Binnenland

Betrokkenheid bij school worsteling voor ouders

DEN HAAG. Ouders en leraren vinden dat samenwerking belangrijk is voor de leerresultaten van kinderen, maar worstelen in de praktijk met het afbakenen van verantwoordelijkheden. Leraren vinden dat de inzet van een deel van de ouders tekortschiet.

Redactie onderwijs
24 September 2013 10:33Gewijzigd op 15 November 2020 05:59
beeld ANP
beeld ANP

Dat stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau na onderzoek waarvan de resultaten maandagmiddag werden gepresenteerd.

Vooral ouders in het basisonderwijs zijn thuis sterk betrokken bij het onderwijs van hun kinderen. Naarmate kinderen ouder worden, neemt de praktische hulp af en verschuift betrokkenheid meer naar praten over school en toekomst en naar toezichthouden op het schoolbezoek en op het maken van huiswerk.

In het basis- en het voortgezet onderwijs is er veel contact tussen ouders en school. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is er minder contact en voelen ouders zich minder goed geïnformeerd.

Veel ouders vinden dat de school hen erop mag aanspreken dat ze zich thuis inzetten voor het onderwijs van hun kind. Ouders van mbo-studenten zijn hierop geen uitzondering, al zijn hun kinderen ouder en zelfstandiger. Ook vinden ouders dat zij een taak hebben bij het tegengaan van probleemgedrag, spijbelen en schooluitval van hun kind.

Maar het afbakenen van verantwoordelijkheden is lastig. Ruim 80 procent van de ouders in het basisonderwijs (bao) en voortgezet onderwijs (vo) vindt dat ze de school moeten steunen bij het handhaven van de regels. Als het gaat om bestraffing van hun eigen kind zijn ouders echter wat minder geneigd de leraar te steunen (62 procent in bao, 54 procent in vo) en vinden vrijwel alle ouders (90 procent in bao en vo) dat zij recht hebben op uitleg. Acht van de tien ouders vinden bovendien dat leraren moeten openstaan voor kritiek op hun aanpak.

Leraren, schoolleiders en managers erkennen eveneens het belang van samenwerking tussen ouders en school. In de praktijk voelen zij zich niet altijd door ouders gesteund in hun gezag. Ook vinden ze dat ouders zich niet mogen bemoeien met de inhoud en aanpak van het onderwijs. Als ouders kiezen voor een school hebben ze zich te houden aan de regels die daar gelden en moeten ze deze steunen, vinden de docenten en directieleden.

Wat ouders thuis doen, vinden leraren ook niet altijd goed. Volgens hen stellen sommige ouders te hoge eisen aan hun kind, terwijl anderen het kind juist te veel aan zijn lot overlaten, of ze bieden thuis onvoldoende rust en structuur. In het basisonderwijs zien leraren en schoolleiders de participatie van ouders in de school teruglopen.

Laagopgeleide ouders en ouders met een migrantenachtergrond zijn voor de school vaak moeilijk te bereiken. Daarbij speelt volgens de docenten mee dat deze ouders vaker de vaardigheden missen om met de school in gesprek te gaan. Ook problematische thuissituaties van leerlingen en studenten kunnen de samenwerking belemmeren. De communicatie met gescheiden ouders is soms lastig.

Veel ouders vinden dat het onderwijs zich moet richten op een breed palet van doelen, zoals het leren samenwerken, zelfstandig leren werken en kritisch leren nadenken, terwijl ze ook sociale doelen belangrijk vinden. In het basisonderwijs zijn leraren en schoolleiders echter van mening dat ouders als het erop aankomt, toch de nadruk leggen op goede resultaten bij taal en rekenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer