Wirwar van belangen rond Syrië
Het gebruik van gifgas in Syrië is aanleiding tot een ingewikkeld machtsspel om invloed in het Midden-Oosten. Het lijkt een tamelijk ongecontroleerd proces, waarbij onduidelijk is wie nu aan welke touwtjes trekt en waarom. De huidige ontwikkelingen vertellen echter niet alleen iets over de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten, maar ook op wereldschaal. Een overzicht van de hoofdrolspelers met commentaar van politicoloog Peyman Jafari (UvA).
Om de wereldmacht te behouden
Washington is er veel aan gelegen de positie van Iran in de regio te verzwakken. Het gaat uiteindelijk om de Amerikaanse invloed in het Midden-Oosten en de wereld. China –en Rusland– moet daarbij op afstand worden gehouden.
De crisis in Syrië biedt de VS de kans om de invloed van Iran terug te dringen. Sinds de Irakoorlog in 2003 is die gegroeid, ten koste van Amerikaanse invloed.
Als het regime in Damascus valt of sterk verzwakt, zal dit ook zijn weerslag hebben op het functioneren van Hezbollah in Libanon. Syrië is een belangrijk doorvoerland voor wapens vanuit Iran naar de beweging. Mocht er ooit een aanval op de nucleaire installaties in Iran komen, dan is een zwak Hezbollah belangrijk om represailles tegen Israël te voorkomen. De val van Assad levert dus ook een veiliger Israël op. Gesteld uiteraard dat Syrië dan een stabiel bewind krijgt. En daar zit een belangrijke haper.
De VS hebben belang bij invloed in Midden-Oosten vanwege de olie. Sommigen menen dat dit zelfs het primaire belang is. Een recent artikel in de Britse krant The Guardian kopte: ”Syrische interventie ingegeven door oliebelangen, niet vanwege zorg om chemische wapens”. Het artikel refereert onder meer aan een strategisch document uit 2008 waarin de olie in het Midden-Oosten als motief wordt genoemd om in de regio actief te blijven.
Commentaar Peyman Jafari:
„Ik vind het te ongenuanceerd om te zeggen dat het de VS puur om de olie te doen is. Het gaat om een nog vergaander belang: het behoud van de wereldmacht. De VS zijn militair nog altijd het sterkste land ter wereld, maar economisch hebben ze in landen als China een geduchte concurrent. Toegang tot olie is cruciaal om te blijven groeien en de VS willen voorkomen dat China straks aan alle oliekranen zit. De VS willen dus zowel de invloedssfeer van China als die van Iran indammen.
Er is een groep Amerikanen die wellicht het liefst had gezien dat Assad nu definitief was aangepakt. Een ander deel wil het echter per se niet. In het diplomatieke spel van de VS rond Syrië is die binnenlandse verdeeldheid terug te zien. Intussen lijkt het erop dat de VS met een stabieler Iran te maken hebben dan een jaar geleden.”
Om Iran klein te houden
In het Midden-Oosten zijn er twee grote machtsblokken: een soennitisch en een sjiitisch. De soennitische grootmacht is Saudi-Arabië, met in het kielzorg Qatar.
De oppositiegroepen in Syrië zijn soennitisch. Saudi-Arabië en Qatar steunen die tegenover het alevitische (een tak van het sjiisme) regime-Assad. Wapens en materieel vanuit de golfstaten lijken vooral te belanden bij groepen van islamistische snit.
De golfstaten zien de crisis in Syrië als een mogelijkheid om de invloed van Iran in de regio terug te dringen en hun eigen positie te verstevigen.
Een grote rol speelt prins Bandar bin Sultan: het hoofd van de Saudische veiligheidsdiensten. Sinds zijn aanstelling in juli 2012 probeert hij met alle mogelijke middelen Assad ten val te brengen.
Commentaar Peyman Jafari:
„Saudi-Arabië zwengelt het sektarische karakter van de strijd in Syrië aan door sjiieten op te zetten tegen soennieten. Die laatsten moeten ze vervolgens ‘beschermen’.
Het is het regime in Riyad er uiteindelijk om te doen Iran te controleren. „Hak de kop van de slang eraf”, zei de Saudische koning Abdullah al in 2010 tegenover Washington. Met het wegvallen van de oude regimes in Tunesië en Egypte is de macht van Iran te veel toegenomen naar de smaak van landen als Saudi-Arabië en Qatar.”
Om binnenlandse rust
De betrokkenheid van Frankrijk en Groot-Brittannië bij Syrië gaat ver terug. Beide landen zijn altijd voorstander geweest van het leveren van wapens aan de Syrische rebellen.
De Britten en Fransen zijn als grootste militaire mogendheden in de EU vanouds geneigd hun macht in de wereld uit te dragen. Ze beseffen daarbij dat het Syrische conflict de toekomst van de hele regio bepaalt.
Sommige analisten wijzen op de spanningen tussen moslimimmigranten en autochtonen in Frankrijk en Groot-Brittannië. De regimes zouden hun acceptatie onder moslims willen opvijzelen door zich te scharen aan de zijde van de meerderheid van de Arabieren. Die is voor interventie in Syrië.
n Opmerkelijk is een uitspraak die de Franse oud-minister van Buitenlandse Zaken Roland Dumas in juni deed op de Franse televisie over een bezoek aan Groot-Brittannië in 2009: „Ik ontmoette Britse beambten die me toevertrouwden dat ze iets aan het voorbereiden waren in Syrië. (…) Groot-Brittannië was militairen aan het klaarstomen voor een inval in Syrië.” Dat is dus al twee jaar voor het begin van de onlusten in 2011. Volgens Dumas duidt het erop dat een invasie in Syrië allang voorbereid wordt. „Het is belangrijk te weten dat het Syrische regime zeer anti-Israël is”, verklaarde Dumas zelf.
Om Amerika in te dammen
Rusland staat te boek als de grootste wapenleverancier van het Syrische regime en blokkeert samen met China sancties en maatregelen tegen het land in de VN-Veiligheidsraad.
Moskou wil de Amerikaanse invloedssfeer in het Midden-Oosten beperken. Het heeft geen vertrouwen in Amerika’s bedoelingen in de regio. Volgens Moskou schuilen achter de humanitaire overwegingen van de VS vooral politieke en economische belangen.
Rusland heeft economische belangen in Syrië. Analisten schatten de omvang van Syrische contracten voor de Russische wapenindustrie op zo’n 3 miljard euro.
Rusland heeft een marinehaven in de Syrische stad Tartus. Dat is de enige directe toegang die het Russische leger heeft tot de Middellandse Zee.
Mensenrechtenactivisten wijzen erop dat de Russische president Poetin ook aan zijn eigen positie denkt. „In het wereldbeeld van Poetin kan Assad niet verliezen omdat het betekent dat hij, Poetin, ook zou kunnen omvallen”, zei Anna Neistat van Human Rights Watch tegenover CNN.
Commentaar Peyman Jafari:
„Rusland en China positioneren zich in hun Midden-Oostenpolitiek tegenover het Westen, maar zijn niet uit op een ultieme confrontatie met de VS. Rusland zou bijvoorbeeld S300 luchtafweerraketten aan Iran leveren, maar zag daar onder Amerikaanse druk van af. Rusland en China stemden in de VN-Veiligheidsraad bovendien mee met sancties tegen Iran.
De botsing rond Syrië en de ervaring met Libië heeft de houding van Rusland overigens wel verscherpt. Rusland is zich veel harder gaan verzetten.”
Om invloed en stabiliteit
De buurlanden van Syrië hebben te maken met grote stromen vluchtelingen. In Libanon en Irak slaat het sektarische conflict tussen soennieten en sjiieten bovendien over de grenzen.
- In de instabiele buurlanden Irak en Libanon steunen regering en oppositie tegengestelde zijden in het Syrische conflict: retorisch, financieel en door het sturen van strijdkrachten.
n De Libanese terreurbeweging Hezbollah en de Iraakse regering steunen het Syrische regime, terwijl soennitische politici in Libanon en soennitische stammen en jihadistische groepen in Irak aan de kant van de rebellen staan. De strijd slaat daarmee over naar de buurlanden.
Langs de grens met Turkije en Syrië vinden gevechten plaats, die gemakkelijk kunnen escaleren en Turkije in een oorlog kunnen meeslepen. In oktober 2012 trokken Turkse troepen de grens naar Syrië over. Het regime in Ankara is bovendien bang voor een nieuwe autonome Koerdische regio in het noorden van Syrië, naast die in het noorden van Irak. Het zou de separatistische gevoelens van de Koerden in Turkije weer kunnen aanwakkeren. De relatie tussen Turkije en Syrië is al lange tijd gespannen. Het land steunt dan ook de oppositie in Syrië.
Israël is sterk gekant tegen het regime-Assad, maar vreest evenzeer de chaotische situatie in Syrië die zou ontstaan na de val van het regime-Assad. Israël zou in principe echter belang hebben bij verzwakking of verdrijving van het regime-Assad omdat het de grote tegenstrever Iran verzwakt.
Commentaar Peyman Jafari:
„Het is zorgwekkend dat er vanuit soennitische groepen in buurlanden veel steun is voor jihadistische groepen in Syrië. Er gaan grote hoeveelheden wapens de grenzen over. Met name de rol van het instabiele Irak is daarbij zorgelijk.
Ik vermoed dat Israël ten diepste niet blij is met de diplomatieke oplossing die er nu rond Syrië ligt. Zoals Iran Israël als vijand nodig heeft, heeft Israël Iran nodig als tegenstrever. De recente vriendelijke woorden rond Joods Nieuwjaar van Iran naar Israël zie ik als terugkeer naar het normale, oude patroon: Iran accepteert de staat Israël niet, maar heeft geen vijandelijke gevoelens ten opzichte van Joden.”
Om in het zadel te blijven zitten
Als sjiitische grootmacht in de regio speelt Iran een cruciale rol in het conflict. Het land heeft aangeboden bemiddelaar te zijn voor Syrië, maar is zelf ook partij in het conflict.
Iran staat aan de kant van de alevitische president Assad vanwege religieus-ideologische verwantschap. Opmerkelijk is wel dat de nieuwe Iraanse president Rohani deze week aangaf een nieuwe Syrische president te zullen accepteren, „mits die door het volk gekozen is.” De kans dat er binnenkort verkiezingen zijn, is echter klein.
Politieke en religieuze leiders in Iran spreken van een westers-Israëlisch complot tegen het land. De val van Assad zou enkel een opmaat zijn om ook het bewind in Teheran een zetje te geven. Iran ziet het conflict rond Syrië als uiting van een bredere ideologische strijd tegen Amerikaans-Israëlische hegemonie.
Syrië was de enige Iraanse bondgenoot tijdens de achtjarige oorlog met Irak, van 1980 tot 1988. In die jaren stond vader Hafez al-Assad aan het roer in Syrië. Het laatste wat Iran wil is een door soennieten gedomineerd Syrië als buurland, te meer omdat de belangrijkste bondgenoten van de Syrische rebellen Saudi-Arabië en Qatar zijn: Irans rivalen aan de Perzische Golf.
Syrië is voor Iran de belangrijkste doorvoerroute naar de sjiitische Hezbollah in Libanon. De beweging kan door Iran ingezet worden tegen Israël.
Commentaar Peyman Jafari: „Iran voelt zich regionaal in het nauw gedrukt: de VS intervenieerden in de buurlanden Irak en Afghanistan en in de Perzische Golf liggen de Amerikaanse oorlogsschepen. Iran voelt zich omsingeld en zal het bevriende regime in Syrië daarom nooit laten vallen. Iran is dan ook opgelucht dat een confrontatie in Syrië voorlopig van de baan lijkt te zijn. Opmerkelijk zijn de signalen die de nieuwe Iraanse president, Rohani, nu uitzendt dat hij in gesprek wil met het Westen. Hij geeft daarmee de boodschap af dat er met hem te praten valt, ook over het nucleaire dossier.
Iran heeft er belang bij de tegenstelling tussen soennieten en sjiieten te overstijgen. Het hamert daarom geregeld op de solidariteit van alle moslims, waarbij Israël fungeert als gemeenschappelijke vijand.”
Over het akkoord
De deal tussen Rusland en de Verenigde Staten rond Syrië kent geen winnaar, stelt dr. Jonathan Eyal van de Londense denktank voor veiligheidsvraagstukken RUSI. Hij noemt de deal „een lukrake overeenkomst” die beide landen wel moesten aannemen omdat ze zwakker zijn dan ze willen erkennen. Obama had moeite binnenlandse steun te vinden voor een inval, maar volgens Eyal was Poetin net zo gebonden. Poetin weet immers dat zijn veto’s in de Veiligheidsraad de VS er niet van zullen weerhouden een operatie in Syrië te beginnen. Hij weet ook dat, als zo’n operatie begint, Rusland geen enkele invloed heeft op de uitkomst. De VS zouden bovendien gehakt maken van het Russische materieel in Syrië.