De index waarin het consumenten- en ondernemersvertrouwen gecombineerd wordt, steeg van 95,3 in augustus tot 96,9. Economen rekenden in doorsnee op een minder sterke stijging, tot 96,0. De toename is volgens Brussel vooral te danken aan een „aanzienlijk” optimistischer stemming bij ondernemers, met name in de bouw (plus 4,4 punten) en de detailhandel (plus 3,6 punten).

Spanje en Italië (beide plus 2,5 punten) lieten de sterkste stijging zien, gevolgd door Frankrijk (plus 1,6 punten) en Duitsland (plus 0,3 punten). In Nederland daalde het economisch vertrouwen met 0,9 punten.

Voor de gehele Europese Unie kwam de vertrouwensindex uit op 100,6 punten, waarmee de graadmeter voor het eerst sinds juli 2011 boven het langetermijngemiddelde van 100 punten staat. In augustus stond de index nog op 98,2 punten. Het Verenigd Koninkrijk (plus 6,9 punten) was de drijvende kracht achter het hogere indexcijfer voor september.