Het leger stuurde ook meer manschappen naar het hoofdkwartier van het leger in Khartoem en naar de weg die leidt naar de universiteit in de hoofdstad, die dicht bij het presidentiële paleis ligt.

Al sinds maandag wordt er geprotesteerd tegen de gestegen brandstofprijzen. Energiecentrales, banken en winkels werden aangevallen en zo’n twintig benzinestations gingen in vlammen op. Ook politiebureaus moesten het ontgelden. De betogers eisen dat president Omar al-Bashir aftreedt.

Sudan raakte in 2011 een groot deel van zijn olie kwijt toen het zuiden van het land zich afscheidde. Het Internationaal Monetair Fonds riep Sudan vorig jaar op om de brandstofsubsidies, waar meer dan driekwart van alle belastinginkomsten naartoe gaan, af te bouwen. De regering probeerde het, waarna rellen uitbraken. Die volkswoede werd neergeslagen door de autoriteiten.