Over het verdrag tussen de regering en het Leger voor de Verdediging van de Democratie (FDD) zijn de afgelopen maand in Zuid-Afrika onderhandelingen gevoerd. Details zijn niet bekendgemaakt, maar het document is deels gebaseerd op de teksten van eerdere, niet of nauwelijks nageleefde bestandsovereenkomsten. Er wordt ruwweg voorzien in machtsdeling tussen Hutu’s en Tutsi’s in het leger, het parlement en het kabinet.

De Burundese president Domitien Ndayizeye riep ten overstaan van ongeveer 200 genodigden de internationale gemeenschap op tot financiële steun, zodat de rebellen kunnen worden gedemobiliseerd en ontwapend. FDD-leider Peter Nkurunziza zei dat hij alle leden van zijn beweging had verzocht de wapens neer te leggen.

De op een na grootste rebellengroepering, het Nationaal Bevrijdingsleger (FNL), behoort niet tot de ondertekenaars van de vredesovereenkomst. FNL-rebellen namen de afgelopen week nog de Chinese ambassade in de hoofdstad Bujumbura met mortiergeschut onder vuur.

De burgeroorlog in Burundi woedt sinds 1993 en heeft naar schatting aan 200.000 mensen het leven gekost. Sinds 2001 is een overgangsregering aan de macht, na vredesbesprekingen waarbij de FNL niet betrokken was.