Nieuw asielverzoek merendeel bewoners Vluchtkerk
AMSTERDAM. Het grootste deel van de afgewezen asielzoekers uit de voormalige Vluchtkerk in Amsterdam (94 personen) is bezig met het verzamelen van bewijsmateriaal om een nieuwe asielprocedure te starten of zit alweer in zo’n procedure.
Dat blijkt uit een analyse van de dossiers van de groep van 159 asielzoekers door een regionale werkgroep van VluchtelingenWerk. Het onderzoek, dat donderdag naar buiten kwam, toont ook aan dat voor veertig voormalige bewoners van de Vluchtkerk geen aanknopingspunt is gevonden voor een nieuwe procedure. Zes van hen zijn bezig met het voorbereiden van terugkeer naar het land van herkomst. Drie anderen zijn inmiddels teruggekeerd. Om welke landen het gaat kon een woordvoerster vanochtend niet zeggen.
VluchtelingenWerk voerde het onderzoek uit in opdracht van de gemeente Amsterdam. De bewoners van de voormalige Vluchtkerk zitten sinds juni, met andere uitgeprocedeerden, in de zogeheten Vluchtflat in de hoofdstad. Zij kunnen daar tot 1 oktober blijven.
VluchtelingenWerk adviseerde de gemeente gisteren om de groep „opvang met perspectief” te bieden. „Dat perspectief kan juridisch perspectief op een legaal verblijf in Nederland, terugkeer naar het land van herkomst of doormigratie naar een ander land zijn.” De belangenorganisatie benadrukt het belang van „goede begeleiding.”
Burgemeester Van der Laan heeft staatssecretaris Teeven gisteren geschreven dat een groep van circa honderd asielzoekers in het vorige week geïntroduceerde „verblijfsregime” zou moeten worden geplaatst, om vandaar uit aan terugkeer te werken. VluchtelingenWerk noemt dit voorstel „zorgelijk” omdat het om „een vorm van detentie” zou gaan.
De dossieranalyse illustreert volgens directeur Manson van VluchtelingenWerk de knelpunten van onder meer een terugkeerbeleid dat „niet sluitend” is. „Dat leidt tot de situatie waarin uitgeprocedeerde asielzoekers geen recht hebben op een verblijf in Nederland, maar hier nog wel zijn en dan de illegaliteit in gaan of in detentie terechtkomen.”