Harde strijd om Poolse zielen
Gemakkelijk zal hij het niet krijgen. Toch keerde Tomasz Pieczko terug naar zijn geboorteland, om daar de minuscule en intern verdeelde Gereformeerde Kerk te dienen. Onder de hete adem van een oppermachtige Rooms-Katholieke Kerk. „Ik wist dat ik op een geestelijk slagveld terecht zou komen.”
De renovatie van de pastorie bij de gereformeerde kerk in het Poolse dorp Zelow is op een laag pitje gezet. Vanwege de beperkte financiën. Voorlopig huist de nieuwe predikant in een paar kamers op de eerste verdieping van het gemeenschapshuis van de gemeente. Na een twaalfjarig verblijf in Frankrijk en België.
Hoe hebt u destijds de overgang van Polen naar Frankrijk ervaren?
„Het moeilijkst was voor mij dat ik totaal niet wist wat ik er kerkelijk kon verwachten. Behalve de Rooms-Katholieke Kerk kende ik inmiddels de Gereformeerde Kerk in Polen en een aantal evangelicale gemeenten, maar ik had geen idee van de situatie in andere Europese landen. De Rooms-Katholieke Kerk in Polen en die in Frankrijk zijn twee totaal verschillende werelden. In Polen zijn kerk en staat sterk verweven, de Fransen zijn allergisch voor religie in de publieke ruimte. België ligt er zo’n beetje tussenin.”
U studeerde aan de vrije theologische faculteit in Aix-en-Provence. Hoe kijkt u daarop terug?
„Met gemengde gevoelens. Aanvankelijk kostte het me veel energie om de colleges te volgen, omdat ik het Frans nog niet goed machtig was. Met het toenemen van mijn kennis van de taal kreeg ik steeds meer vragen bij de inhoud van de colleges. De vrije faculteit van Aix is opgericht om de gereformeerde kerken in Frankrijk te ondersteunen, maar in mijn tijd had ik het gevoel de enige gereformeerde student te zijn. Ook organisatorisch verkeerde de faculteit in een crisis.”
Waardoor ging u na uw uittreden als priester zo uitgesproken gereformeerd denken?
„Na mijn afscheid van de Rooms-Katholieke Kerk begon voor mij een zoektocht langs alle mogelijke protestantse kerken in Polen. Op een zondag in het begin van 2000 bezocht ik een kerkdienst van de gereformeerde kerk in Warschau, waar toen de voluit calvinistische Zdzislaw Tranda predikant was. Het was alsof ik thuiskwam. Eindelijk had ik gevonden wat ik zocht. Ik ben me daarna intensief gaan verdiepen in de gereformeerde leer.
Keer op keer kwam ik tot de conclusie: „Dít stemt overeen met wat de Bijbel zegt.” Daardoor durfde ik me toe te vertrouwen aan de gereformeerde religie, ondanks alle teleurstellingen die ik opdeed met mensen die beweerden gereformeerd te zijn. De hypocrisie die ik in de Rooms-Katholieke Kerk had meegemaakt, kwam ik ook in het protestantisme tegen.”
Verwarde u dat niet?
„Nee, ik ging steeds meer beseffen dat we het alleen van Christus moeten verwachten, niet van mensen of kerken en kerkelijke structuren. Ik heb nooit spijt gehad van mijn afscheid van de Rooms-Katholieke Kerk. Wel ben ik realistischer tegen de protestantse kerken aan gaan kijken.”
Welke gereformeerde theologen hebben uw denken gestempeld?
„In de eerste plaats zijn dat Calvijn en Beza. Als het om mensen van recenter datum gaat, denk ik aan Pierre Courthial, de oprichter van de gereformeerde theologische faculteit in Aix-en-Provence. Die stond in zijn opvattingen dicht bij Cornelius van Til, een bekende Amerikaanse calvinist. Ook van Van Til heb ik veel geleerd.”
Hoe beoordeelt u de Institutie van Calvijn?
„Als een monument van de gereformeerde leer waar je elke keer weer bij terugkomt. Alle wezenlijke onderdelen van de Bijbelse leer kom je erin tegen.”
Calvijn kan behoorlijk tekeergaan tegen rooms-katholieke theologen. Vond u dat als uitgetreden priester niet moeilijk?
„Nee, vanaf de eerste keer dat ik de Institutie las, begreep ik dat het Calvijn niet ging om het bestrijden van rooms-katholieken, maar om de bekering van mensen. Achter de soms harde woorden proef je zijn pastorale zorg.”
Wat voegde de studie in de protestantse theologie toe aan de theologische opleiding die u al had gevolgd?
„Academisch gezien had de rooms-katholieke opleiding een hoger niveau, met name op het gebied van filosofie en kerkgeschiedenis. Daarin zijn de meeste protestantse theologen weinig onderlegd. Daar staat tegenover dat op protestantse faculteiten de Bijbelwetenschappen op een hoger niveau staan. Ik ben blij dat ik beide studies heb gevolgd.”
Wat is voor u kenmerkend voor de klassiek gereformeerde theologie?
„In de eerste plaats de bekende sola’s van de Reformatie. Daarnaast denk ik vooral aan de nadruk op de soevereiniteit van God, op alle terreinen van het leven. Daar ben ik ook persoonlijk diep van doordrongen geraakt.”
Door uw werk voor stichting In de Rechte Straat kwam u ook in aanraking met reformatorische kerken in Nederland. Hoe hebt u die ervaren?
„Heel verschillend. Er waren gemeenten bij waar ik me direct thuis zou voelen. Ik ben ook in gemeenten geweest waar de vorm belangrijker leek dan de inhoud. Dat vond ik nogal choquerend, ik zeg het maar eerlijk.”
Hebt u al die jaren contact gehouden met Polen?
„Zeker, door de moderne media is dat erg eenvoudig. Via internet had ik onder meer contact met priesters die overwogen uit te treden of al uitgetreden waren. Af en toe bracht ik een bezoek aan familie en vrienden. Voor Nowiny, het kwartaalblad van de van oorsprong Tsjechische gemeenten binnen de Gereformeerde Kerk in Polen, schreef ik op verzoek artikelen.
De gemeenten van de ”Tsjechische driehoek” hebben mij twee jaar geleden gevraagd om op de synode het Bijbels-conservatieve standpunt over homoseksualiteit te verwoorden. Dat onderwerp stond hoog op de agenda, onder meer vanwege een homolobby binnen de Gereformeerde Kerk in Polen.”
Kunt u een typering geven van deze kerk?
„Dat is bijna onmogelijk, vanwege de grote onderlinge variatie: van conservatief tot zeer progressief. De actieve houding van verschillende progressieve gemeenteleden richting de media wekt naar buiten toe de indruk dat de Gereformeerde Kerk in Polen voor het merendeel liberaal is. Dat is een vertekend beeld. In werkelijkheid is het grootste deel van de Gereformeerde Kerk in dit land nog altijd behoorlijk conservatief, maar dit deel laat zich minder horen via de pers.”
Hoe verklaart u dat het consistorie van de Gereformeerde Kerk in Polen unaniem voor uw benoeming in Zelow was?
„Op dit moment zitten er uitsluitend Bijbels-conservatieve kerkleden in het consistorie. Die behoudende samenstelling is te danken aan het feit dat liberale afgevaardigden naar de synode het in het verleden niet al te best hebben gedaan. Het gevolg was dat er ook vanuit de meer liberale gemeenten behoudende afgevaardigden werden gestuurd. Op de synode mogen de afgevaardigden zelf bepalen wie ze in het consistorie kiezen. Dat is de laatste vier, vijf jaar beduidend behoudender geworden.”
De gemeente van Zelow is gesticht door Moravische broeders uit Tsjechië. Wat is daar nog van te merken?
„Je ziet het onder meer aan de liturgie. Die is soberder dan de liturgie in de originele Poolse gemeenten binnen de Gereformeerde Kerk in Polen. De Tsjechische gemeenten zijn beducht voor alles wat aan de Rooms-Katholieke Kerk doet denken.
Gebeurtenissen in het recente verleden van de gemeente hebben hun weerslag gehad op het geestelijk peil. Daarom is er nu veel werk te verrichten, om het geestelijk leven weer op te bouwen. Daarbij is Bijbels gereformeerd onderwijs van groot belang.”
Zag u het als een bijzondere roeping van God om hiernaartoe te gaan?
„Absoluut. Ik wist dat ik op een geestelijk slagveld terecht zou komen. Het is Gods wil dat deze gemeente weer wordt opgebouwd, daar ben ik van overtuigd, maar de satan zet alles op alles om dat te voorkomen. Daarvoor maakt hij niet alleen gebruik van spanningen binnen de gemeente, maar ook van de macht van de Rooms-Katholieke Kerk in Polen. Die is in de achterliggende twaalf jaar enorm toegenomen.
Vroeger regeerde hier de Communistische Partij, nu de Rooms-Katholieke Kerk. De Communistische Partij controleerde alleen het publieke leven, de Rooms-Katholieke Kerk wil ook over het privéleven en het geweten van de mensen heersen. Niet om hen dichter bij God te brengen, maar om hen te manipuleren.
De weerzin van de bevolking tegen de Rooms-Katholieke Kerk neemt toe, maar de meeste mensen durven niet te zeggen wat ze denken. Uit angst voor represailles. Een van mijn gemeenteleden werkt bij een elektriciteitscentrale. Verschillende collega’s zouden best eens naar een protestantse kerk willen komen, maar ze durven niet. Ook ik word geconfronteerd met de macht van de Rooms-Katholieke Kerk. Het vraagt veel tact en wijsheid om daar goed mee om te gaan.”
Ziet u uw toekomst in Polen?
„In principe wel. De tijd zal leren of ik het volhoud, zowel lichamelijk als psychisch. In die paar weken heb ik al geleerd dat je hier voortdurend onder grote druk leeft. Daarom vraag ik aan alle protestantse christenen die ik ontmoet om gebed. Het predikantschap in Zelow is niet een mooie baan, maar een harde strijd om de zielen van mensen.”
Tomasz Pieczko
Tomasz Pieczko (1965) studeerde rechten aan de universiteit van Krakau. Gevoelens van innerlijke leegte brachten hem ertoe zich aan te sluiten bij de kloosterorde van de kapucijnen. Na het noviciaat studeerde hij filosofie in Krakau en theologie in het Italiaanse Genua. In april 1994 werd hij tot priester gewijd. De jaren erna groeiden zijn vragen bij rooms-katholieke dogma’s en het leven van de clerus. In 1997 legde hij het priesterambt neer. Hij sloot zich aan bij de gereformeerde kerk van Warschau. Met financiële hulp van stichting In de Rechte Straat studeerde hij protestantse theologie in Aix-en-Provence. Aansluitend was hij predikant in het Franse Maubeuge en het Belgische Mons. Onlangs keerde hij terug naar Polen. Pieczko is gehuwd met Renata Skibinska.