Toppers voor de Christelijke Kinderboekenmaand
Het is even wennen: voor het eerst in bijna twintig jaar zijn er geen drie, maar twee actieboeken rond de Christelijke Kinderboekenmaand.
Zeker, met twee uitgaven –een voordelig prentenboek voor de jongsten en een gratis bescheiden pocketboekje voor de oudere kinderen– sluit de Werkgroep Christelijke Kinderboeken aan bij de organisator van de algemene Kinderboekenweek, de Stichting Collectieve Propaganda van Het Nederlandse Boek (CPNB). Die zorgt al sinds jaar en dag dat elke Kinderboekenweek het overbekende Kinderboekenweekgeschenk in de winkel ligt: een cadeautje bij aankoop van tien euro aan kinderboeken. Voor de kleinsten is er een wat luxer vormgegeven prentenboek te koop voor het luttele bedrag van 5 euro.
Maar ongetwijfeld zal ook de recessie en de moeilijke positie waarin de boekenbranche verkeert, hebben bijgedragen aan de keus voor de nieuwe opzet. Gelukkig heeft deze bezuiniging geen invloed gehad op de kwaliteit. Zowel ”Top” van Helga Warmels als ”Ren, juf, ren!” van Corien Oranje –beide auteurs wonnen de prijs voor het beste christelijke kinderboek– zijn qua schrijfstijl boeken om trots op te zijn. Met één maar –en dat zal voor sommigen een pijnpunt zijn– nadrukkelijk christelijk zijn de boeken niet.
Reusachtige taart
”Ren, juf, ren” is een humoristisch boek, waarbij beginnende lezers de dikgedrukte zinnen zelf kunnen lezen. De school van juf Fiep, over wie Oranje al meerdere boeken schreef, doet mee aan een meesters-en-juffenrace. Juf moet op de prijs passen: een reusachtige taart („Wel tien liter slagroom heb ik gebruikt”) en de wisselbeker, de kinderen mogen aanmoedigen. Al op de eerste bladzijde brengt meester Moddergat spanning aan. Hij is meester op een andere school dan juf Fiep en hij wil dit jaar de beker winnen. „daar zorg ik voor. let goed op. ik doe een snor voor. en een bril met een neus. zodat niemand me herkent. ssst.”
Deze ‘proloog’ mondt uit in een spannend avontuur waarbij de lezer meer weet dan de personages. Oranje kan haar figuren prachtig neerzetten, zelfs als dat in eenvoudige AVI-taal moet. Ze hebben hun eigen herkenbare rollen, lekker zwart-wit, maar dat hindert niet. Zoals Eef, die net als in eerdere juf Fiep-boeken, het liefst met haar neus in de boeken zit. Of zoals de meesters en juffen van de andere school, de antihelden van het boek. „kijk nou! die juf met die jurk eet een mars. en die man daar rookt een peuk. „dat wordt niks”, zegt rik. „dat zie je zo.”” Door zulke opmerkingen vormt de tekst een eenheid met de beweeglijke prenten van Marja Meijer (wel jammer dat de juf met de Mars bijna helemaal in de vouw van het boek wegvalt).
Mopperige opa
”Top” is officieel bedoeld voor alle kinderen uit groep 3 tot en met 8, maar Warmels mikt duidelijk op de oudste helft van de doelgroep. Het boek gaat over Jisse, een jongen van net 11 jaar oud. Hij maakt zich op om mee te doen aan de Alpe d’HuZes, de jaarlijkse tocht waarbij tientallen fietsers de steile Alpe d’Huez in Frankrijk beklimmen om geld op te halen voor kankeronderzoek. Jisses familie bewondert hem: dat hij dit ter nagedachtenis aan zijn pas overleden opa doet! Maar Jisse zit in de knoop. Hij zei in een opwelling dat het hem gaaf leek om mee te doen. Puur om het fietsen en niet om zijn stille en mopperige opa, met wie hij helemaal geen goede band had. Moet hij opbiechten dat hij het zo niet bedoelde?
Het boek –zonder twijfel Warmels’ beste tot nu toe– dwingt respect af. Een prangend innerlijk conflict, tussendoor flashbacks over de tijd rond het overlijden van opa, beeldende verwoordingen en functionele passages in staccato – ”Top” heeft het allemaal. Met prikkelende zinnen („Hij een lieve schat? Ze moest eens weten.”) houdt Warmels de aandacht van de lezer gevangen, ook al haalt ze een tikje snel de ergste druk van de ketel door Jisse ruim voor de helft van het boekje een goed gesprek met zijn vader te laten voeren over de kwestie.
Warmels’ stijl heeft vlijmscherpe randjes, die soms op de grens van het welvoeglijke liggen, maar die het verhaal tegelijk krachtig maken. Jisse lijkt behoorlijk harteloos als hij bij zijn overleden opa staat. Bovendien zou hij zijn grootvader –die volgens zijn moeder als het ware „op zijn bagagedrager zit”– het liefst van zijn fiets afschudden. Maar een gevoelloze hork is hij niet: als hij eraan denkt dat zijn oma ooit ook zal overlijden, schiet hij meteen vol.
Levensvragen
Warmels snijdt grote thema’s aan (bijvoorbeeld eerlijk zijn) en benoemt in de filosofielessen die Jisse volgt levensvragen als ”Heeft vechten tegen de dood zin?”. Daarmee onderscheidt het christelijke geschenkboekje zich van het algemene Kinderboekenweekgeschenk van dit jaar (”Je bent super… Jan” van Harmen van Straaten), dat aan de oppervlakte blijft steken.
Maar opvallend genoeg trekt Warmels vanuit de fundamentele vraagstukken die ze aan de orde stelt geen lijnen naar het christelijk geloof en biedt ze geen perspectief, zelfs niet als iemand tijdens de filosofieles een losse opmerking maakt over het sterven van Jezus. Terwijl de thematiek als het ware vráágt om meer.
Dat is meteen het verschil met ”Ren, juf, ren!”, waar de auteur helemaal geen religieuze elementen in verwerkt. Terecht, gezien het karakter van het boek. De tijd dat romans lezen per definitie verdacht vermaak was, is voorbij en ontspanning is een geaccepteerde functie van het boek geworden. En aangezien ander kindervertier (gezelschapsspelletjes, knutselen, computergames) ook zelden een levensbeschouwelijke component in zich heeft, is het onredelijk en weinig realistisch om van (christelijke) kinderboeken te verwachten dat ze wel altijd een spade dieper gaan. Het moet zeker niet leiden tot gekunstelde en ongeloofwaardige passages. Dat zou zelfs jammer zijn, nu christelijk kinderboekenland steeds meer laat zien dat het kwalitatief gezien iets in zijn mars heeft.
En wat ”Top” betreft: menig ouder zal, ondanks de kanttekeningen, zijn kind liever dit boekje in handen drukken dan het seculiere Kinderboekenweekgeschenk – waarin griezelelementen en een enkele vloek voorkomen. Wie weet kunnen de kansen die Warmels laat liggen aanleiding geven voor een goed gesprek.