De cijfers werden dinsdag gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aantal melk- en kalfkoeien van twee jaar en ouder nam in vergelijking met april vorig jaar met 69.000 toe tot 1,55 miljoen dieren. Dat zijn er weer evenveel als in 2001.

Nederlandse boeren hielden de laatste decennia steeds minder koeien. Dat heeft te maken met de Europese melkquotering, die in de jaren 80 van de vorige eeuw werd ingevoerd. Daardoor staat de hoeveelheid melk die de boeren samen aan de zuivelfabrieken mogen leveren vast.

Omdat individuele koeien steeds meer melk geven –als gevolg van de foktechnische vooruitgang– konden de boeren met steeds minder dieren toe. Die trend lijkt tot staan gebracht.

In 2015 wordt de melkquotering afgeschaft. Veel boeren bereiden zich voor op een uitbreiding van de melkproductie. Het CBS meldt op basis van de landbouwtelling ook een toename bij het jongvee voor de fokkerij. Dit aantal is gestegen met 55.000 naar 1,24 miljoen dieren.

Uit de Landbouwtelling 2013 blijkt verder dat de varkens­stapel ten opzichte van 1 april 2012 vrijwel ongewijzigd bleef. Alle varkenshouders samen hadden dit jaar 12,2 miljoen dieren. Een toename van het aantal biggen werd gecompenseerd door een daling van het aantal vleesvarkens.

Het aantal vleeskalveren nam bijna 2 procent toe tot 925.000.