Volgens een naaste medewerker van Qureia, kabinetssecretaris Hassan Abu Libdeh, hebben de Palestijnse extremisten signalen afgegeven dat zij bereid zijn tot een staakt-het-vuren met Israël.

Qureia zei zondag dat het wachten is op de komst van Omar Suleiman, het hoofd van de Egyptische inlichtingendienst, met wiens hulp eerdere bestandsovereenkomsten konden worden gerealiseerd. Suleiman zal de Palestijnse premier bijstaan bij diens overleg met leiders van de Hamas en de Islamitische Jihad. Hij werd vandaag in Ramallah verwacht.

Abu Libdeh zei er vertrouwen in te hebben dat Israël en de Palestijnen op korte termijn een einde zullen maken aan drie jaar oorlogvoering. Hij zei dat het van Israël afhangt of het bestand standhoudt. „De Palestijnse partijen geven ons zeer positieve signalen.”

Een staakt-het-vuren zou van groot belang zijn voor de regering-Qureia, die vorige week aantrad. Een eerder bestand, dat totstandkwam onder Qureia’s voorganger Mahmoud Abbas, stortte afgelopen zomer ineen door een nieuwe geweldsgolf.

Het eerdere bestand was eenzijdig afgekondigd door beide Palestijnse militante organisaties. De politiek leider van de Hamas, Khaled Mashaal, zei zondag dat dat een fout was die hij niet opnieuw zal maken. De Hamas is nu alleen nog maar bereid de wapens neer te leggen als Israël dat ook doet.

Mogelijk ontmoeten Qureia en zijn Israëlische ambtgenoot Ariel Sharon elkaar binnen enkele dagen. In hun gesprek moet het enigszins op de achtergrond geraakte vredesplan, de routekaart naar vrede, centraal staan. Een ander belangrijk onderwerp wordt de bereidheid van de Palestijnen de extremisten in eigen kring in de hand te houden. Qureia heeft -net als zijn voorganger Abbas- gezegd dat hij geen klopjacht op de Hamas en de Islamitische Jihad zal organiseren. Hij wil ze er met argumenten toe brengen af te zien van geweld.

In Israël is zondag begonnen met het per post versturen van bijna 2 miljoen exemplaren van het zogenoemde Akkoord van Genève, een alternatief vredesplan dat buiten de regering om is opgesteld door prominente Israëliërs en Palestijnen.

Tegen het eind van de week moeten alle Hebreeuwssprekende Israëliërs een kopie van het 47 pagina’s tellende akkoord in de bus hebben gehad. Daarna volgen versies voor de Arabisch- en Russischtalige huishoudens. Particuliere donoren en internationale organisaties financieren het project, verklaarde de woordvoerder van de Israëlische vredesonderhandelaar en voormalig minister van Justitie Yossi Beilin.

In de Palestijnse gebieden wordt weinig post verspreid. Daarom worden de details van het akkoord daar gepubliceerd in kranten. Zondag stond al een versie in de krant Al-Quds.

Het alternatieve vredesplan, dat met bemiddeling van Zwitserland is opgesteld en op een nog onbekend tijdstip in Genève zal worden gepresenteerd, gaat uit van een Palestijnse staat op vrijwel al het grondgebied dat Israël in 1967 heeft veroverd. Ook krijgen de Palestijnen zeggenschap over hun heiligdommen in de oude stad van Jeruzalem. Daar staat tegenover dat de Palestijnen het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen en hun nazaten, bij elkaar zo’n vier miljoen mensen, op moeten geven.