Dode Zeerollen openbaar en zelfs in het Nederlands vertaald. De gedetailleerde bestudering zal nog een paar generaties lang doorgaan. Omdat er op dit moment een aantal fragmenten te zien is in het Drents Museum in Assen, is het goed om nog eens na te denken over het belang van deze teksten.

Het meeste materiaal is overigens in slechte staat. Dat komt ten dele door de tand des tijds, maar de bedoeïenen die de grotten ontdekten en leeghaalden, hebben de zaken er niet beter op gemaakt. Een paar kleinere stukken tekst waren meer waard dan één groot stuk: er is waarschijnlijk flink gescheurd.

Achtergrondinformatie

De gevonden teksten zijn afkomstig van een of meer Joodse groepen uit de tijd tussen het Oude en het Nieuwe Testament. De laatste werden mogelijk geschreven in de tijd van de Heere Jezus, maar ze zeggen niets over Hem. Er werd wel beweerd dat er onder de rollen ook fragmenten van het Nieuwe Testament zijn, maar dat klopt niet. Er is dus geen direct verband met het Nieuwe Testament. Maar als Joodse teksten geven de rollen ons wel veel achtergrondinformatie over het Jodendom. Daarom –en daarom alleen– zijn ze van groot belang voor de nieuwtestamentische wetenschap.

Ongeveer 20 procent van de rollen bestaat uit handschriften van het Oude Testament. Die zijn nog belangrijker dan de andere omdat ze direct bijdragen aan het vaststellen van de grondtekst die ten grondslag ligt aan nieuwe vertalingen. Deze handschriften zijn zo’n duizend jaar ouder dan wat we tot dan toe hadden, maar ze wijken er niet veel van af. Ze bevestigen dus dat de tekst van het Oude Testament goed is overgeleverd.

Niet representatief

Met de 80 procent niet-Bijbelse teksten moeten we echter voorzichtig zijn. Ze zijn namelijk niet erg representatief voor het Jodendom. Uit het Nieuwe Testament kennen we de Farizeeën, de Sadduceeën en de Zeloten, maar van hen zijn er geen teksten aangetroffen tussen de rollen. Dit betekent dat de belangrijkste groepen niet zijn vertegenwoordigd.

Door wie de teksten dan wel geschreven zijn, is niet zeker. Men vermoedt dat de nederzetting Qumran bewoond werd door Essenen, een Joodse sekte. Een tweede vermoeden is dat de rollen in Qumran zelf geschreven zijn. Geen van beide vermoedens kon tot dusverre worden bewezen. De zogenaamde Groningse hypothese zegt dat de mensen achter de rollen een afsplitsing van de Essenen vormden.

Het is in elk geval zeer waarschijnlijk dat de rollen in geen enkel opzicht representatief zijn voor het Jodendom van hun tijd, en al helemaal geen officiële verzameling. Dat betekent dat we ze voorzichtig moeten hanteren en nooit kunnen zeggen dat de Joden iets dachten omdat we iets in een Dode Zeerol tegenkomen. Vergelijk het met de situatie dat iemand over honderden jaren een aantal teksten vindt van bijvoorbeeld de mormonen of Jehova’s getuigen. Het zou ongepast zijn om uit die teksten conclusies te trekken over wat christenen in onze tijd dachten. De toekomstige lezers zouden hooguit kunnen vaststellen dat sommige mensen zo dachten en dat deze mensen zichzelf als christenen zagen. Of hun tijdgenoten hen als zodanig aanvaardden, zou een open vraag blijven.

Fragmentarisch

De rollen moeten nog om een andere reden voorzichtig behandeld worden: er is veel van verloren gegaan en veel is alleen in flarden overgeleverd. Dit feit relativeert elke statistiek. In de tijd van de Dode Zeerollen en van de Heere Jezus bestonden er nog geen gebonden boeken met kaften; die dateren uit de tweede eeuw. Geschriften zoals de verbondsboeken van de Joden die het Oude Testament vormen, werden op boekrollen geschreven. Het Oude Testament had men dus niet als een fysiek boek, maar als een verzameling rollen. (Denk aan hoe de Heere Jezus volgens Lukas 4 in de synagoge de rol van de profeet Jesaja kreeg en eruit voorlas.)

Nu zijn er onder de rollen fragmenten gevonden van de meeste boeken van het Oude Testament. Het enige boek dat compleet is gevonden, is Jesaja; van de meeste andere hebben we slechts fragmenten, van Genesis bijvoorbeeld een beperkt aantal hoofdstukken. Tot voor kort was er zelfs geen enkel fragment bekend van Nehemia. Daarover hoorde je niets, evenmin als over het feit dat er een paar jaar geleden toch een snipper tekst werd ontcijferd als behorende tot Nehemia. Wel werd er veel geschreven over het ontbreken van Esther tussen de rollen; van dat boek is nog steeds geen stukje gevonden. Maar wat zegt dat? Hoogstwaarschijnlijk is dit puur toeval, gezien de fragmentarische staat van het materiaal.

Al met al zijn de Bijbelhandschriften onder de Dode Rollen een bevestiging van de betrouwbaarheid van de tekst van het Oude Testament, maar uit de buitenbijbelse teksten mogen we niet te veel conclusies trekken. Daarvoor zijn ze te fragmentarisch en te weinig representatief.

Dr. Pieter J. Lalleman, docent Nieuwe Testament aan Spurgeon’s College in Londen. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer