Christen is geroepen om moslims op te zoeken
„Dát is het.” Matthew Kaemingk wijst op een tafel in het restaurant van de Vrije Universiteit. Vier blonde meiden zitten met elkaar te praten; twee studentes met hoofddoek houden zich afzijdig. „Het seculiere verhaal kan die meiden niet vertellen waarom ze met die twee anderen in gesprek moeten gaan. Maar het christelijke verhaal kan dat wél.”
Kuyper is hot. Dat wil zeggen: in het buitenland. Maar ”Abraham de Geweldige” wordt in eigen land nauwelijks geëerd, tot grote verbazing van de Amerikaan Matthew Kaemingk (1981). „Ik had verwacht dat iedereen in Nederland de islam zou verdedigen, omdat het denken van Kuyper daar aanleiding toe geeft. Maar de meeste Nederlandse christenen hebben Kuyper helemaal niet gelezen.”
Kaemingk, wiens voorgeslacht Nederlandse wortels heeft, promoveerde vorige week aan de Vrije Universiteit op de reactie van christenen op de komst van de islam. Veel orthodoxe christenen denken exclusief: alleen het christelijk geloof is waar, en dat heeft zijn gevolgen voor de positie van de islam in de maatschappij.
Andere christenen denken juist volgens de mal van het seculiere liberalisme. Dat zegt, aldus Kaemingk, dat iederéén liberaal moet denken, dus ook moslims die dit land binnenkomen. Dat gaan ze echter niet doen.
Kuyper bood een uitweg uit die impasse: die van het christelijke pluralisme, waarbij er meer geluiden naast elkaar mogen klinken in de samenleving – óók het islamitische geluid en zelfs als dat ingaat tegen het democratisch ideaal. Kaemingk borduurt in zijn proefschrift voort op dat uitgangspunt.
Lang niet alle christenen willen zo pluralistisch denken. Sommige christenen zijn ronduit bang voor de islam. Begrijpt u dat?
„Ik kan dat zeker begrijpen, maar vraag me wel af: Waar ben je dan bang voor? Dat ze je iets aan zullen doen? Of dat ze je zullen bekeren? Als je als christen in Christus bent, moet je dan bang zijn voor dat soort dingen? Een christen is gestorven met Christus, en mag vanuit Hem vol vertrouwen zijn.”
In zekere zin is Kaemingk zelfs „dankbaar” voor de aanwezigheid van de islam in Europa en Noord-Amerika, zegt hij. „Moslims dagen christenen uit om hun geloof uit te dragen. Ik merk dat juist dáár vaak veel angst voor is: voor het uitdragen van het geloof.”
In zijn proefschrift legt Kaemingk grote nadruk op de gelijke behandeling van moslims – zelfs als dat betekent dat zij die gelijke behandeling anderen zouden willen onthouden. „Ik ben er niet van overtuigd dat de islam democratisch is”, zegt hij. „Een gelijke behandeling is dus inderdaad riskant. Maar ik accepteer die risico’s omdat ik christen ben. En ik moet zeggen: Dat is een heel eenzame positie, zelfs onder christenen. Ik voel me niet thuis bij christenen die zeggen dat de islam en het christendom op hetzelfde neerkomen en alles op één hoop gooien, maar ik voel me evenmin thuis bij degenen die zeggen –of denken– dat moslims verloren gaan en in wezen geen rechten verdienen.”
In zijn –Engelstalige– dissertatie stelt Kaemingk dat nog scherper. Hij schrijft dat het zijn doel is „om exclusivistische christenen, zelfs als ze geloven dat moslims en atheïsten morgen naar de hel gaan, ervan te overtuigen dat het feit daarmee niet verandert dat moslims en atheïsten gemaakt zijn naar Christus’ beeld, en dat ze vandaag Zijn rechtvaardigheid, gastvrijheid en genade verdienen.”
Uw benadering past politiek gezien het best bij die van de ChristenUnie.
„Dat klopt. Ik heb trouwens ook met directeur Jan Schippers van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP gesproken. Maar ik wil voorzichtig zijn met wat ik daarover zeg. Ik heb begrepen dat er binnen de SGP een debat is over deze dingen.” Hij zwijgt even, lacht. „Misschien is er zelfs een debat in Schippers zelf.”
Nogal wat orthodoxe christenen in Nederland kénnen helemaal geen moslims. Vindt u dat ze daar actief verandering in aan zouden moeten brengen?
„Er was eens iemand die vroeg: Wie is mijn naaste? De Man aan wie hij dat vroeg, was duidelijk in Zijn antwoord. Het antwoord is dus: Ja. Theologen maken de dingen vaak ingewikkeld, maar dit is heel eenvoudig. Ik ben in Amersfoort bij de Sint-Joriskerk geweest, een behoudende hervormde gemeente. Daar heeft men volop contact met asielzoekers, ook met moslims. Het kan dus wel.”
Laten we het concreet maken. Een christelijk gezin in Barneveld ziet alleen op straat af en toe vrouwen lopen met een hoofddoek. Ze zijn het erg oneens met de islam, maar haten deze mensen niet. Contact is er ook niet. Wat doen ze verkeerd? „Ik constateer dat Jezus mensen opzoekt die uitgekotst worden in de maatschappij. Toen waren dat de Samaritanen, hier zijn dat de Turken en de Marokkanen. Waarom stap je niet op die mensen af? Als je echt calvinist bent, heb je niets op hen voor. Mensen die deze stap wél zetten, zeggen vaak dat het geloof daardoor meer inhoud heeft gekregen; dat de Bijbel meer waarde kreeg. Ik geloof vast dat als je bidt of God moslims op je weg brengt, Hij wegen zal vinden om dat te doen.”
Een ander voorbeeld. Een raadslid voor de SGP stemt tegen de komst van een nieuwe moskee in zijn woonplaats, omdat de islam een valse godsdienst is. Wat doet hij verkeerd?
„Stel je voor dat er een seculier iemand is die zegt: Ik wil jouw kerk niet omdat jullie een valse leer brengen. Hoe reageert het raadslid dan? God eist vrijheid voor iederéén, ook voor de mensen met wie je het niet eens bent. Wil je dat de christelijke kerk bekendstaat als onderdrukkend voor moslims? Dan zouden moslims in het Midden-Oosten terecht kunnen zeggen dat ruimte bieden voor een kerk in die landen niet nodig is. Kijk immers maar naar Nederland!”
Vaak klinkt de opvatting dat de islam in wezen niet past in een democratische rechtsstaat. Gezien alle problemen lijkt die mening niet helemaal uit de lucht gegrepen.
„Weet je wat het probleem is? Chrístenen passen niet in Nederland. Het is duidelijk dat Nederland snel zijn geduld verliest met gelovigen. Nederlandse seculieren geloven dat religie een relict is uit de jaren zestig. Religie is onderdrukkend, saai, stom. Ze hebben zich ervan bevrijd, en nu moet iedereen worden zoals zij. Ik denk dat christenen veel meer te vrezen hebben van het liberaal secularisme dan van moslims. Moslims hebben geen macht, en ik geloof ook niet dat ze die gaan krijgen. Ik begrijp de angst daarvoor niet goed. Moslims seculariseren ook; en bovendien heb je in Nederland beproefde instituties. Wees blij met je traditie van tolerantie. Amerikanen zouden zich niet vermoeien met de vraag of moslims het misschien ooit voor het zeggen krijgen. Heb een beetje meer vertrouwen in jezelf!”
Het motto van uw proefschrift is ontleend aan Leviticus 19, waar staat dat de vreemdeling net zo behandeld moet worden als de eigen mensen. Maar wat als er in sommige gebieden op een gegeven moment meer vreemdelingen zijn dan oorspronkelijke bewoners?
„Met dat motto wil ik niet zeggen dat je iedereen maar moet binnenlaten. Eerlijk gezegd denk ik niet dat het wijs is dat er meer immigranten bij komen in Nederland. Dit land is niet gastvrij. Hier kunnen de mensen niet met moslims omgaan.”
Dat zegt PVV-leider Wilders ook.
„Ja. Alleen zeg ik er bij dat die cultuur van ongastvrijheid moet veranderen. Je moet niet gastvrij zijn tegenover moslims om wie ze zijn, maar omdat God zo is. Dat is het grote verschil tussen seculiere gastvrijheid en christelijke gastvrijheid. In een seculiere context moet je je recht op onderdak eerst verdienen. Eerst moet je net zo worden zoals de meerderheid van de mensen. Maar zo is God niet. Moslims hoeven niets te verdienen.”
Dan kan hij het toch niet laten en komt terug op de positie van de SGP ten opzichte van de ChristenUnie. „Ik begrijp SGP’ers heel goed, maar er zit geen toekomst in. En het is ook theologisch incorrect. Als je geen gastvrijheid biedt aan moslims, is dat blasfemie. Je lastert daarmee de gastvrijheid van God Zelf.”
Dat zijn harde woorden.
Kaemingk buigt zich voorover. Zijn ogen vernauwen zich. „We volgen een God Die stierf voor mensen die Hem háten! Hoe kunnen we dan zelf ongastvrij blijven?”