Papua’s bezoeken synode GG (fotoserie)
UTRECHT. Vanaf de galerij in de kerk luisteren zestien Papua’s naar wat zich beneden hen afspeelt. Samen met de twee officiële afgevaardigden van de uit het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten ontstane kerk in Papua, bezoeken ze de generale synode van dit kerkverband. Sommigen weten nog hoe vijftig jaar geleden de eerste zendeling kwam. „Dit voelt als thuiskomen in de moederkerk.”
De gerimpelde gezichten van een aantal mannen zijn getekend door het zware leven in het bergland van de Indonesische provincie Papua. Het valt op hoe klein van stuk ze zijn, helemaal als een aantal van hen in gesprek raakt met ds. W. Visscher. De rijzige predikant uit Amersfoort steekt een halve meter uit boven zijn gesprekspartners. Het staat de belangstelling over en weer niet in de weg.
In de hal van het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Utrecht is de stemming onder de Papua’s opperbest. Getolkt door oud-zendingswerker Barry van der Schoot en voormalig zendingspredikant ds. J. IJsselstein knopen ze gesprekjes aan. Ds. L. Blok uit Gorinchem blijkt echter zonder woorden ook in staat te zijn oude banden aan te halen. Met handgebaren, schouderkloppen en enkele woorden Indonesisch weet de predikant in contact te komen met mannen die hij ooit, als zendingsdeputaat, in Papoea bezocht.
Een jaar nadat herdacht werd dat de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) vijftig jaar actief was in Papua, is er op de tweede dag van de generale synode van 2013 opnieuw een memorabel ogenblik. Voor het eerst bezoekt een grote delegatie van maar liefst achttien Papua’s, de Nederlandse gemeenten. Vorige week zaterdag arriveerde de groep, vanmorgen vertrokken ze weer vanaf Schiphol.
Gouverneur
Het initiatief voor de reis werd genomen door bupati Er Dabi. De voormalige huisjongen van ds. C. G. Vreugdenhil heeft maatschappelijke carrière gemaakt. Hij is gouverneur van een deel van de provincie Papua. In zijn kielzog reizen vijf predikanten mee van de Gereja Jeremaat Protestan di Indonesia (GJPI), evenals een groep mannen die min of meer de maatschappelijke bovenlaag vormen in de plaatsen waar ZGG-zendelingen actief waren. De meesten van hen hebben een goede opleiding genoten en werken bij de Indonesische overheid.
„Ze genieten enorm van deze reis”, zegt voormalig zendingswerker Barry van der Schoot. Zij nam het leeuwendeel van de organisatie en begeleiding in Nederland voor haar rekening. Voor haar én voor de Papua’s was het tot het laatste moment onzeker of de groep kon komen. „Net voor vertrek had iedereen pas een visum. Daarna was het twijfelachtig of er voldoende plaats was in het vliegtuig. Gelukkig zijn ze er nu toch allemaal.”
Op het programma van de groep stonden bezoeken aan gemeente-avonden, scholen, het bijwonen van de zondagse diensten, een rondvaart door de Rotterdamse haven, een bezoek aan de redactie van het RD en aan de MAF op vliegveld Teuge. Toch zien allen het aanwezig zijn bij de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten als een hoogtepunt. „Dit voelt als thuiskomen in de moederkerk”, zegt één van de predikanten ontroerd. Anderen beamen het. „Hier is besloten om het Evangelie naar Papua te brengen. Dat is een wonder geweest.”
Notities
Tijdens de ochtendvergadering van de synode, waarin het rapport van het deputaatschap voor de zending wordt besproken, luisteren de bezoekers gebiologeerd naar wat er zich onder hen afspeelt. Een aantal van hen maakt driftig notities. Anderen maken foto’s. Zestien van de achttien Papua’s hebben een plekje gekregen op de galerij van de kerk, waar ze door middel van koptelefoons de vertaling horen van wat beneden besproken wordt. De twee officiële afgevaardigden van de GJPI zitten beneden aan de vergadertafel.
De aandacht is het grootst als in de besprekingen aandacht is voor de relatie met de zusterkerk in Papua. Er zijn ook buiten de synodetafel al gesprekken geweest tussen de deputaten en de officiële afvaardiging, meldt ds. G. J. N. Moens, de voorzitter van het deputaatschap voor de zending. Als één van de Papua-afgevaardigden het woord krijgt, gaan de koptelefoons af. Ze horen de predikant in het Indonesisch uitleggen dat er behoefte blijft aan theologisch onderwijs. Er wordt instemmend geknikt.
Nadat synodepreses ds. J. J. van Eckeveld de bezoekers uit Indonesië heeft toegesproken, sluit deze de ochtendvergadering. Maar eerst worden de Papua’s nog toegezongen uit Psalm 134: ”Dat ’s Heeren zegen op u daal.” Zichtbaar onder de indruk nemen de bezoekers met handdrukken afscheid van synode-afgevaardigden en bezoekers van de kerkvergadering.
Nauwe straten
De spanning stijgt onder de Papoea’s als de chauffeur van de bus die hen naar Driestar Educatief in Gouda brengt, de nauwe straatjes van Utrecht doorkruist. Een enkeling gaat zelfs een paar banken naar achteren zitten, uit angst dat de chauffeur er op enig moment niet in slaagt een bocht te nemen. Het tijdrovende gemanoeuvreer zorgt ervoor dat de groep een uur te laat arriveert in Gouda. Maar zo’n vertraging blijkt voor de Papua’s nauwelijks van betekenis.
De interesse van de mannen heeft niet te lijden onder de vermoeiende dagen die al achter hen liggen. Geïnteresseerd worden vragen gesteld over het christelijke onderwijs. De Driestar-medewerkers worden bovendien met enige gretigheid uitgehoord over wat de onderwijsadviesdienst voor christenen in Papua kan betekenen. „Eerst een concrete hulpvraag?” De Papua’s knikken begrijpend. „U hebt ons veel stof tot nadenken gegeven”, zegt er één.
Aan het einde van de middag breekt het moment aan waar velen naar uitkeken: Winkelen in het centrum van Gouda. Menigeen gaat op souvenirjacht. Anderen willen juist niet naar het stadshart, maar naar een bouwmarkt. Het doel: Een grote spade, om de akker mee te bewerken. Of die mee mag in het vliegtuig? „Als je ‘m goed inpakt wel denk ik”, zegt een oud-zendingswerker. Lachend: „Maar ik zou ‘m wel bij de ruimbagage stoppen.”
Awom Simson (65) is de oudste deelnemer aan de reis van de achttien Papua’s. In tegenstelling tot de andere groepsleden is hij niet afkomstig uit het binnenland, maar uit het aan de kust gelegen Biak. Simson is één van de zogeheten ‘kustpapua’s’ die in de jaren ’60 van de vorige eeuw met zendingspredikant ds. G. Kuijt het binnenland introkken.
De voor Papuabegrippen hoogbejaarde is voor het eerst in Nederland en nog niet bekomen van de cultuurschok. „Alles loopt hier zo geolied. Auto’s rijden hard, maar je ziet nauwelijks ongelukken.” Toch is er ook herkenning. „Ik weet nog dat de Nederlanders in 1962 Nieuw-Guinea verlieten. En ik heb veel te maken gehad met de Nederlandse zendelingen. Als ik dan zie hoe het op de synode er aan toe gaat, geeft dat wel herkenning.”
Simson bezocht zondag een gereformeerde gemeente in Houten, waar oud-zendingspredikant ds. C. G. Vreugdenhil voorging. Hij vond het een indrukwekkende dienst. „Maar ook de manier van naar de kerk gaan was opvallend. Wij lopen hele afstanden naar de kerk. Hier zit je even in de auto en je bent er.”
Zaterdag was er ook een reünie van zendingswerkers die actief zijn geweest in Papua. Voor Simson een bijzonder moment. „Ik heb veel bekenden ontmoet. Het was heel fijn om met iedereen te spreken.”
Opvallend noemt Simson dat zowel in Nederland als Papua het christendom bedreigingen ondervindt. „De kracht van de boze probeert altijd Gods werk te vernietigen. Het is nodig om te blijven bidden om Gods hulp.”