Minister: Laatste kans voor verpieterde provincies
CULEMBORG. Provincies zitten in een identiteitscrisis. Moeten ze megaprovincie worden of juist dicht bij de burger blijven? In Culemborg vroegen bestuurders zich vrijdag af of er nog wel toekomst is voor bijna de oudste bestuurslaag van Nederland.
Minister Plasterk, die namens het kabinet de schaalvergroting („megaprovincies”) en decentralisatie („supergemeenten”) predikt, gaf vrijdag de aftrap voor het symposium ”Provincies 2020”. Hij deed dit met wat welhaast een smeekbede kan worden genoemd aan de ruim honderd bestuurders. De provincies dreigen te verpieteren, en dit is hun laatste kans, stelde hij. „Als we dit thema nu niet oppakken, durft er de komende decennia niemand meer zijn vingers aan te branden.”
Onder de sprekers vrijdag was ook, opvallend genoeg, Plasterks voorganger Spies, minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Rutte I. Het is niet gebruikelijk om commentaar te leveren op degene die na jou bestuurt, gaf ook zij toe. Maar het weerhield Spies niet om haar afkeer te uiten van de kabinetsplannen om van de twaalf provincies vijf landsdelen te maken, de zogeheten megaprovincies.
„Niemand zit te wachten op een nieuwe bestuurslaag met nauwelijks nog interne samenhang, met bezuinigen als argument”, aldus Spies. Tegelijk gaf ook zij toe dat er meer samenwerking nodig is.
Die samenwerking wordt gehinderd door verkokering, zo stelde hoogleraar bestuurkunde Roel in ’t Veld. „Hoe hoger in de bestuurslaag, hoe minder op samenwerking gericht.”
Organisatieadviseur Arno Seinstra werkte ruim tien jaar voor diverse provincies en onderschreef dat samenwerking vaak ver te zoeken is. „Soms is het echt pijnlijk, als een partij zich aan het einde van een langdurig proces toch maar weer terugtrekt wegens verschil van inzicht.”
In de ervaring van Seinstra helpen er vaak twee dingen: financiële noodzaak of een wetswijziging. In die zin zouden de kabinetsplannen provincies kunnen stimuleren om nu echt de samenwerking te zoeken, denkt hij. „Dat mag ook wel, want over dit onderwerp debatteert de politiek al bijna veertig jaar lang en al die tijd is er nooit iets besloten.”
Eén ding is hem wel duidelijk: de ideale vorm voor alle provincies bestaat niet, net zomin als een ideale structuur. „Dat komt omdat de eigenlijke provinciegrenzen ook aanvechtbaar zijn. Iemand uit Twente heeft niets met de regio Meppel, maar veel meer met de Achterhoek.”
Het noorden liet zich vrijdag in ieder geval van zijn meest royale kant zien. „Gun elkaar iets”, riep de Groningse commisaris van de Koning, Van den Berg, zijn collega’s vrijdag op. „Als een buurprovincie krap zit: schuif elkaar wat geld toe. Het komt allemaal ten goede aan dezelfde economie.”