Verkiezingen Servië weer mislukt
De Servische presidentsverkiezingen van zondag, de derde binnen een jaar, lijken opnieuw te zijn uitgelopen op een mislukking. De opkomst bleef met zo’n 36 procent ruim onder het wettelijk minimum van 50 procent. Dat betekent dat de verkiezingen ongeldig zijn.
Het is niet duidelijk wat er nu gaat gebeuren, omdat ook het parlement de afgelopen week werd ontbonden. Officieel kan een ontbonden parlement geen nieuwe presidentsverkiezingen uitroepen, daarom zal er waarschijnlijk pas in januari een nieuwe datum worden vastgesteld waarop de Serviërs opnieuw een poging kunnen wagen om een president te kiezen.
Twee Servische oppositiepartijen hadden tot een boycot van de kiesgang zondag opgeroepen, dus het fiasco van de verkiezingen werd al min of meer voorzien.
De radicale nationalist Tomislav Nikolic kreeg volgens de eerste uitslagen met 44 procent de meeste stemmen. De democratische kandidaat Dragoljub Micunovic werd tweede met 38 procent. „Helaas was de opkomst te laag”, zei Nikolic, die zijn ’overwinning’ opdroeg aan Vojislav Seselj, de radicale nationalist die wegens oorlogsmisdaden terechtstaat voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.
„De politici krijgen wat ze verdienen”, zei onafhankelijk politiek commentator Stefan Gredelj, die de lage opkomst vooral wijt aan het constante geruzie binnen de regerende coalitie, die nauwelijks nog aan regeren toe lijkt te komen. Het uitblijven van economische groei heeft ook bijgedragen aan de desillusie onder de bevolking.
De grootste oppositiepartij, de Democratische Partij Servië (DSS) van Vojislav Kostunica, oud-president van Joegoslavië, heeft geen presidentskandidaat naar voren geschoven en riep de bevolking op niet te gaan stemmen. De DSS wilde zo haar eis van vervroegde parlementsverkiezingen kracht bijzetten. Die verkiezingen komen er op 28 december, heeft de regering inmiddels besloten, maar de boycot bleef van kracht.
Veel Serviërs lijken de parlementsverkiezingen af te wachten alvorens zich richting een stembureau te wagen. Micunovic, die volgens alle opiniepeilingen de meeste stemmen zou krijgen, zei te hopen dat de kiezers zich voor 28 december het belang van democratie realiseren. De uitkomst van de presidentsverkiezingen omschreef hij als „een nederlaag voor Servië.”
Servië doet het zonder president sinds Milan Milutonovic zich dit jaar meldde bij het Joegoslavië-tribunaal. Een parlement is er sinds vorige week ook niet meer: dat is in afwachting van de vervroegde verkiezingen ontbonden. Het land heeft dus alleen nog een demissionaire regering.
Premier Zoran Zivkovic zei dat angst voor een machtsvacuüm ongegrond is. „De mensen hoeven niet bang te zijn. De regering is in staat voor stabiliteit te zorgen totdat er een nieuw parlement is gekozen.”
Hij werd tegengesproken door een van zijn eigen vice-premiers, Zarko Korac, die zei dat Servië „een gevaarlijke en dramatische fase” ingaat.
Micunovic (73) was de presidentskandidaat van de regerende coalitie. Hij is hoogleraar, geldt als een oprecht democraat en wordt door niemand van corruptie beschuldigd - betrekkelijk uniek onder Servische politici. De 51-jarige Nikolic, zijn voornaamste rivaal, is zeer antiwesters en heeft onder meer beloofd niemand meer uit te leveren aan het Joegoslavië-tribunaal.
Een van de mensen die zich zondag meldden in een opvallend rustig stembureau in het centrum van Belgrado was de 66-jarige Darinka Timotijevic. „De afgelopen twee keer heb ik niet de moeite genomen om te gaan stemmen. Maar eigenlijk is het toch een schande dat we geen president hebben.”
De verkiezingen zijn rustig verlopen. Het enige incident deed zich voor in Pristina, waar onbekenden in de nacht van zaterdag op zondag de ramen insloegen van een van de weinige stembureaus in Kosovo. De provincie wordt bestuurd door de Verenigde Naties, maar is formeel nog steeds deel van Servië. De bevolking mocht er dus stemmen. Alleen sommige Serviërs deden dat. De etnisch Albanese meerderheid, die een onafhankelijk Kosovo wil, liet de verkiezingen geheel aan zich voorbijgaan.