Bloedbad door aanslag op kerk in Pakistan
PESHAWAR (ANP/RTR/DPA/EFE). Zeker 78 mensen zijn zondag omgekomen door een aanslag op een anglicaanse kerk in Pakistan. Twee bommen ontploften, toen kerkgangers het gebouw in de noordwestelijke stad Peshawar verlieten na de zondagsmis. Circa 135 mensen zijn gewond geraakt.
Minister van Binnenlandse Zaken, Chaudhry Nisar Ali Khan, zei dat onder de doden 34 vrouwen en zeven kinderen zijn. „Wie zijn deze terroristen, die vrouwen en kinderen doden”, riep de bewindsman op de televisie. De politie repte van een van de bloedigste aanslagen sinds lange tijd tegen de christelijke minderheid in het overwegend islamitische Pakistan. Na de terreuractie vroeg bisschop Sadiq Daniel, het hoofd van de Anglicaanse Kerk in Pakistan, om een betere bescherming voor kerken en christenen in het Centraal-Aziatische land.
Onder de doden zijn ook vrouwen en kinderen. Het zou gaan om een zelfmoordaanslag waarbij ook is geschoten. Een van de explosies was in de kerk, de andere buiten. Het doelwit was de Allerheiligenkerk, die lijkt op een moskee en in Peshawar bekend is als een symbool voor vrede. Volgens getuigen waren er op het moment van de aanslag circa 600 mensen in de kerk
Woedende betogers zijn na de aanslag de straat opgegaan. Ze staken spullen in brand van politiemensen die bij de kerk verantwoordelijk waren voor de veiligheid. Onder de slachtoffers van de aanslag zouden ook agenten zijn.
Het is nog niet duidelijk wie de aanslag heeft gepleegd. In het noordwesten van Pakistan plegen radicale moslims van de Taliban geregeld aanslagen. Premier Nawaz Sharif heeft de aanslag veroordeeld. Hij zei dat het tegen de islam indruist om aanslagen te plegen. „Terroristen hebben geen religie”, aldus Sharif.
Ongeveer 4 procent van de 180 miljoen Pakistanen is christelijk. Aanslagen op de groep komen wel voor, maar zijn voor Pakistaanse begrippen relatief zeldzaam. Wel worden christenen gediscrimineerd.