Onzekerheid familie beheerst leven vluchteling
DEN HAAG (ANP). Onzekerheid over het lot van achtergebleven familieleden, beheerst een heel groot deel van het leven van vluchtelingen. „Ze lopen in hun zoektocht instanties af en vragen zich af: Waar zijn mijn kinderen? Waar is mijn vader, zus of opa? Het is een heel duidelijke zaak dat die mensen alle mogelijkheden proberen aan te grijpen om contact met hen te krijgen.” Dat zegt vrijwilliger Peter Rufi, die voor het Rode Kruis familieleden van vluchtelingen probeert op te sporen.
Hij reageert woensdag op het nieuws dat justitie een oude dodenlijst van het Afghaanse regime uit de jaren ’70 heeft gepubliceerd.
Het Openbaar Ministerie deed dat, zodat de nabestaanden van bijna 5000 slachtoffers duidelijkheid kunnen krijgen over het lot van hun dierbaren. Het heeft daarom dan ook de dodenlijst, en transportenlijsten van gevangenen, overhandigd aan het Rode Kruis.
Een woordvoerder van de hulporganisatie zei dat de lijst van nut kan blijken als mogelijke nabestaanden zich melden bij het Rode Kruis. De laatste jaren melden zich in Nederland ongeveer 350 Afghanen die op zoek zijn naar vermiste familieleden.
Willem van den Hooven, eveneens vrijwilliger bij het Rode Kruis, herkent het beeld dat Rufi schetst. „In het algemeen geldt dat mensen zich daarin vastbijten. Ze proberen wegen te vinden om familieleden te vinden. Ook al is de boodschap slecht, dan kunnen ze in ieder geval een hoofdstuk afsluiten. Anders blijven mensen er mee tobben, afvragen of ze er wel alles aan hebben gedaan.”
Rufi raakte ooit zijn vader kwijt, die in een ‘Jappenkamp’ belandde. Met behulp van het Rode Kruis vonden hij en zijn moeder zijn vader terug. „We woonden in die periode in een toegewezen huis. In mijn geval werd mijn vader via het Rode Kruis gevonden.”
Essentieel is dat er zoveel mogelijk informatie voorhanden is die aanknopingspunten bieden voor de zoektocht. „Maar mensen moeten er rekening mee houden dat een zoektocht lang duurt of dat er nooit duidelijkheid komt.”