DBM heeft uitstel van betaling aangevraagd voor de bv waarin de winkels van Björn Borg zijn ondergebracht. Momenteel wordt met de bewindvoerder gesproken over een doorstart in sterk afgeslankte vorm. Van de 24 winkels zullen er naar verwachting 7 of 8 overblijven. De Bruijn verwacht daar binnen 2 weken uitsluitsel over te kunnen geven.

De ingreep is een gevolg van de aanhoudende economische crisis, die met name in Nederland de detailhandel hard treft. „Nederland gaat steeds goedkoper ondergoed kopen”, zei De Bruijn. De laatste 3 jaar liep het aantal bezoekers in onze winkels met zo’n 20 à 25 procent terug. We hebben steeds geprobeerd de organisatie daarop aan te passen maar op een gegeven moment hou je dat gewoon niet meer vol.’’

Een bijkomend probleem is dat steeds meer consumenten ondergoed bestellen in webwinkels. „Inmiddels wordt 30 procent van al het ondergoed gekocht via internet”, zei De Bruijn. „Dat is een trend die we de laatste jaren natuurlijk wel aan zagen komen, maar wij hadden niet verwacht dat het zo hard zou gaan.”

De groothandelspoot, die volgens De Bruijn ook meteen de grootste schuldeiser is van de winkeltak, blijft buiten schot. Wel zal de omzet daar een flinke tik krijgen. De directeur rekent op een extra daling met zo’n 15 procent. Daarbij gaat hij er vanuit dat de winkels die overblijven, meer klanten gaan trekken, net als de webshop en de circa 400 overige verkooppunten die het merk in Nederland heeft.

Het Zweedse hoofdkantoor van Björn Borg schat dat de reorganisatie ten koste gaat van 3 tot 4 procent van de wereldwijde jaaromzet. Toch blijft Nederland belangrijk voor het bedrijf. „Ons merk behoudt een sterke positie, zelfs nu de Nederlandse economie worstelt met grote problemen”, stelde topman Arthur Engel in een verklaring.