Stap in strijd voor kledingmakers Bangladesh
DEN HAAG/NEW YORK (ANP). Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) heeft weer een stap gezet op weg naar betere arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken in Bangladesh. Tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York tekende ze maandag samen met Canada en het Verenigd Koninkrijk een overeenkomst met de Internationale Arbeidsorganisatie ILO daarvoor. Dat liet haar departement maandagavond weten.
Met een programma ter waarde van 23 miljoen dollar gaat de ILO misstanden op het gebied van de brand- en bouwveiligheid in Bangladesh aanpakken, Bengaalse vakbonden, inspecteurs en ondernemersraden bijstaan en slachtoffers van de eerdere ongelukken helpen hun leven weer op te pakken.
Sinds 2006 zijn ruim 1500 textielwerkers in textielfabrieken in Bangladesh omgekomen, aldus het ministerie. Ploumen maakte enige tijd geleden 9 miljoen euro vrij voor de verbetering van de werkomstandigheden in het land. Een groot deel van het bedrag gaat nu naar het ILO-programma.
„We mogen niet accepteren dat textielarbeiders enorme veiligheidsrisico’s moeten lopen om voor ons spijkerbroeken en T-shirts te maken”, aldus de bewindsvrouw.
